Kerk & religie

Ds. Oussoren: Apocriefen interessant, maar terecht niet in canon

Een nieuwe editie van de Naardense Bijbel, uitgaven van apocriefen en een eerste begin van een integrale vertaling van de Septuaginta, de oudste Griekse vertaling van het Oude Testament. Uitgever Skandalon presenteert zaterdagmiddag in de lutherse kerk in Utrecht een aantal bijzondere uitgaven, binnen én buiten de officiële canon van de kerk.

Klaas van der Zwaag
10 February 2017 17:20Gewijzigd op 28 February 2023 15:58
Uitgaven Naardense Bijbel en anderen. beeld RD
Uitgaven Naardense Bijbel en anderen. beeld RD

De Naardense Bijbel beleeft inmiddels de twaalfde druk. Vertaler Pieter Oussoren, emeritus protestants predikant, gaat volgens een eigen methode te werk. Gelijke bronwoorden worden gelijk vertaald.

Zijn vertaling is nog letterlijker dan de Statenvertaling. Werkwoordsvormen worden waar mogelijk in de tegenwoordige tijd weergegeven om het vloeiende karakter van het Hebreeuwse werkwoord recht te doen (dus „God zegt” in plaats van: „God zei”). De godsnaam JHWH wordt weergegeven met „de Ene” in plaats van met „de Heer(e)” of „de Eeuwige.”

Voor het eerst verschijnt de Naardense Bijbel in groot formaat (met een intekenprijs tot 1 mei). Daarin zijn –in vier van de zes edities– ook opgenomen de deuterocanonieke geschriften, zoals Tobit, Judit en Makkabeeën. Het eerste exemplaar wordt morgen aangeboden aan oud-minister Ernst Hirsch Ballin.

Buitenbijbelse geschriften passen bij de huidige tijd, die belangstelling heeft voor gnostiek en new age, voor wijsheidstradities buiten de officiële kerk. Aanhangers van deze stromingen verwijten de christelijke kerk nogal eens dat zij deze niet-officiële overleveringen verdrongen heeft ten gunste van dogma’s en de orthodoxe leer.

Gooische Bijbel

In de Gooische Bijbel, die morgen gepresenteerd wordt, zijn onder meer de evangeliën van Maria Magdalena, Judas en Thomas opgenomen. „De Gooische Bijbel bevat geschriften uit de Bijbelse tijd die te wonderlijk of te onorthodox waren om geselecteerd te worden voor de Bijbel of de deuterocanonieke boeken bij het Oude Testament”, aldus de aankondiging.

Ds. Oussoren heeft de indruk dat de belangstelling voor de buitenbijbelse geschriften wat aan het wegebben is. „Maar die kan zo weer ontvlammen”, zegt hij desgevraagd. „Ik vind het besluit van de kerk om ze buiten de canon te houden van wijsheid getuigen. Ze bevatten veel ketters gedachtegoed, zoals de ontkenning van de lichamelijkheid van Jezus en een afwijzende houding ten opzichte van huwelijk en seksualiteit. Je kunt de geschriften nu in een nieuwe vertaling lezen, maar besef wel dat ze niet voor niets zijn weggegooid. De Gooische Bijbel kun je zien als een soort prullenbak, waar rijp en groen in zit. Toch zijn de geschriften vanuit historisch oogpunt interessant. Ze zijn soms fascinerend geschreven en zijn lange tijd van invloed geweest in bepaalde delen van de kerk.”

De vertaling is opnieuw van ds. Oussoren, in de stijl van de Naardense Bijbel („literair, dicht bij het origineel”), met medewerking van dr. Renate Dekker, koptoloog en egyptoloog. De titel is als volgt gemotiveerd: „De geschriften in De Gooische Bijbel liggen rondom de officiële canon, zoals Het Gooi de omgeving vormt van Naarden.”

Ds. Oussoren is ook begonnen met een integrale vertaling van de Joods-Griekse Septuaginta, de vertaling van het Oude Testament in het hellenistische Grieks. Het boek, onder de titel ”De Bijbel van Jezus”, biedt een eerste proeve (Genesis 1-13), ingeleid door prof. Pieter van der Horst, theoloog en classicus. Dr. W. Aalders heeft aan het einde van zijn leven diverse keren over de Septuagina geschreven. Hij interpreteerde deze vertaling als het middel waardoor de geschiedenis van het heil uitzicht kreeg op de volheid der heidenen en op de voleinding. De Septuaginta is voor hem dus meer dan een vertaling, zij is „een godsgeschenk voor de volkeren buiten Israël.”

Prof. Van der Horst typeert de Septuaginta als veel meer dan alleen maar de eerste Bijbelvertaling. Men leert in dit werk veel van de cultuur van de gehelleniseerde Joden in de beginfase van de dialoog tussen Jodendom en hellenisme, stelt hij. Bovendien krijgt men inzicht in allerlei na-Bijbelse Joodse exegetische tradities en denkbeelden. Hij noemt de Septuaginta van wereldhistorisch belang omdat deze al vrij snel de Bijbel van de eerste christenen is geworden, geschreven in het „Engels van de oudheid.”

Lexicon Bijbels Grieks

Tijdens de presentatie morgen is er ook aandacht voor het nieuwe tweedelige Lexicon Bijbels Grieks. Het bevat in ruim 2000 bladzijden alle Griekse woorden van de Septuaginta en het Nieuwe Testament, geschreven door Johan Murre (72) uit Middelburg. Het woordenboek geeft onder meer bij elk woord de Hebreeuwse en Aramese equivalenten.

Interessant is de levensloop van Murre. Hij was godsdienstleraar op de Christelijke Scholengemeenschap Walcheren (CSW) en begon pas in 1999 met de studie van de Bijbelse grondtalen Hebreeuws en Grieks. Vervolgens gaf hij in een leerhuis cursussen Bijbels Hebreeuws en Grieks. Uitgever Skandalon publiceerde het materiaal, waarvoor veel belangstelling was. Uiteindelijk leidde dit naar het huidige lexicon, dat vanwege zijn nauwgezetheid breed door predikanten en wetenschappers wordt gewaardeerd, aldus uitgever Albert Ronhaar. De tweede oplage is voor een belangrijk deel al verkocht. Het gaf Murre een stimulans om door te gaan en nu te beginnen met een lexicon Bijbels Hebreeuws.

Meer informatie over de presentatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Apocriefe boeken

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer