Ga bij gezinsvorming de weg van vertrouwen
Ga rond anticonceptie de weg van overgave aan en vertrouwen op God, reageert dr. H. Westerman-Dannenberg.
In RD 8-10 en 11-10 stonden twee artikelen over het gebruik van de anticonceptiepil. Graag reageer ik daarop vanuit mijn persoonlijke ervaring als moeder van zes jonge kinderen en voormalig algemeen chirurg.
Wij hebben altijd voor Gods aangezicht de kinderen „laten komen zoals het komt” en we zijn daarin nooit in God beschaamd geworden. Niet dat het geen moeite kostte, want we leven in een tijd waarin er op veel vlakken een onuitgesproken maatschappelijke druk bestaat om, zoals het heet, „onze verantwoordelijkheid te nemen.” En onze gevallen natuur sluit daarbij aan, dus de druk komt ook van binnenuit. Ik denk dat veel vrouwen na het vierde of vijfde kind het idee hebben dat ze niet meer kinderen aankunnen. Ik weet zelf ook van zwangerschappen waar ik veel moeite mee had, twee miskramen en blijvende gevolgen na bevallingen.
Zelf heb ik dus ook een keer de prikpil in huis gehad, maar had er geen vrede mee. Ik heb hem weer in de prullenbak gegooid. Sinds ons zesde kind geboren is, is mijn cyclus zodanig veranderd dat ik me niet druk hoef te maken over wel of niet zwanger worden. God kent daarin mijn gedachten, ook als ik volgende maand toch weer zwanger blijk te zijn.
Verbidden
Rebekka heeft ons een prachtig voorbeeld nagelaten. Zij vroeg zich af waarom ze onvruchtbaar bleef en vroeg de Heere om raad. Laten we die plaats van gebed niet leeglaten, of we nu moeite ervaren met kinderloosheid, met kinderen met beperkingen, met te veel kinderen, of met kinderen die Vaders huis verlaten of hun eigen behoud proberen te verdienen. We leven in een gebroken wereld waarin we in het algemeen geen antwoorden krijgen op al onze vragen, maar wel over de weg die we zelf moeten gaan.
Er wordt in de artikelen gezegd dat het onze plicht is om onze gezinnen te vormen. Ik ontken niet dat hier een verantwoordelijkheid ligt, maar toch lees ik vooral van een verantwoordelijkheid voor de opvoeding, niet voor de gezinsvorming. Die is in Gods Woord toch Zijn eigen zaak. Hij brengt man en vrouw bij elkaar, kinderen zijn een erfenis van God (Ps. 127) en seksuele onthouding wordt alleen in verband gebracht met vasten en bidden (1 Kor. 7:5). Kinderen krijgen is een onverdeelde zegen: Lea kreeg er zeven, Job tien, voor zover we weten van één vrouw. Maria, de moeder van Jezus, had ook minstens zeven kinderen, want we lezen over vier broers van Jezus plus „zusters” in meervoud (Mark. 6:3). Nergens lees ik in de Bijbel dat we niet te grote gezinnen moeten krijgen, wel dat God de baarmoeder opent en sluit, om vele redenen. Soms laat Hij zich hierover ook verbidden.
De belangrijkste reden om de komst van kinderen niet tegen te houden was voor ons dat God langs deze weg Zijn Koninkrijk bouwt en dat kinderen Gods erfenis zijn. Wij kunnen toch niet voor deze erfenis bedanken? Kan God Zijn erfenis nog aan ons kwijt of moet Hij als het ware noodgedwongen uitwijken naar moslimgezinnen en vervolgens de moslims bekeren (Jes. 19) om Zijn huis vol te krijgen?
Overvraagd
Ik wil niet beweren dat het gebruik van de pil in alle gevallen verkeerd is. Maar als anticonceptie breed worden ingezet om het kindertal te reguleren, mogen we ons toch wel afvragen of dat allemaal voor Gods aangezicht gebeurt. Zorgt Hij werkelijk zo slecht voor ons, dat het zo vaak nodig is? Of is dat geen goede vraag? Als wij alles zelf willen beïnvloeden, doen we onszelf dan geen tekort, omdat we dan ook niet meer leren wat Hij doet? We hebben immers met een God te doen Die alles gemaakt heeft, Die harten van koningen neigt als waterbeken, en baarmoeders opent en sluit. Hoe kunnen we dan denken dat God onze moeite en draagkracht niet kent en ons misschien wel overvraagt met te veel kinderen?
Tegelijk geef ik toe dat Hij ons in zekere zin altijd overvraagt. Aan Zijn hand gaan we wegen waarin we in alles afhankelijk leren zijn. Want wij hebben een schat (2 Kor. 4:6) in aarden vaten, opdat de uitnemende kracht zij Godes en niet uit ons. Juist in die overgave leren mensen God kennen op een manier die ze zelf niet voor mogelijk hadden gehouden.
Hebt u geloof om de pil te gebruiken? Niemand mag u oordelen (1 Kor. 4). Maar ik wil hier graag wijzen op een andere, een heel spannende, maar nooit beschamende weg: volledig vertrouwen op God, door je eigen onmogelijkheid en tekort heen. Zoals God ons dat in een andere context ook aanraadt in Malachi 3:10: „Beproeft Mij nu daarin, zegt de HEERE der heirscharen.”
Ik ben er inmiddels van overtuigd dat God zo ook onze gezinnen wil zegenen.
De auteur is moeder en werkzaam geweest als algemeen chirurg. Klik hier voor meer artikelen over dit thema.