Opinie

VVD én PvdA in nieuw kabinet? Dat zou klap zijn in gezicht kiezer

Het schiet niet op met de formatie. Nee, uitzonderlijk lang duurt ze nog niet. Het punt is vooral dat er nu al een week lang weinig perspectief is welke kant het überhaupt op moet.

Hoofdredactioneel commentaar
29 May 2017 17:40Gewijzigd op 16 November 2020 10:39
PvdA-leider Asscher op weg naar informateur Schippers, beeld ANP.
PvdA-leider Asscher op weg naar informateur Schippers, beeld ANP.

Sinds D66 de ChristenUnie vorige week onvermurwbaar de deur wees, staren informateur Schippers en de fractievoorzitters verbijsterd naar het onbegaanbare mijnenveld dat voor hun voeten ligt. Die partij sluit die uit, en die partij wil niet met die regeren. Het is als op een schoolplein waar twee teams gevormd moeten worden, maar waar Jan per se niet met Piet wil en juist wel met Kees, enzovoort. Met als gevolg dat er helemaal niet gevoetbald wordt.

De laatste gespreksronde van Schippers lijkt –voor zover we nu kunnen overzien– de impasse niet te hebben doorbroken. In de gesprekken die de informateur voor het weekend met de diverse fractievoorzitters hield, viel vooral op dat zo ongeveer elk van hen zijn oude standpunt herhaalde. En dat de politici vooral naar hun collega’s wezen. Volgens Klaver moeten VVD, CDA en D66 bewegen. Volgens Rutte moet GroenLinks zich onbevangener opstellen. Enzovoort.

Zo komen we natuurlijk geen stap verder. Vooral partijen die continu beklemtonen wat ze níét willen, helpen het land bepaald niet vooruit.

Op die stelling en klacht geldt één uitzondering. Want als Asscher betoogt, en herhaalt, dat hij voor de PvdA geen rol ziet weggelegd in de nu te vormen regering, dán past ons slechts instemming en respect.

Laten we in dat geval niet gaan mopperen dat de PvdA maar niet wil bewegen en dat de sociaaldemocraten op dit moment alleen hun eigen belang dienen en het landsbelang verwaarlozen. Want dat verwijt is niet terecht.

In de eerste plaats niet omdat het maar de vraag is of de PvdA, door zich afzijdig te houden van coalitievorming, werkelijk haar eigen belang dient. Met evenveel recht valt te verdedigen dat zij dat juist niet doet. „In de oppositie heeft de PvdA niets te zoeken. Daar heeft Asscher geen enkele kans ook maar iets waar te maken van zijn ideeën, want hij komt niet meer in de publiciteit, hij komt niet meer in de media voor, niks”, betoogde de bezorgde oud-PvdA-staatssecretaris Vermeend twee weken geleden op BNR.

Maar ook vanuit democratische principes geredeneerd, valt er veel voor te zeggen de sociaaldemocraten dit keer niet bij het vormen van een kabinet te betrekken. Het is eigenlijk heel eenvoudig. Op 15 maart dit jaar heeft de kiezer gesproken. Die gaf de zittende coalitie een zware afstraffing.

Dat laatste betekent in Nederland-coalitieland natuurlijk niet dat een partij die verloren heeft per definitie niet opnieuw mag gaan regeren. Verliezers moeten soms mee formeren, omdat een meerderheidscoalitie anders niet in beeld komt. Maar een kabinet met daarin twéé verliezers –waaronder één die het grootste verlies leed dat ooit in onze parlementaire geschiedenis geleden is–, zou een klap zijn in het gezicht van de kiezer. En een bevestiging van het reeds al te sterk bestaande cynisme dat het totaal niet uitmaakt hoe je je als burger in het stemhokje uitspreekt.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer