Coalitie Mosul is bont gezelschap met uiteenlopende belangen
De strijd om het laatste IS-bolwerk in Irak is maandag losgebarsten. Dat is goed nieuws: het kwaad, in dit geval de terroristen van Islamitische Staat, moet worden bestreden. Niet-islamieten zoals christenen en jezidi’s hebben in het kalifaat van IS geen leven. Zelfs moslims die de strikte regels van IS niet naleven, hebben het niet makkelijk. Wie een gebedssessie in de moskee overslaat of zijn baard scheert kan zweepslagen krijgen. Ook economisch gaat het beroerd. De nood wordt steeds groter.
Het gevolg is dat het verzet in Mosul tegen de terreurorganisatie sterk is toegenomen. In de stad zouden vijf oppositiegroepen actief zijn. Zij hebben de bevolking opgeroepen IS-strijders te doden zodra het beleg begint. Zelfs intern rommelt het bij IS. Afgelopen vrijdag zijn er volgens persbureau Reuters 58 zogenaamde overlopers terechtgesteld.
Het offensief tegen Mosul komt niet uit de lucht vallen. Na verscheidene successen van het Iraakse leger op IS was het wachten op de bestorming van Mosul. De stad telde toen IS hem innam 2 miljoen inwoners. Inmiddels zijn dat er nog maar 1 miljoen.
In de stad zitten naar schatting 4000 tot ruim 6000 IS-strijders. In de twee jaar dat zij de stad, het oude Ninevé, in handen hebben zijn er loopgraven en tunnels aangelegd. De verwachting is dat de strijd niet in een paar dagen is geklaard, maar weken, zo niet maanden zal duren.
De inwoners zitten als ratten in de val. Ze hebben twee mogelijkheden: blijven en bloot staan aan beschietingen, of vluchten. Als ze daarbij worden gesnapt, wacht hun een zware boete of executie. Wie erin slaagt de veilige buitenwereld te bereiken wordt opgevangen in de nu al overvolle kampen.
De grote vraag is wat er na de inname van Mosul gebeurt. Het beleg van Mosul wordt in Duitse kranten vergeleken met dat van Berlijn in 1945, toen de Russische en de Amerikaanse strijdkrachten de Duitse hoofdstad wilden innemen. De twee vonden elkaar in de strijd tegen Hitler, maar dat was het dan ook. Een dergelijk bont gezelschap zien we nu rond Mosul: het Iraakse leger, gesteund door de Amerikanen, vecht samen met Koerdische strijders, sjiitische milities, regionale stammen en door Turkije getrainde militairen. Alleen IS bindt hen. Het is een coalitie van uiteenlopende belangen, en dat doet de vraag rijzen of na het verslaan van IS de strijd voorbij zal zijn.
De vrees bestaat dat de sjiitische milities zich zullen vergrijpen aan de burgers van Mosul, die vooral soennitisch zijn. In het verleden hebben de sjiieten zich schuldig gemaakt aan mensenrechtenschendingen tegen burgers in soennitische steden die door hen op IS werden veroverd.
En wat doet de Iraakse regering als die het voor het zeggen krijgt in Mosul? Sluit men de soennitische burgers van regeringsdeelname uit, zoals in het verleden is gebeurd? Dan grijpen die naar de wapens.
Het Westen moet er overigens op rekenen dat als bij de IS-strijders het water tot aan de lippen komt, ze naar het Westen als terroristen zullen terugkeren. Dat vraagt om extra veiligheidsmaatregelen, maar het mag geen reden zijn Mosul in handen van IS te laten.