Voor een grote groep mensen uit de gereformeerde gezindte valt de vergadering van de International Conference of Reformed Churches (ICRC) in het Canadese Jordan in de categorie ”het zal wel”. Oecumenische contacten met geestverwante kerken in andere landen en andere delen van de wereld trekken vaak maar weinig aandacht van het kerkvolk. Zelfs binnen kerkelijke vergaderingen, zoals synodes, worden rapporten van deputaten die zich bezighouden met contacten met buitenlandse kerken gezien als een dossier voor de liefhebbers.
Dat is niet alleen jammer, maar zelfs ongereformeerd te noemen. Artikel 27 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt dat de algemene christelijke kerk niet is „gelegen, gebonden of bepaald in een zekere plaats, of aan zekere personen, maar zij is verspreid en verstrooid door de gehele wereld” en „nochtans samengevoegd en verenigd zijnde met hart en wil in éénzelfden Geest, door de kracht des geloofs.” Heel concreet betekent dit dat er ook vandaag de dag elders op de wereld christenen zijn die dezelfde Naam belijden, ook al zal de vorm van het kerk-zijn niet (exact) overeenstemmen met de theologie en sfeer van eigen gemeente. Wie elders op de wereld een getrouwe kopie zoekt van zijn eigen kerkverband, komt teleurgesteld uit.
Het onderhouden van contacten met verwante kerken mag geen hobby zijn. Tegelijk zijn er grenzen. Niet alles dat zich christelijk, protestants of zelfs gereformeerd noemt, zal herkenning en verwantschap oproepen. Soms heeft dat te maken met een gevoelen, maar vaak ook met verschil in visie op Schrift en belijdenis.
Dat laatste is voor de ICRC reden geweest om de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) te schorsen als lid. Reden is het recente besluit van de GKV om vrouwen toe te laten tot kerkelijke ambten.
De schorsing is in meer dan één opzicht tragisch. Het is verdrietig dat de GKV dit besluit hebben genomen, omdat de Bijbel bepaald niet onduidelijk is over de plaats van de vrouw in de gemeente. Dat de beslissing van de GKV voor andere lidkerken van de ICRC echt een brug te ver is, is dan ook heel begrijpelijk.
Tragisch is ook dat juist de GKV geschorst zijn. De openstelling van kerkelijke ambten door andere kerken was destijds voor de vrijgemaakten reden om de Gereformeerde Oecumenische Synode te verlaten en het initiatief te nemen tot oprichting van de ICRC. Nu maken de GKV zelf de keus waartegen ze destijds protesteerden.
De schorsing is een ingrijpend besluit. Het tekent de verdeeldheid op het wereldwijde kerkelijk erf. Natuurlijk mag en moet er het gebed zijn dat de GKV tot inkeer komen. Tegen die achtergrond is te waardeeren dat afgevaardigden van de Christelijke Gereformeerde Kerken deze week gepoogd hebben het schorsingsbesluit uit te stellen om wederkeer mogelijk te maken. Tegelijk heeft zo’n uitstel het gevaar dat de weg tot geleidelijke acceptatie van het GKV-besluit wordt geopend. Dat heeft de geschiedenis wel geleerd. Bovendien mag niet worden vergeten dat schorsing geen royement is. Kerkelijk gezien is schorsing een pauze. Op hoop van inkeer.