Getuige aanslag Barcelona: Ik ben veel alerter dan vroeger
„Overal klonk gegil en de krantenkiosk voor de winkel was aan gort gereden.” Joke Wiersma uit Klundert maakte samen met haar twee dochters de terreuraanslag in Barcelona in augustus van dichtbij mee.
Joke Wiersma is samen met haar gezin op vakantie in Spanje. De familie zit midden in de eerste vakantieweek op een camping aan de Spaanse kust. Op het programma van die dag staat een dagje winkelen in Barcelona met haar twee dochters. Haar man en zoon blijven op de camping achter. De bus van Beter Uit, de christelijke reisorganisatie waar het gezin mee in Spanje is, zet hen af vlak bij de Ramblas, de bekende straat en toeristentrekpleister in het centrum van de stad. Ze lopen naar binnen bij een kledingzaak. „Mijn dochters stonden net kleding te passen toen er ineens een winkelbediende naar ons toe kwam. Ze was helemaal in paniek en gebaarde dat we mee moesten komen”, zegt Wiersma. Met z’n drieën lopen ze de winkel uit. Daar is het één grote ravage. „De krantenkiosk voor de winkel was aan gort gereden en ik zag mensen gewond op de grond liggen. Overal klonk gegil. Ik dacht direct: Dit is een aanslag. Ik herkende de beelden uit de media.”
In eerste instantie wil ze buiten blijven om te helpen. „Ik werk in de verpleging, ik had het gevoel dat ik wat moest doen. Maar ik durfde niet lang buiten de winkel te blijven; voor hetzelfde geld loopt er iemand al schietend rond. Bovendien wilde ik mijn dochters beschermen. Achteraf gezegd klinkt het egoïstisch, maar op dat moment dacht ik instinctief alleen nog maar aan mezelf en mijn dochters. Ik dacht: We moeten dit overleven, hoe dan ook.”
Achter de kledingrekken
Op dat moment zijn er zo’n veertig mensen in de kledingzaak aanwezig. Ter bescherming doet het winkelpersoneel alle rolluiken naar beneden. Iedereen wordt naar de achterkant van de winkel gestuurd, weg van de ramen. „We zijn met z’n allen onder en achter de kledingrekken gaan zitten. En toen begon het wachten.”
De mensen in de winkel hebben geen idee van wat er buiten allemaal gebeurt. Bellen gaat moeizaam, de verbinding ligt er regelmatig uit. „Je gevoel van veiligheid is helemaal weg. Je merkt pas hoeveel waarde je daaraan hecht als je het niet meer hebt.”
Uiteindelijk krijgt Wiersma via de telefoon contact met iemand van Beter Uit. „Nu wist tenminste iemand waar we zaten. Ik heb hen gewaarschuwd om gelijk de stad uit te gaan met de bus.” Daarnaast zoekt ze via Facebook contact met vrienden. „Dat was heel fijn, zij zijn in Nederland voor de televisie gaan zitten en hebben ons op de hoogte gehouden van de gebeurtenissen.”
Na zo’n vier uur wachten komt de politie met getrokken wapens naar binnen om de mensen in de winkel te bevrijden. Ook dat is een angstaanjagende ervaring voor het drietal. „We moesten in een rijtje gaan staan met onze handen in de lucht. En dan staan er van die mannen met geweren tegenover je. We werden verhoord, ze wilden precies weten wie er allemaal in de winkel waren en wat we gezien hadden. Logisch natuurlijk, maar ik dacht alleen maar: Ik wil hier zo snel mogelijk weg.”
Bang
Om tien uur ’s avonds staan ze eindelijk buiten op straat. „Het was één grote ravage. We hadden geen idee wat we moesten doen, we stonden midden in een vreemde stad en spraken de taal niet.” Uiteindelijk lukt het –met telefonische hulp van de Spaanssprekende reisleider van Beter Uit– om een taxichauffeur duidelijk te maken naar welke camping ze moeten.
Op de camping wordt het drietal opgewacht door de vader en de zoon van het gezin en de reisleiders. „We hebben met elkaar gebeden en daarna nog een poosje bij elkaar gezeten. De kinderen waren zo bang dat ze niet durfden te gaan slapen. Ik heb die nacht bij mijn jongste dochter gelegen.”
Onverwachte gebeurtenissen
Het gezin besluit om de vakantie in Spanje voort te zetten, maar het vakantiegevoel is verdwenen. „Ik had voortdurend last van concentratieverlies. Daarnaast vond ik het in het begin moeilijk om de camping af te gaan. Als we ergens op een terrasje gingen zitten, pakte ik een stoel met mijn rug naar de muur. Zodat ik om me heen kon kijken.”
Een paar maanden later merkt Wiersma de gevolgen nog steeds. „Ik ben veel alerter op mijn omgeving dan vroeger. In een winkel kijk ik onbewust toch waar de uitgangen zijn. En ik schrik erg van onverwachte gebeurtenissen. Toen ik laatst in het winkelcentrum liep begon ineens een groepje jongeren te zingen. Er was niets aan de hand, ze hadden het gewoon gezellig, maar ik schrok er vreselijk van. Ik dacht meteen: Help, ik moet hier weg. Ik merk toch dat ik anders op die gebeurtenissen reageer dan vroeger.”