De wurgslangen boa en python en de gifslang cobra mogen als huisdier worden gehouden. Dat adviseert de Raad voor Dierenaangelegenheden aan minister van Landbouw Veerman.
De raad kijkt bij het advies alleen naar het welzijn van de dieren, niet naar de gevaren voor de mens. Pas als eventuele veiligheidsmaatregelen afbreuk doen aan de gezondheid van het dier wijst de raad het houden ervan als huisdier af. Het advies betreft bepaalde soorten boa’s, pythons en cobra’s die liefhebbers in huis mogen halen. Daar moeten wel voorwaarden voor gaan gelden, maar die zijn nog niet opgesteld. Het kan gaan om eisen aan kennis over de verzorging van de dieren, een verplichte bedenktijd bij aanschaf en certificatie van dierenwinkels.
Bepaalde soorten krokodillen, reuzenhaaien, zeeschildpadden en Mexicaanse gravende kikkers gedijen minder in een terrarium of aquarium. Daarom zijn deze dieren niet geschikt als huisdier. „Deze dieren hebben over het algemeen vreselijk veel water nodig. Dat mag je van een burger niet eisen”, zegt H. Lommers van de Raad voor Dierenaangelegenheden.
De Dierenbescherming heeft zitting in de raad, maar kan zich niet vinden in het advies. Volgens een woordvoerster mogen dieren die in het wild gevangen worden, niet als huisdier gehouden worden. „De kameleon bijvoorbeeld is heel stressgevoelig. Die schrikt al als er een soortgenoot langskomt. Bij aankomst op Schiphol is de helft al dood.”
Maar de raad heeft met wildvang bij de samenstelling van zijn lijsten geen rekening gehouden omdat hij alleen gaat over dieren die al gehouden worden en omdat dit criterium te complex was. De Dierenbescherming is niet uit de Raad voor Dierenaangelegenheden gestapt omdat ze het wel goed vindt dat er strengere regels komen. Nu mogen alleen beschermde dieren niet thuis worden gehouden.
Vorig jaar boog de raad zich al over zoogdieren en vogels. Minister Veerman liet de Tweede Kamer begin dit jaar weten geen lijst van verboden huisdieren op te stellen. Controle op het bezit van deze dieren noemde hij „zeer lastig.” Vooral dierenbezitters en handelaren moeten op dat gebied hun verantwoordelijkheid nemen. De lijsten met dieren die beter niet gehouden moeten worden, kunnen voor de sector daarbij een rol spelen.
In de Raad voor Dierenaangelegenheden zitten onder anderen diergeneeskundigen, dierenwinkels, huisdierenhouders en de Dierenbescherming.