„Een overtuigd protestant gelooft dat hij gered wordt door goede werken.” Dr. Ligon Duncan zwijgt even om te observeren hoe deze ketterij valt. Om dan de angel uit zijn opmerking te halen. „Maar het zijn niet de werken van ons, maar het goede werk van God door Jezus Christus dat de Heilige Geest in ons werkt. Dat is sola gratia, alleen genade.”
De Amerikaanse presbyteriaanse theoloog dr. Duncan zegt vaak na te denken over de inhoud van de leer van sola gratia. „Daar raak je nooit over uitgedacht. Niet in dit leven, en ook straks niet – in de hemel. Gods genade is zo’n onbevattelijk groot wonder dat je het, zelfs wanneer je een ongekend hoog IQ hebt, nooit zult doorgronden.”
Dat neemt niet weg dat dr. Duncan onderscheid maakt tussen christenen als het gaat om de taxatie van het sola gratia. „Rooms-katholieken en arminianen beschouwen deze dogmatische diamant bij een schemerlamp, calvinisten bekijken die onder een felle schijnwerper. Wanneer je denkt dat je als mens met je goede werken nog een bijdrage kunt leveren aan je eigen zaligheid, zoals Rome en Arminius doen, dan waardeer je Gods genade absoluut onvoldoende. Dan schittert de diamant niet”, zegt dr. Duncan.
Dat klinkt nogal scherp voor iemand die wil samenwerken met baptisten, waaronder het arminianisme leeft.
„Ik wil niet hoogmoedig zijn tegenover rooms-katholieken of arminianen. Maar op dit punt moeten we de lijnen wel scherp trekken. Meewerkende genade, zoals Rome en Arminius leren, is geen genade. Dat is een soort subsidie. Een subsidie kun je in het dagelijks leven aanvragen en wordt meestal wel toegekend als je de regels naleeft. Maar daarvoor zijn mensen doorgaans minder dankbaar dan voor onverdiende giften. Wel constateer ik dat er bij baptisten tegenwoordig ook een stroming is die de calvinistische leer van genade omarmt. Dat is moedgevend.”
Waarom benadrukte de Reformatie zo sterk het sola gratia?
„Dat was vooral omdat zij het failliet van de roomse theologie zagen. Mensen worstelden ook in die tijd met het kwaad en de zonde. En de roomse kerk bood lapmiddelen: goede werken en de aflaat. Maar die ging voorbij aan de ernst van het kwaad en miskenden daarom het karakter van de genade. Wie wil spreken over de genade, moet het vooral hebben over de diepgewortelde kwaadwilligheid van de mensen. Alleen wanneer je ervan overtuigd bent dat de mens door de zonde alleen maar kwaad is en kwaad doet, ga je de genade enigszins op waarde schatten.”
Waarom legt u daar zo de nadruk op?
„Ten eerste omdat de Bijbel dit leert. Paulus spreekt in zijn brieven over de rijkdom van de genade nadat hij de gelovigen heel nadrukkelijk erop heeft gewezen hoe zij voorheen leefden in zonden en misdaden.
Daarnaast denk ik dat het nodig is omdat veel christenen vandaag de dag wel zeggen verlost te zijn, maar nauwelijks weten waarvan ze zijn verlost. Dan is genade een leeg begrip. Ze peilen de diepte ervan niet omdat ze de diepte van de zonde niet peilen en ook niet beseffen dat daarmee een veelvormige ellendigheid samenhangt.”
Wat bedoelt u daarmee?
„Paulus schrijft in Efeze 2 dat de mens voordat hij genade kreeg, wandelde naar de geest van deze eeuw. Dat woord wandelen is veelzeggend. In de hof van Eden wandelde Adam met God. Wandelen is dagelijks omgang met elkaar hebben en genieten van elkaars aanwezigheid. Adam kende God aan de wind van de dag. Nu wandelt de mens conform zijn eigen normen en gaat hij zijn weg zonder God. Hij is bang voor God. Israël ontmoette God bij de berg Horeb niet meer in het suizen van de wind maar onder het gebulder van winden en onweersslagen.
Dat zal ook zo blijven als we geen genade ontvangen. Want we zeggen vaak dat de hel een bestaan zal zijn zonder God. Maar Hij zal er wel degelijk zijn. Hij is daar met Zijn volle toorn. Het verschil is dat Christus daar niet zal zijn. Dat is een verschrikkelijke realiteit.
Het tweede waarvan de mens moet worden verlost, is zijn verslaving aan de zonde. En het derde is zijn geestelijke dood. Hij kan echt niets meer. Zo spreekt de Bijbel erover. Daar is ook Luther achter gekomen. Hij redde het niet om zichzelf te verbeteren. Ik kan niet begrijpen dat mensen die de Bijbel grondig kennen en aanvaarden als het Woord van God en die staan in de traditie van de Reformatie denken dat we als mensen nog iets kunnen doen wat er voor God toe doet. Want dat is feitelijk wat de roomsen en de arminianen denken. In Efeze 2 spreekt Paulus tot mensen die voorheen dood waren in zonden en misdaden. Denk daar eens over na: dood. Dan is alle hoop vervlogen.
Tegen zulke mensen, die zien dat ze geestelijk uitgeteld en dood zijn, zegt Paulus: „Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde jegens ons...” Dat is het enige keerpunt in de geschiedenis dat er echt toe doet. Wie dat punt in zijn leven passeert, is een gelukkig mens. Die gaat sola gratia waarderen.”
Wat gebeurt er dan?
„Christus zegt: „Ik zal voor je zondeschuld betalen maar Ik ben ook je gids.” Hij neemt je bij de hand en breng je terug tot God. Dat is essentieel. De grote waarde van sola gratia is dat de relatie met God wordt hersteld. Het gaat niet primair om het geluk van de mens, maar om de vernieuwing van de band met God. Dat wordt vaak onvoldoende beseft. Vaak denken mensen bij genade eraan dat ze er zelf beter van worden. Maar het gaat om Gods eer.
Het probleem is wel dat elk mens tijdens zijn leven nog zo blijft hangen aan het kwaad. Paulus zegt dat het kwade ons dagelijks nabij is. Dat is ook de moeite die ik heb met mensen die denken dat met de bekering alles in één keer geregeld is. Dat is onjuist. Je krijgt vergeving van je zonde, maar je hebt ook dagelijks genade nodig. De heiliging van een christen is een genadige heiliging. Die doen mensen niet uit zichzelf, maar door Christus’ genade.”
Maar een christen moet toch goede werken doen?
„Jazeker. Dat is zijn plicht Maar hij doet dagelijks zonden. Ik kan van mezelf geen goed doen. Er is er maar Eén Die goede werken doet. Dat is Jezus Christus. Hij begint in zondaren het goede werk en maakt het af.”
Dit is het derde deel van een serie over de kernpunten van de Reformatie, die 500 jaar geleden begon. Over twee weken deel 4: sola fide (alleen door geloof). >>rd.nl/reformatie