Vonnis in zaak-Wilders kan als mild worden bestempeld
Nee, vrijspraak is het niet geworden. Maar het vonnis dat de rechtbank vrijdag velde in de kwestie van Wilders’ Marokkanen-uitspraak kan al met al toch als mild worden bestempeld. Het doet denken aan het zogeheten rechterlijk pardon waarin veel euthanasiestrafzaken in het verleden eindigden: wel schuldig, maar geen straf opgelegd. Die uitspraken bleken later het opstapje te zijn geweest naar een nog liberaler beoordeling van euthanasiekwesties, die in het tijdperk daarna gewoonlijk leidden tot ontslag van rechtsvervolging.
In wat er in Nederland over immigratie en over de multiculturele samenleving door politici en anderen gezegd kan worden, is de achterliggende decennia toch al een flinke verschuiving opgetreden. Leuzen waarvoor CD-leider Janmaat eind vorige eeuw nog geldboetes kreeg (”Wij schaffen, zodra we de mogelijkheid hebben, de multiculturele samenleving af” en ”Eigen volk eerst”), zouden heden ten dage waarschijnlijk niet meer tot veroordeling leiden.
In dat licht is het de vraag wat het vonnis van vrijdag de samenleving nu eigenlijk heeft opgeleverd. Zeker, er is een grens aangegeven. Wat in 2014 door Wilders gezegd en gedaan is, mag niet. Tenminste, als deze uitspraak in hoger beroep stand houdt.
Maar omdat dit laatste nog niet vaststaat, weten we op dit moment eigenlijk nog maar weinig. In feite is vooral herbevestigd dat ook een politicus niet alles mag zeggen wat hij denkt – maar dat wisten we al. En dat Wilders blijkbaar nét over de grens gegaan is. Was hij er ver overheen gegaan, dan zou hij immers wel een stevige boete hebben gekregen.
Maar is dat dan niet een wat schrale oogst voor een proces dat zo veel tijd, inspanning, geld en mankracht heeft gekost en waarmee de achterliggende tijd zo veel krantenkolommen zijn gevuld?
Wilders, die op de beruchte verkiezingsavond van 2014 bewust een groot risico nam, heeft in elk geval weer bewezen een politicus te zijn met een bijzonder talent voor het opzoeken van de rand, voor het genereren van aandacht en voor het aan het werk zetten van een enorme hoeveelheid juristen en ambtenaren.
Knap? Mmm, wat overheerst is toch vooral het beeld van een man die reuring op reuring veroorzaakt, maar aan constructieve en samenbindende opbouw van de samenleving geen boodschap lijkt te hebben. Een man bovendien die weliswaar een maatschappelijk probleem aankaart dat door velen als een werkelijk probleem beleefd wordt, namelijk overlast gevende jonge Marokkanen, maar die deze boodschap bewust zó vormgaf dat hij terdege kon beseffen dat er wel veel ophef over zou ontstaan, maar dat de oplossing van het probleem geen millimeter dichterbij zou komen.
Buitengewoon jammer is bovendien dat Wilders door zijn houding tijdens het proces het gezag van belangrijke instituties ondergroef en hij daardoor bijdroeg aan het almaar afbrokkelende onderlinge vertrouwen in de samenleving. Terecht betitelde de rechter het gebruik van woorden als ”neprechtbank” als uitspraken die „een vertegenwoordiger van de wetgevende macht onwaardig” zijn. Dat is een flinke tik op Wilders’ vingers.