Schorsing van GKV brengt rust in ICRC weer terug
De schorsing van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) als lid van de International Conference of Reformed Churches (ICRC) markeert een tragisch moment in de geschiedenis van de ICRC. Het betreft het oudste lid van het orgaan, zelfs een van de oprichters ervan. Maar de rust binnen de ICRC zal nu ongetwijfeld terugkeren.
De ICRC heeft zich vanaf het begin vooral ontwikkeld als een alternatieve Gereformeerde Oecumenische Raad (GOR). De koers van deze organisatie (eerst Gereformeerde Oecumenische Synode (GOS) geheten), leidde tot onvrede bij verschillende kerken, mede door het lidmaatschap van de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN). De GKV waren initiatiefnemer om de GOS te verlaten vanwege de besluiten van de GKN ten aanzien van vrouw en ambt en homoseksualiteit en om de ICRC op te richten.
Het opvallende is dat de positie van de GKV zélf nu binnen de ICRC ter discussie is komen te staan vanwege onderwerpen die zich in de jaren negentig in dezelfde regio –de Niagara-area– afspeelden rond de vrouw in het ambt in de Christian Reformed Church (CRC). De CRC was ‘nog’ niet zo ver als haar zusterkerken, de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN), die al in 1968 de ambten openstelden voor vrouwen. De CRC was een van de kerken die de North American Presbyterian and Reformed Council (Naparc) hadden opgericht. Nadat de CRC de vrouw in het ambt toeliet, besloot de Naparc in 1997 haar lidmaatschap te schorsen. Het waren vooral de Orthodox Presbyterian Church en de Reformed Church in de VS die het initiatief namen om de CRC uit de Naparc te zetten.
Het nadeel van zo’n discussie over het lidmaatschap van een oecumenische organisatie is dat het veel tijd en energie opeist. Zo zijn er veel vergaderingen van de GOR gespendeerd aan discussie over het lidmaatschap van de GKN. In 1992 ging bijna heel de vergadering van de assemblee van de GOR in Athene hieraan op. Volgens de toenmalige GOR-secretaris, dr. Richard van Houten, heeft de GOR pas na 1992 de inhoud van het woord ”oecumenisch” leren kennen. Voorheen ging het er volgens hem meer om kerken uit hun isolement te halen en met elkaar in contact te brengen –een belangrijk aandachtspunt van de ICRC–, later kwamen andere onderwerpen zoals de dialoog tussen godsdiensten in het vizier.
Vechtclub
De GOR is in de jaren negentig wel betiteld als een ‘vechtclub’. Zo zal het de ICRC niet vergaan. De rust zal ongetwijfeld terugkeren na het vertrek van de GKV. Het is wel tragisch dat de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) als enige Nederlandse kerkverband binnen de ICRC achterblijven. Andere Nederlandse kerken hebben nog geen interesse getoond in het lidmaatschap. En voor de GKV zijn er inmiddels genoeg oecumenische alternatieven om zich bij aan te sluiten.
Het is aannemelijk dat de ICRC na het vertrek van de GKV trekken van de oorspronkelijke GOR terugkrijgt. Gezien de aanwezigheid van tal van orthodoxe reformatorische kerken wereldwijd ligt daar haar kracht en kan zij ongetwijfeld voor hen veel betekenen.