Eerwaarde heer Van der Galiën: Ook kerkelijke zwervers komen eenmaal thuis
De houten doopvont waaruit hij werd gedoopt, staat bij hem in de huiskamer. Erbovenop liggen twee Statenbijbels. Bóven op de Bijbels staat een kleine menora, de zevenarmige kandelaar.
Een hoekwoning in een eenvoudig nieuwbouwwijkje aan de rand van Dokkum. Daar woont de eerwaarde heer A. van der Galiën met zijn vrouw. Aan de schoorsteenmantel in de huiskamer hangt hun trouwtekst: „Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen, Psalm 91:1.” Onder de trouwtekst hangt een klein houten kruis. Van der Galiën: „Sommige mensen houden er niet van, een kruis aan de muur. Maar, het kruis is leeg. Want het is volbracht. Wát een symboliek.”
Van der Galiën heeft voor dit interview zelf al een samenvatting bedacht. „Schrijf maar op: „Wederwaardigheden van een kerkelijk zwerver.” Het kerkelijk leven in Nederland is me niet meegevallen. Maar straks, als ik boven mag komen, zal mij niet worden gevraagd van welke kerk ik lid ben geweest, maar de vraag zal zijn: Waar is Mijn beeld?”
Ongedoopt
Van der Galiën werd op 28 februari 1935 geboren in het Friese dorp Murmerwoude. Het gezin kerkte bij de christelijke gereformeerde kerk in Broeksterwoude. „Het was daar een echt christelijke gereformeerde buurt. Dokkum was voorwerpelijk. Damwoude was veel rechtzinniger. Broeksterwoude was echt zwaar en Veenwouden was het allerzwaarst. Dat is later oud gereformeerd geworden.”
Zijn ouders waren goed kerkelijk meelevend, zegt Van der Galiën. „Vader kende een ander leven. Hij had altijd de begeerte om ergens een plekje te mogen ontvangen in de wijngaard om de daden des Heeren te verkondigen. Maar de Heere kwam over om hem te openbaren dat de preekstoel niet voor hém was, maar voor een van zijn kinderen. En dat was ik.”
Er lag vooralsnog wel een probleem. Het gezin kerkte trouw in Broeksterwoude, maar vader had moeite met de kinderdoop. En dus bleef Van der Galiën ongedoopt en kon hij ook geen belijdenis doen. „Ik was geestelijk tot inkeer gekomen onder de prediking van ds. W. Baaij. Ondertussen groeide er een dringend verlangen in mijn hart om Zijn Naam te verkondigen, maar ik liep op een doodlopende weg. Vele malen heb ik de Heere gevraagd of Hij mijn verlangen wilde wegnemen als het niet van Hem was. Totdat de Heere sprak: „Ik zal u het kromme tot recht maken.””
De kerkelijke weg naar de predikantenopleiding van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn was onbegaanbaar. Van der Galiën kwam terecht bij de groep rond ds. J. G. van Minnen, de Christelijke Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Hij zat vaak onder het gehoor van ds. H. Groen in Drachten. „Groen begreep mij en ik verstond hem.” Bij ds. Groen deed Van der Galiën in 1956 openbare belijdenis. In dezelfde dienst werd hij gedoopt.
Enkele maanden later werd Van der Galiën op een classisvergadering toegelaten tot de studie voor predikant. „Na een proefpreek kreeg ik toestemming om voor te gaan in vacante gemeente. Maar ondertussen overleed ds. Groen. Dat was zo’n klap dat mij alle moed ontviel. Daardoor heb ik de studie moeten afbreken.”
Van der Galiën werd met zijn gezin vervolgens lid van de gereformeerde gemeente in Drachten. Gelijktijdig ging Van der Galiën de catechetenopleiding van de Nederlandse Hervormde Kerk en de evangelistenopleiding bij de IZB volgen.
„Ik werd hier en daar gevraagd om eens te komen spreken. Zo kwam ik terecht in vrije groepen, hervormde en vrije oud gereformeerde gemeenten, waardoor het lidmaatschap van de Gereformeerde Gemeenten moest worden beëindigd. Dat heb ik met pijn in het hart gedaan. Zo werden we kerkelijk dakloos. We zijn een zwervend leven gaan leiden, maar ook zwervers komen eenmaal thuis. Dat is me wel eens tot bemoediging geweest.”
Van der Galiën ging voor waar men hem vroeg, in Loon op Zand, Oldebroek, Urk (Elim), Numansdorp, Breukelen en Den Haag (Gaslaan). „Ik heb slechts het Woord willen verklaren in het uitzien of de Heilige Geest het zou willen toepassen en indragen in het hart. Er is maar één grond tot de zaligheid, en dat is Jezus Christus en Dien gekruisigd. Ik hoor mensen veel over Jezus praten, maar we zijn uit God gevallen en moeten dus met een Drie-enig God worden verzoend. Daarom is Christus ons dierbaar. Hij is het Die met God verzoent.”
Krom en recht
Van Galiën is 82 jaar. Hartproblemen brachten hem al eens in het ziekenhuis. Iedere zondag voorgaan is hem te veel geworden. „Ik moet steeds meer beurtjes afzeggen, dat vind ik wel erg, want ik doe het zo graag. Op 3 december staat Culemborg in mijn agenda. Graag zou ik nog eens willen spreken over de rijkdommen die er in Hem te vinden zijn.”
Als Van der Galiën zondags thuis is, leest hij samen met zijn vrouw een preek, vaak van predikanten van de Gereformeerde Gemeenten. „We zijn oud geworden. Ik ben aan het einde van het leven gekomen. Het is weleens mijn verzuchting: Heere, wat heb ik toch een vreemde weg gehad. Ik begrijp het zelf niet goed meer. Ik ben maar een krullenjongen geweest. Maar ons leven is toch van hogerhand geleid en uitgestippeld. Zijn Woord is waar geweest: „Ik zal u het kromme tot recht maken.”
Eerwaarde heer A. van der Galiën
A. van der Galiën werd op 28 februari 1935 geboren in het toenmalige dorp Murmerwoude (Friesland). Het gezin van zijn ouders kerkte bij de christelijke gereformeerde kerk in Broeksterwoude, maar de kinderen bleven ongedoopt. Van der Galiën volgde de lagere school in Broeksterwoude en een paar jaar de ulo in Damwoude. Vervolgens werkte hij in een administratieve functie, laatst op het politiebureau in Dongeradeel.
Van der Galiën volgde de catechetenopleiding van de Nederlandse Hervormde Kerk en de evangelistenopleiding van de IZB. Hij ging voor in zo’n veertig vrije oud gereformeerde gemeenten, vrije groepen en evangelisaties.
serie
Eerwaarden
Dit is het tweede deel van een serie over het verdwijnen van hulppredikers en eerwaarde heren. Volgende week dinsdag deel 3.