Praat over anticonceptiepil, maar dan wel zorgvuldig
Misbruik heft het goede gebruik van de anticonceptiepil niet op, reageert Alie Hoek-van Kooten op dr. M. Klaassen (RD 8-10).
Het artikel van dr. M. Klaassen ”Praat over de pil” is merkbaar met veel overtuiging geschreven. Tegelijkertijd is het naar mijn mening behoorlijk eenzijdig en daardoor pastoraal onzorgvuldig. Als de auteur van het artikel lezers wil waarschuwen voor seksuele verwildering, dan is dat prima. Er zijn onder de RD-lezers echter ongetwijfeld ook heel wat vrouwen (of beter: echtparen) die na veel overweging en gebed tot de conclusie zijn gekomen dat gebruik van de pil in hun situatie het beste is. Ze gebruiken de pil in het kader van gezinsvorming met een goed geweten. Het is jammer als het artikel bij hen leidt tot onnodige gewetensnood.
Dr. Klaassen is verontrust over wat hij noemt „de stilzwijgende acceptatie van de pil en aanverwante kunstmatige anticonceptie binnen de gereformeerde gezindte.” Hij verwijst naar enquêtes en geeft daarbij aan dat dergelijke onderzoeken beperkt zijn omdat ze weinig inzicht geven in de gedachtevorming van betrokkenen. Niettemin trekt hij zonder inzicht te hebben in de motieven die aan het gebruik van anticonceptiva binnen de gereformeerde gezindte ten grondslag liggen, een zeer forse conclusie: „deze ontwikkeling is, hoe dan ook, een ingrijpende verschuiving die een breuk vormt met bijna 2000 jaar christelijk denken over dit onderwerp.” Alsof er al 2000 jaar gedacht is over anticonceptiva die slechts enkele decennia bestaan. Bovendien lijkt hij er zonder meer van uit te gaan dat de gedachtevorming rond dit onderwerp bij veel echtparen wel negatief zal zijn. Waar is dit op gebaseerd?
Nog zo’n boude uitspraak: „Het beschikbaar komen van anticonceptie vormde de aanzet tot de seksuele revolutie in de jaren zestig van de vorige eeuw.” Dat is wel erg kort door de bocht. Ik denk veeleer dat de oorzaak van de seksuele revolutie erin gelegen is dat men steeds meer van God en Zijn geboden is losgeraakt en zo eigen wil en eigen begeerte tot norm heeft verheven. Een schrijnend symptoom hiervan is de vrije beschikbaarheid van abortus provocatus.
Achttien kinderen
Dr. Klaassen gaat in het artikel verder geheel voorbij aan de ingrijpende verandering in de situatie rond gezinsvorming. Gods gebod vraagt om toepassing in steeds wisselende situaties. Wie dat vergeet, wordt wettisch en gaat aan de wezenlijke bedoeling van het gebod voorbij.
Dankzij de vooruitgang op het gebied van de gezondheidszorg is de kindersterfte gelukkig enorm teruggedrongen. In de negentiende eeuw bleven niet zelden slechts twee of drie van de zeven of acht geboren kinderen in leven. Ook de moedersterfte was hoog.
Laten we verder niet vergeten dat het krijgen van kinderen ook vroeger niet alleen op edele motieven berustte. Kinderen werden nogal eens gezien als toekomstige arbeidskrachten die al jong mede voor het gezinsinkomen konden gaan zorgen én golden als oudedagsvoorziening.
Een ander aspect van de veranderde situatie is dat ouders tegenwoordig twee keer zo lang met de opvoeding bezig zijn als vroeger. Veel echtparen zijn in deze tijd bovendien druk met de vraag hoe de eindjes aan elkaar te knopen, zeker als de kinderen gaan studeren. Niet zelden lukt dat alleen als de moeder ook werkt.
De meeste echtparen worden tegenwoordig kortom gedwongen om na te denken over gezinsvorming. Als een stelletje vandaag de dag op twintigjarige leeftijd zou trouwen en het wat voortplanting betreft ”laten komen zoals het komt”, zou de gemiddelde gezinsgrootte zo’n achttien kinderen zijn. Dergelijke gezinnen tref je tegenwoordig nauwelijks meer aan. Het leert dat ook echtparen die op grond van het Woord van God positief tegenover het krijgen van kinderen staan, bewust omgaan met gezinsvorming.
Borstvoeding
Dr. Klaassen schrijft verder zonder verdere reflectie over het verschil tussen ”kunstmatige” methoden en ”natuurlijke” methoden van geboortebeperking. Hij begeeft zich hier kritiekloos in roomse vaarwateren. Dit verschil is namelijk allerminst duidelijk. Het gaat er immers bij alle methoden van anticonceptie (en daar valt ook periodieke onthouding onder) om dat de zaadcel en de eicel elkaar niet ontmoeten. De enige echt ”natuurlijke” methode is de Bijbelse methode van het geven van vele jaren intensieve borstvoeding – en dat dan niet op van tevoren vastgestelde momenten maar steeds weer als de baby erom vraagt. Dat is echter onrealistisch in onze cultuur.
Er valt op het betoog van Klaassen nog veel meer af te dingen, maar ik beperk me nu tot nog een belangrijk punt. Hij stelt dat de pil een abortieve werking heeft. Wanneer de pil regelmatig geslikt wordt, is de abortieve werking echter nihil. De pil zorgt er namelijk enerzijds voor dat er geen eisprong optreedt en anderzijds wordt het slijm in de baarmoedermond zo stug dat er geen zaadcellen doorheen kunnen. De kans op bevruchting is daarom nihil. Inderdaad wordt het baarmoederslijmvlies wat anders van structuur, maar als er geen bevruchting optreedt, is er ook geen sprake van een (remmende werking op de) innesteling.
Ten slotte, laten we de redenering van Klaassen eens toepassen op autorijden als ”onnatuurlijke voortbewegingsmethode”. Het gebruik van de auto is in strijd met de praktijk (en het denken) van ruim negentien eeuwen christendom. Jaarlijks eist dit onnatuurlijk voortbewegen 1,25 miljoen verkeersdoden in de wereld. Dit naast grote aantallen zwaargewonden. Daarnaast heeft het verkeer een erg slechte invloed op het milieu. Verder is het zo dat veel mensen doordat ze regelmatig in de auto zitten veel te weinig bewegen. Dat is slecht voor hun gezondheid. Maar heft het vele misbruik van de auto het goede gebruik dan op? Ik moet de eerste reformatorische christen nog tegenkomen die om reden van het vele misbruik en alle negatieve effecten de auto laat staan!
Ook van de pil geldt: misbruik heft het goede gebruik niet op. Laten we praten over het gebruik van de pil – openharig én zorgvuldig!
De auteur is arts en schreef verschillende boeken over huwelijk en seksualiteit. Klik hier voor meer artikelen over dit thema.