Waarom stroom op dit moment zo duur is
Afgelopen week piekte de stroomprijs. En dat gebeurde vooral in Noordwest-Europa.
Wat doe je als het dagenlang grijs weer is: geen zonnestraaltje om het hart te verlichten en geen zuchtje wind om de grijze nevel weg te waaien? Precies, dan kijk je naar de stroomprijzen. Tenminste, als je een dynamisch energiecontract hebt.
Want op zulke grijze en windstille dagen is er nauwelijks tot geen stroom uit zon en wind. En dat betekent dat de gascentrales in Europa aan moeten om toch nog aan de vraag te voldoen. Gevolg: de stroomprijzen vliegen omhoog. Afgelopen donderdag werd de piek van dit jaar bereikt.
In Nederland en Duitsland klagen grootverbruikers van stroom al een tijdje dat de elektriciteitsprijzen zo hoog zijn. Terecht, zegt energiedeskundige Jilles van den Beukel van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Juist tijdens de piek van donderdag werden de prijsverschillen tussen Europese landen wel heel erg duidelijk.
Want terwijl stroom per megawattuur in Nederland 872,96 euro kostte, betaalden energiegebruikers in Frankrijk ‘maar’ 275 euro. In een deel van Zweden bleef de meter zelfs steken op 7,56 euro. De hoogste prijs rekenden de Denen en Duitsers af: ruim 936 euro.
De prijsverschillen worden in belangrijke mate veroorzaakt door de aanwezigheid of juist het ontbreken van hoogspanningsleidingen. Omdat Nederland en Duitsland via kabels goed verbonden zijn met bijvoorbeeld het zuiden van Noorwegen en Zweden, schoot de prijs in die Scandinavische regio’s ook omhoog.
Andere delen van Scandinavië zijn daarentegen nauwelijks verbonden via hoogspanningsleidingen. Daar bleef de prijs dus laag, vaak gewoon de kostprijs plus een beetje extra. Deze gebieden kenmerken zich door de beschikbaarheid van grote hoeveelheden groene stroom uit waterkracht. Dat de prijs in Frankrijk relatief laag bleef, heeft een andere oorzaak. In dat land zorgen kerncentrales voor een groot deel van de stroomvoorziening.
De hoge stroomprijs heeft in Zweden tot politieke ergernis geleid. De Zweedse minister van Energie is nu boos op de Duitsers. Die zouden onverantwoord energiebeleid voeren door alle kerncentrales dicht te doen. Daardoor heeft Duitsland in haar ogen onvoldoende reservecapaciteit voor donkere en windstille dagen. En dat stuwt de kosten voor Zweedse huishoudens dus omhoog.
De prijspieken ontstonden niet alleen door afwezigheid van zonlicht en windvlagen. Op dit moment zijn relatief veel gascentrales in onderhoud, schrijft de NOS. Die konden dus niet aangezet worden om extra stroom te produceren. Ook zijn er nog onvoldoende batterijen en andere manieren van stroomopslag.
Van den Beukel vindt dat mensen zich nu niet blind moeten staren op de prijspieken. Veel belangrijker zijn de gemiddelde stroomprijzen. En dan valt op dat die in Nederland en Duitsland hoger zijn dan in omringende landen, zegt hij. Voor grootverbruikers van stroom is dat steeds vaker een probleem, omdat zij concurreren op de wereldmarkt.
„Mensen moeten zich nu niet blind staren op de prijspieken, veel belangrijker zijn de gemiddelde stroomprijzen” - Jilles van den Beukel van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS)
Door de grote hoeveelheid wind- en zonneparken ontstaat bovendien langzaam een heel nieuwe markt. Eentje waarop stroom soms heel goedkoop of zelfs gratis is, maar op andere momenten prijsrecords bereikt. „Terwijl de stroomprijzen vroeger veel dichter bij de productiekosten lagen.”
Overigens komt een dynamisch stroomcontract in Nederland nog altijd relatief weinig voor. Volgens de NOS gaat het om 350.000 huishoudens, maar dat aantal groeit wel snel.