Het geheim van het Ikazia Ziekenhuis
Zolang het Ikazia Ziekenhuis kwaliteit levert tegen een redelijke prijs hoeft het inhoudelijk niet van kleur te verschieten, verwacht bestuurder mr. R. P. D. (Rob) Kievit. De grootste bedreiging voor de identiteit is een fusie. „Daar ben ik dus geen voorstander van.”
In de torenflat van het Ikazia Ziekenhuis, ooit het onderkomen van de zusters en een enkele broeder, zijn nu de staf en de ondersteunende diensten gehuisvest. Kievit (59) heeft zijn kantoor op de eerste verdieping. Sinds 2001 geeft hij leiding aan het protestants-christelijke ziekenhuis in Rotterdam-Zuid.
De bestuurder dankt zijn titel aan het feit dat hij aanvankelijk werd uitgeloot voor medicijnen en daarom rechten ging studeren. Na afronding van deze studie begon hij alsnog aan medicijnen. „Een van mijn coschappen heb ik hier gelopen.”
Tien jaar werkte hij in het veld als verpleeghuisarts, gecombineerd met de taak van directeur. In het Ikazia Ziekenhuis houdt hij zich uitsluitend bezig met besturen. De ziekenhuisdirecteur weet zich gesteund door een managementteam van vier personen. Twee medisch specialisten (de voorzitter en de secretaris van de medische staf) zijn toegevoegd. „Formeel behoren ze niet tot het managementteam, maar in de praktijk merk je daar niets van.”
Van de specialisten is slechts een minderheid praktiserend christen. Volgens Kievit, lid van de hervormde gemeente van Mijnsheerenland, levert dat zelden spanningen op. „Mijn ervaring is dat ook de collega’s die niet naar de kerk gaan, zich thuis voelen bij onze op de Bijbel gebaseerde normen en waarden. Ze weten dat euthanasie hier niet plaatsheeft. Abortus gebeurt uitsluitend als het leven van de moeder in gevaar is of als het kind een aandoening heeft die niet verenigbaar is met leven. Ik moet dan als bestuurder persoonlijk toestemming geven. Iedereen vindt dat normaal. Het hoort bij dit ziekenhuis.”
Raad van toezicht
Naast de raad van commissarissen kent het Ikazia Ziekenhuis een raad van toezicht, waarin afgevaardigden van kerken uit de omgeving zitten hebben. Belangrijkste bevoegdheid daarvan is de officiële benoeming van een nieuwe commissaris. „De raad van commissarissen doet een voordracht, maar de raad van toezicht moet zijn fiat geven. Anders gaat de benoeming niet door.”
Als het aan Kievit ligt, blijft dat zo. „Aan het ontstaan van dit ziekenhuis ligt de protestants-christelijke levensovertuiging ten grondslag. Vanuit die identiteit zijn we gestart, en tot op de dag van vandaag wordt de cultuur erdoor gestempeld. Daar moeten we zuinig op zijn.”
Bij tal van andere protestants-christelijke ziekenhuizen ging de identiteit in korte tijd teloor. Dat dit in Ikazia niet gebeurde, verklaart de bestuurder voor een deel uit het voedingsgebied. „Dat is niet alleen Rotterdam-Zuid, maar ook de Hoeksche Waard, de Alblasserwaard en de Albrandswaard. Daar wonen veel behoudende christenen, die nog steeds op dit ziekenhuis gericht zijn. Dat horen we en je kunt het ook zien als je op de poliklinieken gaat kijken.”
Geen streepje voor
Bij vacatures hebben praktiserende christenen niet per definitie een streepje voor. Vakmatige kwaliteit staat voorop. Direct daarna komt de algehele attitude van de sollicitant. „Belangrijk is voor ons dat mensen passen binnen de cultuur van Ikazia en respect tonen voor onze identiteit. Bij het aannemen van nieuwe specialisten maak ik zelf altijd deel uit van de sollicitatiecommissie. In het algemeen honoreren we de voordracht van de maatschap. De praktijk is dat die op zoek gaat naar een nieuwe collega die past binnen het geheel van onze organisatie.”
De belangrijkste bedreiging voor de identiteit is in de optiek van Kievit het samengaan met een algemeen ziekenhuis. „Daar ben ik dus geen voorstander van. Samenwerking waardeer ik positief, maar wel met behoud van onze zelfstandige positie. Er is ook geen reden voor een fusie. We kunnen vrijwel alle specialistische zorg bieden, op een hoog niveau. Niet voor niets zijn we een opleidingsziekenhuis.”
Ook financieel is de organisatie gezond. „En wederom behoren we tot de vijftien beste werkgevers van het land. Die positie is een rechtstreeks gevolg van onze identiteit, die voor een bepaalde cultuur heeft gezorgd. Die moeten we met elkaar blijven koesteren. De identiteit is niet alleen onze bestaansgrond, maar ook ons unique selling point. Het is heel onverstandig om dat op te geven.”
Dit is het tweede deel van een tweeluik over de laatste protestants-christelijke ziekenhuizen in Nederland. Deel 1 verscheen op 17 september.
InterKerkelijke Actie Ziekenhuis In Aanbouw
De eerste ideeën voor de oprichting van een protestants-christelijk ziekenhuis in Rotterdam-Zuid ontstonden in de jaren 30 van de vorige eeuw. Na de Tweede Wereldoorlog werd de stichting InterKerkelijke Actie Ziekenhuis In Aanbouw (Ikazia) in het leven geroepen, om de benodigde gelden bijeen te brengen. Het bestuur bestond uit afgevaardigden van kerken in de regio.
Op 30 juni 1961 kon de eerste paal worden geslagen, in 1965 werd de eerste patiënt opgenomen. Op 1 oktober 1968 was de aanloopfase voorbij en had de officiële opening plaats. Het ziekenhuis kan nog steeds een beroep doen op de Stichting tot Steun Ikazia Ziekenhuis. Met gelden uit de steunstichting wordt onder meer een van de twee ziekenhuispredikanten bekostigd. De kerken in de regio zijn nog steeds bij het Ikazia Ziekenhuis betrokken via een raad van toezicht. Het ziekenhuis telt 359 bedden, heeft ruim 1700 personeelsleden (onder wie 110 specialisten) en 260 vrijwilligers.
Een liefdevolle sfeer
Lyan Verburg (46) begon in 1987 de opleiding tot A-verpleegkundige in het Ikazia Ziekenhuis. Na het behalen van haar diploma werkte ze jaren als algemeen verpleegkundige op de afdeling cardiologie. Daarna specialiseerde ze zich tot kinderverpleegkundige. „In mijn eerste jaren werd er na het ontbijt nog uit de Bijbel gelezen. Dat was een klusje dat vaak aan leerling-verpleegkundigen werd opgedragen. Ik denk dat ik Psalm 23 en Psalm 121 nog steeds uit mijn hoofd kan voordragen. Die heb ik enorm vaak gelezen.”
De verpleegkundige, lid van de PKN-gemeente in Krimpen aan den IJssel, vindt niet dat het ziekenhuis inhoudelijk is veranderd. „Op zondag is er nog steeds een kerkdienst en koren uit de omtrek komen geregeld zingen voor de patiënten. Ikazia heeft zelfs een eigen cantorij.” Wel is de context veranderd. „Een meisje uit mijn groep moest zich verantwoorden bij de verpleegkundig directeur omdat ze direct na de vooropleiding ging trouwen. Dat kun je je nu niet meer voorstellen, net zomin als Bijbellezen op zaal, maar de sfeer is nog altijd positief christelijk.”
De kinderverpleegkundige typeert Ikazia als haar „tweede thuis”, waar ze volledig zichzelf kan zijn. „In het personeelsrestaurant is het vanzelfsprekend dat ik begin voor het eten. Als ik vergeet te danken, zegt een seculiere collega: „Jij moet toch nog even uitchecken?” Dat typeert de onderlinge verhoudingen. Er is een grote verbondenheid met elkaar. Die liefdevolle sfeer vertaalt zich in oprechte interesse voor patiënten, de familie daaromheen en de collega’s. Dit is echt mijn ziekenhuis.”
De Bijbeltekst: „Mijn tijden zijn in Uw hand”, die door de verbouwing van het ziekenhuis uit beeld verdween, hangt tot genoegen van Verburg weer in de centrale gang. „Dat laat zien dat de directie zich niet schaamt voor de christelijke identiteit, hoewel tegenwoordig maar een kleine minderheid van de patiënten christen is. Op mijn afdeling tref ik meer mensen op een matje aan dan dat ik ouders zie bidden voor het eten.”
Verplegen met passie
Kenmerkend voor Ikazia is het feit dat het ziekenhuis twee eigen ziekenhuispredikanten heeft, allebei behorend tot de PKN. Voor rooms-katholieke patiënten die graag het laatste oliesel ontvangen, wordt een pastoor gevraagd. Moslims kunnen een beroep doen op een islamitische geestelijk verzorgerster die is opgeleid aan de VU.
Ds. J. A. P. Vlasblom (52) is sinds 1999 aan het Ikazia Ziekenhuis verbonden. Met zijn collega maakt hij deel uit van het psychosociaal team. „Om de week leid ik de dienst voor zo’n vijftien patiënten, van rooms-katholiek tot behoudend reformatorisch. Een enkele keer heb ik zelfs een moslim onder mijn gehoor.” Doordeweeks is hij onder meer bezig met pastoraat aan bed. „Deels op afroep, deels op advies van collega’s binnen het multidisciplinair overleg. Ik ben de enige die zonder verwijzing naar iemand toe kan stappen.”
Als voorzitter van de identiteitscommissie gaf ds. Vlasblom leiding aan het opstellen van de Identiteitsrichtingwijzer van Ikazia, waarbij alle geledingen van het ziekenhuis werden betrokken. De eerste alinea van het bondige document geeft aan dat de zorg wordt verleend vanuit het evangelie van Jezus Christus. „Een minderheid van de patiënten kiest voor dit ziekenhuis omdat ze er „lid” zijn, zoals ze het zelf noemen. Daarmee bedoelen ze dat ze donateur zijn van de Stichting tot Steun Ikazia Ziekenhuis. Een veel grotere groep geeft aan de sfeer in Ikazia warmer te vinden dan die in andere ziekenhuizen. Dat staat volgens mij niet los van het feit dat hier veel christenverpleegkundigen werken.”
Dissertatie
Vorig jaar promoveerde ds. Vlasblom op de dissertatie ”Spiritual care by nurses and the role of the chaplaincy in a general hospital.” Naar zijn overtuiging hebben patiënten recht op spirituele zorg. Bemoedigend is voor hem de omslag in Schotland, ook een geseculariseerd land. „De National Health Service kwam tot de conclusie dat in de zorg voor het welzijn van de patiënt het geestelijk welzijn moet worden meegenomen. Binnen een jaar was de spirituele zorg verankerd in de kwaliteitseisen.”
Als het aan de ziekenhuispredikant ligt, profileert Ikazia zich nog duidelijker op basis van de identiteit. „Onze vorige slogan was: ”Zorg uit overtuiging”. Die is ingewisseld voor ”Beter voor elkaar”. Dat had voor mij niet gehoeven.” Uiteindelijk zijn de verpleegkundigen voor ds. Vlasblom bepalend voor de identiteit. Zij vormen het grootste deel van het personeelsbestand en staan het dichtst bij de patiënt.
Kinderarts Kees Aleman (43) deelt die visie. „Je merkt dat veel verpleegkundigen hier de zorg nog als een soort roeping ervaren. Daardoor staan ze met meer passie in hun werk.” De hervormd-gereformeerde specialist, die naast zijn dagelijks werk theologie studeerde, heeft zitting in zowel de identiteitscommissie als de medisch-ethische commissie. Hoewel de levensbeschouwing van de leden van het laatste orgaan divers is, levert dat in de praktijk zelden spanning op. „Ook mijn niet-christelijke collega’s hebben bewust voor Ikazia gekozen, inclusief de identiteit. Ik ervaar zeker geen tweedeling.”
Moslims
Binnen Ikazia staat Aleman bekend als een arts die zijn christelijke overtuiging niet onder stoelen of banken steekt. „Ik spreek er geregeld over met collega’s en coassistenten. Ze weten dat ik mijn medisch-ethische beslissingen baseer op het Woord van God. Daar was ik ook in de neutrale ziekenhuizen waar ik heb gewerkt, duidelijk in. Het verschil is dat je in Ikazia met die opstelling de wind wat meer mee hebt.”
De kracht van het Rotterdamse ziekenhuis is voor de kinderarts dat binnen een protestants christelijke sfeer alle geledingen van de samenleving samenkomen en zich welkom voelen. „In mijn wachtkamer zitten moslima’s met hoofddoekjes, reformatorische moeders met lange rokken en Rotterdamse havenarbeiders met een Feyenoordtattoo op de arm eensgezind bij elkaar. Dat spreekt me geweldig aan.”
Op zijn eigen afdeling heeft hij veel te maken met moslimouders. „Opvallend vind ik dat ook zij waardering uiten voor Ikazia. Ze hebben het gevoel dat ze bij een ziekenhuis met een christelijke ethiek in betere handen zijn dan in een neutraal ziekenhuis. Bij de ingang van ons ziekenhuis hangt de tekst uit Psalm 31:16: „Mijn tijden zijn in Uw hand.” Dat onderschrijft ook een moslim van harte.”