Column: Uit vertrouwen of uit angst?
Hoe denken Nederlanders over technologie in de toekomst? Dat was de vraag bij de Nationale Toekomst Monitor van de Stichting Toekomst der Techniek, een enquête die onder 1004 Nederlanders werd afgenomen en waarvan de resultaten onlangs werden gepubliceerd. Het lijkt erop dat het optimisme over de technologische ontwikkelingen, dat in de eerste decennia volgend op de Tweede Wereldoorlog enorm groot was, nu weer terug van weggeweest is. We hebben weer grote verwachtingen van techniek. Maar tegelijk zijn we niet overál blij mee.
Opmerkelijk is dat er onder de geënquêteerden meer pessimisme dan optimisme is als het gaat om de toekomstverwachting in het algemeen. Vooral de vrees voor toename van geweld wakkert het pessimisme aan. Ook zijn er zorgen over de verdere vervuiling van het milieu. Wonderlijk genoeg staat daar de overwegende verwachting tegenover dat de technologie in de komende jaren grote stappen vooruit zal zetten.
Superieur
Over de vraag of die stappen vooruit positief of negatief beoordeeld moeten worden, verschillende de meningen per technologie.
Hoop wordt gevestigd op medisch-technologische doorbraken, verduurzaming, afname van de werktijd, toename van de welvaart, meer communicatie, zuiniger transport en meer toepassingen van kunstmatige intelligentie. Minder blij zijn we met de mogelijkheid van toename van de werkeloosheid, aantasting van het milieu, afbreuk aan sociale contacten, toename van geweld door drones en andere technieken, meer privacyschendingen, een toename van de kloof tussen arm en rijk en... de vrees dat de technologie superieur zal worden aan de mens. Die laatste vrees kwam ook op aan het eind van de jaren 60. Filosofen als Jacques Ellul en Günther Anders schreven erover. Door de makers van vele sciencefictionfilms is dankbaar op dit thema ingespeeld.
Om het beeld nog wat concreter te krijgen is ook van een aantal specifieke technologieën gevraagd of men daar positief of negatief tegenover stond. Afgewezen worden: het constant monitoren met camera’s en satellieten, het verschijnen van hologrammen van gesprekspartners tijdens het bellen, computers die slimmer zijn dan mensen, vlees in de supermarkt dat in een laboratorium gekweekt is, robots in de zorg, printers waarmee je voedsel kunt printen, en medicijnen die veroudering vrijwel stopzetten. Omarmd worden: huizen die zelf hun energie produceren, elektrische auto’s, robots in het huishouden, en een chip in je lichaam die je gezondheid bewaakt. Hoewel dat in het rapport niet wordt opgemerkt, lijkt het erop dat minder mensen positief tegenover een technologie staan naarmate die verder weg in de toekomst ligt.
Opmerkelijk is ten slotte dat niet-religieuze mensen het meest positief staan tegenover de toekomstige technologische ontwikkelingen. Zij denken ook het minst na over de toekomst en hebben de minste moeite met technologieën die met het lichaam te maken hebben (genetische modificatie of chips in het lichaam).
Conservatisme
Er wordt dus zeker onder gelovigen redelijk genuanceerd gedacht over technologie. Duurzame technieken zien we graag tot verdere ontwikkeling komen, zowel in huizen als in transportmiddelen. Ook over robots is onze mening afhankelijk van de toepassing: in huis heten we ze welkom, maar in de zorg zien we ze liever niet. Heeft dat te maken met onze angst voor overheersing door de techniek? De huishoudrobot denken we wel de baas te blijven, maar bij de robotdokter zijn we daar minder zeker van.
Het zou prachtig zijn als het feit dat gelovigen minder hoop op technologie hebben zijn oorzaak heeft in het besef van vreemdelingschap en pelgrimage. Wij hoeven niet alles uit dit leven te halen, want het beste komt nog, wanneer het betere vaderland komt, de stad met fundamenten waarvan God de Architect en Bouwmeester is.
Het zou prachtig zijn, maar of het werkelijk zo is, staat nog te bezien. Het kan ook zijn dat onze terughoudendheid meer een kwestie is van conservatisme en een angst voor het onbekende. Wij doen in de praktijk volop mee met het technologisch optimisme als het gaat om ons daadwerkelijk gebruik van technische middelen. Wij mogen dan meer dan niet-gelovigen nadenken over de toekomst, het is de vraag of wij dat altijd op de goede manier doen.
Een uitdaging ligt er zeker. Ook hier hebben wij een woord voor de wereld. Wij hoeven niet te vrezen omdat we weten dat de toekomst veilig in handen ligt van het Lam. Technologie is betrekkelijk.
Prof. dr. Marc J. de Vries is bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de Technische Universiteit Delft. Reageren? rubriekforum@refdag.nl