In het vlakke Zeeuws-Vlaamse land zijn de sporen van de roemruchte treinverbinding Mechelen-Terneuzen zo goed als uitgewist. Spoorlijn 54, zoals de verbinding werd genoemd, was van 1871 tot 1968 in gebruik.
Een viaduct in het gehucht Schapenbout en een bescheiden monument in Axel herinneren nog aan de stoomwolken van weleer.
Ooit was de spoorlijn van de Belgische private maatschappij Société Anonyme du Chemin de Fer International de Malines à Terneuzen, kortweg M-T, een belangrijke regionale verbinding.
Deze speelde een rol bij de ontsluiting van de haven van Terneuzen. Ook gaf zij daarnaast de industrialisatie van de Kanaalzone langs het Kanaal van Gent naar Terneuzen een flinke impuls.
De in 1871 in gebruik genomen spoorlijn zorgde bovendien voor een verruiming van het afzetgebied van boeren in Zeeuws-Vlaanderen. Zij konden via de stoomtrein hun landbouwproducten goedkoop vervoeren.
Rond 1929 beleefde Spoorlijn 54 een bloeiperiode. Toen werd in Sluiskil de kunstmestfabriek Compagnie Néerlandaise de l’Azote, het huidige Yara, gebouwd. Over het spoor werden vanuit Frankrijk en België bouwmaterialen en fabrieksinstallaties aangevoerd. Ook kolen, mijnstutten, ijzererts, papierhout en wol passeerden in die jaren het station van Sluiskil.
Suikerbieten
De 81-jarige Axelaar Johan de Brouwer herinnert zich de trein nog goed. „De tram van de ZVTM, de Zeeuws-Vlaamse Tramwegmaatschappij, en de trein kruisten elkaar bij Axel. De tram moest altijd wachten tot de trein was gepasseerd. Als de tram was volgeladen met suikerbieten vielen er altijd bieten af wanneer de tram weer optrok. Als jongen nam ik er een keer een paar mee naar huis, maar moest later bij de bovenmeester komen. Iemand had gezegd dat ik suikerbieten had gestolen.”
De Brouwer: „M-T vervoerde veel landbouwproducten uit de streek, zelfs koeien en varkens. De wagons moesten dan na aankomst worden gekuist.” De Axelaar legde in de loop der jaren een flinke verzameling foto’s en knipsels aan over de spoorlijn.
„De locs wogen 24 ton”, vertelt hij. „Op het eindstation werden ze gekeerd op zo’n schijf. Wel acht man waren nodig om die schijf in beweging te krijgen. En als je als stoker met warm weer voor die open kachel moest staan en er briketten in moest gooien, allee, dat was geen pretje, hé.”
Gedwongen door financiële malaise droeg M-T de exploitatie van het Nederlandse deel van het tracé eind jaren 40 over aan de Nederlandse Spoorwegen.
De Belgische maatschappij hield in 1951 op te bestaan. Als onderdeel van NS bleef het traject nog tot 1968 in gebruik als goederenspoor, maar in 1952 maakten de laatste passagiers er gebruik van.
De Brouwer: „Toen de NS de zaak hadden overgenomen, werd ook al het materieel vervangen. Via Antwerpen brachten NS eigen locomotieven en wagons naar Zeeuws-Vlaanderen. Die van M-T moesten terug naar België.”
In het gehucht Schapenbout, onder Terneuzen, bevindt zich nog een origineel viaduct waar de treinen onderdoor reden. Naast het spoorviaduct plaatste de gemeente Terneuzen een fragment van de oorspronkelijke rails.
Bronzen kever
In Axel herinnert een monument aan de lijn Mechelen-Terneuzen: een bronzen kever op treinwieltjes op een spoor, met een wagonnetje erachter.
De Brouwer reisde een paar keer in zijn leven met de trein op het beroemde traject. „Ik zat op een heel harde, houten bank. Ik was het vijfde kind uit een gezin van negen. Mijn vader was fabrieksarbeider en ik ben op mijn 14e gaan werken. Dan reisde je natuurlijk derde klasse. Maar de cadans van zo’n trein... prachtig.”
serie Verdwenen spoor
Dit is het vijfde deel in een serie over verdwenen spoorlijnen in Nederland.