Zwangere vrouwen en moeders met jonge kinderen die ronddolen in een provisorisch kamp aan de Grieks-Macedonische grens. Ouderling Paris Papageorgiou uit Katerini kon het niet aanzien. Begin dit jaar nam hij zes vluchtelingen in huis.
Papageorgiou, vader van vijf kinderen, was niet de enige die zijn woning openstelde voor ontheemde Syriërs. Ook andere gezinnen uit de Grieks-evangelische kerk in Katerini boden vluchtelingen tijdelijk onderdak. Ze zagen dit als hun christelijke plicht, vertellen Papageorgiou en mede-ouderling Giannes Naziridis in een bijgebouw van de kerk in de Noord-Griekse stad.
In 2011 raken gemeenteleden voor het eerst betrokken bij hulp aan vluchtelingen die via Turkije in Griekenland aankwamen. „We gaven hun eten en deden Bijbelstudie met hen”, zegt Papageorgiou. Niet iedereen is daar enthousiast over. De kerkenraad wijst de gemeente er echter op dat ze de Bijbelse opdracht heeft vluchtelingen te helpen. Naziridis: „In een aantal preken kwam dit aan de orde. Daarna nam de steun in de gemeente toe. We baden God om wijsheid voor dit werk.”
In december 2014 zitten duizenden vluchtelingen in de grensplaats Idomeni, anderhalf uur rijden van Katerini. Ze bivakkeren in tentjes of in de openlucht, totdat Macedonië hun de grens laat passeren, waarna ze verder trekken richting Noord-Europa. „Mijn vrouw zag op internet het nieuws over de vluchtelingen in Idomeni en zei: We moeten iets doen”, blikt Papageorgiou terug.
Sandwiches
De eerste keer dat hij met Naziridis het kamp in Idomeni bezoekt, blijft hem bij. „Het was koud en nat, er zaten mensen in de blubber, onder wie zieken. Verschrikkelijk. Syrische vluchtelingen waren bestolen door Afghanen en Albanezen. Er kwamen alleen lokale vrijwilligers, nog geen hulporganisaties.” Naziridis: „Het verbaasde me dat zo’n situatie zich op ruim 100 kilometer van onze stad voordeed.”
Papageorgiou weet niet goed wat hij ermee aan moet. „Ik dacht: Dit probleem is te groot voor ons.” De situatie laat de ouderlingen echter niet los. Als ze na enkele maanden terugkomen in het kamp, zitten er duizenden mensen. Inmiddels zijn er enkele hulporganisaties actief, maar de inzet van vrijwilligers blijkt zeer gewenst.
Naziridis: „In augustus vorig jaar hebben we onze ervaringen in Idomeni tijdens een kerkdienst gedeeld. Vanaf dat moment gingen we samen met andere evangelische kerken in Noord-Griekenland structureel helpen. Twee keer per week, op woensdag en zondagmiddag, trokken er vrijwilligers naar Idomeni. Ze deelden sandwiches, flesjes drinkwater, hygiënepakketten voor vrouwen en regenjassen uit.”
Behalve het verstrekken van hulpgoederen probeerden de vrijwilligers mensen te ontmoeten en spelletjes met kinderen te doen. „Soms konden we in een gesprek het goede nieuws van Jezus Christus met mensen delen”, zegt Naziridis.
Chaos
De eerste periode passeren de vluchtelingen groepsgewijs de grens. In februari sluit Macedonië de toegang tot het land, eerst voor sommige nationaliteiten, later voor iedereen. „Uiteindelijk zaten er 15.000 mensen in de regen en de kou vast in Idomeni”, zegt Papageorgiou. Naziridis: „Het was een chaos.”
De schrijnende omstandigheden van de ontheemden doen Papageorgiou en zijn vrouw, na een periode van gebed, besluiten enkele kwetsbare vluchtelingen in huis te nemen. „We ervoeren dat Christus naar ons toe kwam in de persoon van een vluchteling. Het was niet genoeg om alleen sandwiches en flesjes drinkwater te brengen. In het kamp zaten mensen in de ellende en wij sliepen in ons mooie huis.”
Samen met Naziridis gaat hij half maart weer naar Idomeni. „Ons gebed was: Laat ons alstublieft zien welke mensen het moeten zijn”, zegt Naziridis. Papageorgiou: „Ik vroeg de vluchtelingenorganisatie van de VN welke mensen het meest hulp nodig hadden. We dachten bijvoorbeeld aan een moeder met twee kinderen. De VN-organisatie zei dat ze het niet wist.”
Via Dimitris Tsoukalas uit Thessaloniki, die op dat moment al vluchtelingen in huis heeft, krijgt Papageorgiou enkele namen van kwetsbare vluchtelingen door. Zo komt hij in contact met een Syrische moeder met twee kleine kinderen. Al snel meldt er zich ook een man. „Ik vermoedde dat het de vader was, maar het bleek een ander familielid. Ik dacht: Blijkbaar is dit Gods wil, laten we hen meenemen.”
Dokter
Uiteindelijk rijden de ouderlingen met negen vluchtelingen in hun auto’s terug naar Katerini. De Syriërs krijgen op twee adressen onderdak. Papageorgiou neemt er zelf zes in huis. „Ik zei tegen hen: We kennen elkaar niet en ik heb dit nooit eerder gedaan, maar vanaf nu gaan we leren hoe we kunnen samenleven. Ik beschouwde hen als unknown relatives, onbekende familieleden.”
Het echtpaar richt het souterrain –normaal speelruimte van de kinderen– in voor de islamitische vluchtelingen. De eigen kinderen, in de leeftijd van twee tot dertien jaar, moesten wel even slikken, erkent Papageorgiou. „Maar we zeiden: „Deze mensen hebben hun huis verloren. We moeten hen helpen.” Mijn vrouw maakte kippensoep. De vluchtelingen waren geraakt toen we bij de maaltijd voor hen baden.”
Na een paar happen begint het jongste Syrische kind –nog geen twee jaar– over te geven. „Deze peuter, die in het kamp een derde van zijn gewicht was verloren, bleek ziek. De volgende dag gingen we naar de dokter en kreeg hij een antibioticakuur. Na drie, vier dagen begon het kind te lachen en ging het weer lopen.”
Boom geplant
„Mijn vrouw maakte afspraken met hen, bijvoorbeeld wanneer ze de wasmachine mochten gebruiken. We hebben veel meegemaakt, ook emotionele momenten. Zo plantten we samen een boom in onze tuin, die we de boom van vrede voor Syrië noemden. We speelden volleybal met elkaar en als we een uitstapje maakten, gingen de vluchtelingen mee. Ze werden een onderdeel van ons leven.”
Na drie maanden komt het moment dat de Syriërs vertrekken. „Het vergde op den duur best veel van ons gezin. De vermoeidheid sloeg toe. We hadden de vluchtelingen weggehaald uit onmenselijke omstandigheden. Zelf zeiden ze dat we hen hadden gered van de dood. Intussen waren ze weer gezond en aangesterkt.”
De kerk, die voor de hulp aan vluchtelingen inmiddels ondersteuning krijgt van de Nederlandse organisatie Dorcas, huurt voor de vluchtelingen een appartement in Katerini. Daar blijven ze in afwachting van hun procedure om in een ander Europees land te worden geplaatst. „Ze vinden het fijn dat ze nu dichter bij de stad zitten, zodat ze zelf boodschappen kunnen doen. Wij wonen 10 kilometer buiten Katerini.”
Het contact blijft. Toch is het afscheid na drie maanden een huis te hebben gedeeld, emotioneel. „We hebben het als een zegen ervaren dat deze mensen bij ons woonden. Toen ze naar het appartement vertrokken, zei de Syrische man tegen me: „Jullie zijn familie voor ons. We zijn broers, maar met een andere moeder.””
Dit is het tweede deel van een drieluik over vluchtelingen in Noord-Griekenland.
„Onze grootouders waren ook vluchtelingen”
De Grieks-evangelische kerk in Katerini is onderdeel van een presbyteriaans kerkverband met dertig gemeenten. De kerk in de Noord-Griekse stad ontstond in 1923, na een bevolkingsuitwisseling tussen Turkije en Griekenland waarbij de huidige landsgrenzen werden vastgesteld. Een predikant en zes ouderlingen vormen de kerkenraad. De diensten op zondagochtend en -middag worden bezocht door respectievelijk zo’n 300 en 100 mensen. Op woensdagavond is er eveneens een dienst. In de stad is de kerk onder meer actief met een voedselbank voor Grieken die lijden onder de economische crisis en voor vluchtelingen.
Hulp aan mensen die op de vlucht zijn, is allereerst een Bijbelse opdracht, zegt ouderling Paris Papageorgiou, docent geschiedenis, literatuur en filosofie. Tegelijk wijst hij erop dat de historie voor veel gemeenteleden een extra stimulans is om zich voor ontheemden in te zetten. „Rond 1921 was er oorlog tussen Griekenland en Turkije. Grieken die woonden in het Ottomaanse rijk leden onder vervolging. Mannen werden naar Centraal-Anatolië gedeporteerd, waar ze onder zware condities moesten werken.”
Vrouwen, kinderen en ouderen werden richting Syrië gestuurd. „Ze moesten honderden kilometers lopen. Sommigen stierven onderweg. Degenen die de eindbestemming bereikten, kwamen uiteindelijk in Aleppo terecht. Velen kreeg daar maandenlang onderdak bij Syrische families. Nu zeggen mensen in onze kerk: „Onze grootouders kregen als Griekse vluchtelingen uit Turkije hulp van Syriërs. Nu willen wij de Syrische vluchtelingen in Griekenland helpen.””
Bevriend met een Syrische familie
Voor Asimo Zougouridou waren vluchtelingen lange tijd niet in beeld. Totdat ze contact kreeg met een Syrische vrouw bij haar in de straat. Ondanks een taalbarrière ontstond er al snel een vriendschap tussen de twee.
Zougouridou, lid van de Grieks-evangelische kerk in Katerini, vertelt haar verhaal in een bijgebouw van de kerk. Als halverwege het gesprek Shahad binnenkomt, begroeten de twee elkaar met een hartelijke omhelzing. De Syrische vluchteling neemt plaats op een stoel naast haar Griekse vriendin en houdt haar hand vast.
Zougouridou vertelt dat ze Shahad en haar 9-jarige kleinzoon Hammoedi begin augustus op straat tegenkwam. „Ik dacht dat het vluchtelingen waren en probeerde een praatje te maken. Shahad vertelde dat ze met haar dochter en kleinzoon iets verderop woonde. De volgende dag ging ik bij hen op bezoek. Het waren aardige mensen. Ik nodigde hen bij mij thuis uit. Ook maakten we uitstapjes, naar een park en naar zee. Het is alsof Shahad en ik elkaar al van jongs af kennen.”
Shahad heeft een bewogen tijd achter de rug. Nadat haar man overleed, vluchtte ze met haar dochter en kleinzoon via Turkije naar Griekenland. Haar doel was in Duitsland asiel aan te vragen, waar haar zoon en vader eerder naartoe vluchtten. Na een paar weken in Idomeni te hebben gezeten, voor de gesloten grens met Macedonië, kreeg ze hulp van de kerk in Katerini, die nu een appartement voor haar huurt. „De mensen die ons uit Idomeni haalden, waren als engelen voor ons. Van de mensen van de kerk kregen we veel liefde, waardoor we ons weer mens voelden.”
Binnenkort vertrekt Shahad naar Duitsland. Het is een afscheid met gemengde gevoelens. „Ik ben blij dat ik mijn vader en zoon terugzie. Maar mijn dochter en kleinzoon blijven hier achter. Zij wachten nog op toestemming om naar Duitsland te gaan. Ik hoop dat ze snel kunnen komen. Mevrouw Asimo zal ik ook erg missen.”
„Ik heb al gezegd dat ze hier welkom is in de vakantie en zij heeft mij uitgenodigd om naar Duitsland te komen. We zullen zeker contact houden”, zegt Zougouridou. Shahad knikt: „Het is alsof ik mevrouw Asimo al jaren ken. Pas was ze een poosje in Londen. Ze stuurde me elke dag een bericht via Facebook. Haar liefde zal ik nooit vergeten.”
De namen van Shahad en Hammoedi zijn om veiligheidsredenen gefingeerd.
Lees ook
Griekse kerken met flesjes water present in vluchtelingenkamp Idomeni (RD, 12 september 2015)