Eisen van VS aan NAVO-lidstaten zeer redelijk
De nieuwe Amerikaanse minister van Defensie, James Mattis, was woensdag bij de NAVO-top heel helder. Europa moet dieper in de buidel tasten als het gaat om de uitgaven aan defensie. Washington wil dat Europa doet wat het heeft beloofd: binnen tien jaar bedragen de defensie-uitgaven 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp).
„Het kan niet zo zijn dat de Amerikanen zich meer inzetten voor de toekomstige veiligheid van jullie kinderen dan jullie zelf doen”, zei Mattis woensdag. De Amerikanen hebben er genoeg van om 70 procent van de NAVO-kosten voor hun rekening te nemen.
Nu kan men zich opwinden over de harde en soms onvoorspelbare opstelling van de nieuwe Amerikaanse regering, maar dit dringend verzoek is redelijk. Nog meer dan Amerika heeft Europa belang bij een sterke en efficiënte NAVO. Het is daarom merkwaardig dat behalve de VS slechts 4 van de 28 lidstaten voldoen aan de afgesproken doelstelling.
Mede onder druk van het agressiever Russische optreden lijkt er verandering te komen in de opstelling van de lidstaten. Vorig jaar hebben de Europese lidstaten en Canada 3,8 procent meer uitgegeven aan defensie dan het jaar daarvoor. Dat komt in totaal neer op 10 miljard euro extra. Dat is meer dan verwacht. Maar NAVO-chef Stoltenberg zei deze week dat dit weliswaar een belangrijke stap is, maar het is nog lang niet genoeg.
Als het gaat om de defensie-uitgaven van ons land, dan zitten wij met 1,2 procent van het bbp nog fors onder het Europees gemiddelde van 1,43 procent. Dat betekent dat er een grote achterstand valt in te halen. Een extra spurt is onvermijdelijk.
De Nederlandse regering heeft bij monde van minister Hennis van Defensie erkend dat de eis van Amerika gerechtvaardigd is. Vorig jaar heeft ze in het meerjarenperspectief gezegd zich voorlopig te richten op het Europees gemiddelde. Dat betekent dat er de komende jaren steeds 2,5 miljard extra bij moet. Dat is fors. De defensiebegroting zal stijgen van ruim 8 miljard naar 10,5 miljard.
De toezegging van de Nederlandse regering is echter nog geen garantie dat dit werkelijk gaat gebeuren. Belangrijk is hetgeen er na de komende verkiezingen wordt besloten. Verschillende partijen, waaronder de PVV en de SP, twijfelen of de afgesproken norm van 2 procent in 2024 inderdaad wel noodzakelijk is.
In de achterliggende jaren zijn bij de formatie van verschillende kabinetten de uitgaven voor defensie min of meer speelbal geweest. De een wilde een onsje meer, de ander een pondje minder. Veelal kwam er uit dat er op dat departement wel weer wat bezuinigd kon worden. Niet alleen de slechte economische omstandigheden waren daar debet aan. Na de val van de Muur was het geloof ook sterk dat de wereld militaire conflicten wel bespaard zouden blijven. Inmiddels is duidelijk dat er vanuit verschillende kampen een forse dreiging uitgaat. Het is dus zaak dat een nieuwe regering defensie niet ziet als sluitpost, maar als speerpunt. Niet zozeer om de Amerikanen tegemoet te komen, maar vooral vanwege het belang van de eigen veiligheid.