Ds. G. Hoogerland: Meeleven met hen in Kruiningen die zich radeloos voelen
Met de ontredderde gereformeerde gemeente van Kruiningen zullen, hoop ik, velen te doen hebben. Er staan verbitterde kampen tegenover elkaar, die onverzoenlijk zijn. Maar laten we niet vergeten dat een groot deel van de gemeente heen en weer geschud en geslingerd wordt. Van die ontreddering voel ik als oud-herder en -leraar iets mee. Dat dringt me om een paar regels te schrijven. Niet om een partij te kiezen of te verdedigen. Maar uit hartelijk medelijden met hen die zich radeloos voelen.
Toen Jeremia zijn Klaagliederen schreef, zat hij bij de puinhopen van Jeruzalem. Hij wees geen schuldigen aan, maar weende over de breuk en de verwoesting. Jeremia heeft geen tempel gebouwd op een andere plaats. Ik ben ervan overtuigd dat dat ook nooit Gods wil kan zijn. Kerkscheuring is zonde, al kan die onvermijdelijk zijn als het gaat over de waarheid van Gods Woord. Dat is hier echter niet in het geding. In Kruiningen mag de aloude waarheid voluit gebracht worden.
In dit verband denk ik aan een uitspraak van wijlen mijn geliefde vader, ds. A. Hoogerland, en dat was een belijdenis uit de grond van zijn hart: „Liever ga ik zitten wenen op de puinhopen van de kerk dan dat ik eruit zou gaan.” Dat is een standpunt, gegrond op de Schrift en de belijdenis. Bij dat standpunt sluit ik me dan ook van harte aan. In het licht van dat standpunt staat mijn artikel over de schuld van de kerkelijke verdeeldheid in het RD van 15 september 2016. Schuld tegenover de Heere, tegenover onszelf, tegenover de wereld en tegenover het nageslacht. Met een nieuwe scheuring maken we deze schuld, die al zo hemeltergend is, alleen nog maar groter.
Mijn innige en hartelijke overtuiging is dat scheuring een Godonterende en heilloze weg is. Ongeacht welk onrecht door wie dan ook en aan wie dan ook gedaan is. Als we oprecht zijn, zal de Heere het onrecht eens aan het licht brengen en mogen we het ook in Zijn hand geven. Dan nemen we niet het recht in eigen handen.
Het is mijn innerlijke behoefte om met de ontredderde gemeente van Kruiningen mee te leven en haar het bovenstaande in overweging te geven. Mijn dringende raad is: Blijf waar de Heere u bracht, en waar Hij weleer woonde, met de bede uit Psalm 74, waarin de dichter zijn ziel in smart uitgiet voor Gods aangezicht over de verwoesting van het heiligdom en, wat nog erger is, over de lastering van Gods Naam.
Meer artikelen over dit onderwerp onder het thema Kwestie Kruiningen.