Kerk & religie

Hulpprediker J. Lankhaar: Ik preekte vooral in gehuchten

Net voor de opheffing van de opleiding voor hulppredikers kwam Ko Lankhaar door het colloquium. Intussen zijn de eerwaarde heren op het kerkelijk erf vrijwel uitgestorven. „Ik ben echt de laatste der Mohikanen.”

21 November 2017 16:38Gewijzigd op 16 November 2020 12:01
Hulpprediker J. Lankhaar weet zich geestelijk gevormd door de eerwaarde heer L. van der Sluys. beeld RD, Anton Dommerholt
Hulpprediker J. Lankhaar weet zich geestelijk gevormd door de eerwaarde heer L. van der Sluys. beeld RD, Anton Dommerholt

Behoudend waren ze niet, bij Ko Lankhaar thuis. Toch belandde hij op de Driestar, via een vriend. Hij volgde er het laatste jaar van de havo, met het idee daarna de pabo te gaan doen. „Ik reisde vaak samen met Tjitze de Jong, die ook uit Genderen kwam. Tjitze stapte uit in Utrecht, waar hij theologie studeerde; ik ging door naar Gouda. Daar kwam ik in aanraking met iemand die me meenam naar Bart Roest in Scherpenzeel. Die man heeft grote indruk op me gemaakt, door zijn liefdevolle ernst. Bovendien leerde ik iemand van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland kennen. Zo kwam ik kerkelijk op een ander spoor terecht.”

Ziekte van zijn vader, eigenaar van een veehandel, zette een streep door het plan om onderwijzer te worden. Ko kwam in het bedrijfsleven terecht. „Omdat ik toch wat wilde studeren, ben ik na ons trouwen de catechetenopleiding gaan volgen. Dat kon op zaterdag. Het was een gedegen en veelzijdige opleiding. We kregen ook vakken zoals psychologie, pedagogiek en didactiek. Allemaal even boeiend.”

Vooral ds. H. G. Abma, docent ethiek, maakte indruk op Lankhaar. „Door zijn kennis en zijn beeldende taalgebruik.” Voor discussie met de docenten was geen gelegenheid. „Het paste ook niet bij die tijd. Als ds. Van Brummelen exegese gaf, dienden wij te luisteren. Anders raakte hij de draad kwijt. Ik verbaasde me over de kennis van deze mensen.”

Met de behaalde papieren voor catecheet binnen de Nederlandse Hervormde Kerk ging hij door voor hulpprediker. Op 7 december 1980 kwam hij door het colloquium, als laatste en jongste kandidaat, na een aantal kritische vragen van vrijzinnige opponenten. „Per 1 januari 1981 is de opleiding opgeheven. Laatst zei een kerkenraadslid tegen me: „Toen ze jou hadden gehoord, dachten ze: hier moeten we mee stoppen.” Dat vond ik wel een treffende opmerking. Volgens mij wilden ze af van die herders van Tekoa op de preekstoel.”

Overgangsregeling

Het merendeel van zijn studiegenoten belandde in kleine confessionele gemeenten in uithoeken van het land. „We vormden een bont gezelschap. De Nederlandse Hervormde Kerk was als een pot carbolineum, daar zaten alle kleuren in. Ik zeg weleens: „Die kerk stond nog in de grondverf, de rest was al afgelakt.” Ik voel me meer thuis bij grondverf; dat afgelakte maakt mensen alleen maar zelfgenoegzaam.”

In de jaren tachtig verwierven veel hervormde hulppredikers, doorgaans ”godsdienstonderwijzer” of ”eerwaarde heer” genoemd, de titel van predikant. Dankzij een daarvoor ontworpen overgangsregeling. Lankhaar maakte er geen gebruik van. „Preken deed ik met vreugde, maar ik had geen roeping voor het predikantschap. Ik ben godsdienst gaan geven aan een middelbare school. Naast dat werk heb ik in een paar jaar tijd de akten mo-a en mo-b behaald.”

Op zondag preekte hij in dorpen zoals het Friese Twijzelerheide en Metslawier. „Gaten waar geen dominee meer kwam. De eerwaarde heer L. van der Sluys, mijn geestelijke vader, zei altijd: „Ook als je wordt gevraagd door gemeenten waar je eigenlijk niet past, moet je gewoon gaan, zonder je wat van je omgeving aan te trekken.” Zelf sprak hij voor de meest uiteenlopende gezelschappen, maar overal bracht hij dezelfde boodschap van zonde en genade. Als hij vertelde wat de wedergeboorte inhoudt, zat ik met open mond te luisteren.”

Jona

Zijn eerste preek hield Lankhaar in 1982. In Genderen. „Net als Tjitze de Jong. Die preekte over de vijf wijze en de vijf dwaze maagden. Wat mijn tekst was, weet ik tot mijn schande niet meer. Die van mijn laatste preek in 1985 nog heel goed. „Maak u op, ga naar Ninevé en predik tegen haar.” Vervolgens ben ik Jona achterna gegaan. Niet naar Ninevé, maar naar Tarsis. Ik ging het zakenleven weer in, en begon in 2003 mijn eigen groothandel in diergeneesmiddelen. Gedurende 23 jaar heb ik niet gepreekt.”

Een preek van ds. J. van Rossem in de hersteld hervormde gemeente van Papendrecht, de woonplaats van het echtpaar Lankhaar, sloeg bij de zakenman naar binnen. „Alleen al door het voorlezen van de tekst. „Maak u op, ga naar Ninevé en predik tegen haar.” Ik kreeg opnieuw van God de opdracht om Zijn Woord te verkondigen. Daar had ik het heel moeilijk mee, omdat ik voor mijn gevoel niet meer had dan een lege korf. Maar de Heere liet me zien dat er bij Hem twaalf volle korven over waren.”

Sindsdien staat hij vrijwel elke zondag weer op de kansel, vaak ergens op de Veluwe. „Ik kijk ernaar uit en ik zie ertegen op. In mijn preken verkondig ik een rijke Christus voor een arme zondaar, zonder de tekst op te hangen aan de dogmatiek. We moeten het Woord het Woord laten, zei ds. C. den Boer vaak op de catechetencursus. Daar ben ik het roerend mee eens.”

Het aantal bevoegde hervormde hulppredikers is intussen op de vingers van één hand te tellen. „In de HHK zijn we met z’n tweeën, in de PKN is er niet een meer. Ik ben echt de laatste der Mohikanen. Tegenwoordig word ik vaak aangeduid als ”kandidaat” of ”meneer”. Het begrip ”eerwaarde heer” is in onbruik geraakt. Dat is het beste bewijs dat de tijd van de hulppredikers bijna voorbij is.”

Hulpprediker J. Lankhaar

Jakobus Lankhaar (1951) groeide op in een middenorthodox gezin in het Brabantse Genderen. Naast het werk in de veehandel van zijn vader volgde hij de hervormde catechetenopleiding en de opleiding tot hulpprediker. Van 1980 tot 1985 doceerde hij godsdienst aan een christelijke scholengemeenschap. In deze periode behaalde hij de akte mo-a via de Noordelijken Leergangen en de akte mo-b aan de rooms-katholieke universiteit van Tilburg. In 1985 keerde hij terug naar het zakenleven. Sinds 2008 gaat hij daarnaast voor in de Hersteld Hervormde Kerk. Lankhaar is gehuwd. Het echtpaar heeft 2 kinderen en 4 kleinkinderen.

Correctie 22 november 2017

De Protestantse Kerk in Nederland telt in ieder geval nog één eerwaarde heer, G. G. Schakelaar uit Wapenveld, zo meldt het Jaarboek van de Protestantse Kerk in Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer