Miljonair worden? Nee, een geheime formule om snel rijk te worden heeft wetenschapper Cal Newport niet. Wat hij wel biedt, is een methode om een ster te worden in je vakgebied, jezelf te ontwikkelen en je tijd nuttig te besteden: namelijk door diep werk. Oftewel: werken met aandacht in een wereld vol afleiding.
De hedendaagse kenniseconomie heeft mensen nodig die zich langere periodes ongestoord aan een taak kunnen wijden. In ”Diep werk” beschrijft Cal Newport (1982), docent theoretische informatica aan de universiteit van het Amerikaanse Georgetown, waarom dat belangrijk is en hoe je het (weer) kunt leren.
Iets groots maken, iets goeds creëren, iets wat ertoe doet en onderscheidend is op werkgebied, gaat bij mensen die met hun hoofd werken vaak gepaard met diep nadenken. Een van de grootste vijanden daarbij is afleiding. En laat de groeiende digitalisering daar nu volop in voorzien. Even de mail checken. Nog een keer de mail checken. Wacht, deze foto moet op Facebook. En wat is er op het nieuws? Ho, nu eerst vergaderen.
Mensen kunnen hun hele werkdag „als een menselijke router e-mails sturen en ontvangen”, terwijl ze het in zich hebben om in die tijd iets waardevollers neer te zetten. Zelfs bedrijven die volgens Newport beter zouden moeten weten –omdat ze producten leveren die diep denkwerk vragen– stimuleren oppervlakkig werk: door voor kantoortuinen te kiezen, door makers van belangrijke content (inhoud) te vragen om tussendoor snel tweets te leveren of voortdurend andere updates te geven van hun vorderingen.
Flarden
De aandacht van veel werknemers wordt dagelijks aan flarden gescheurd, schrijft Cal Newport. Daarmee zegt hij niets nieuws, hij citeert ook andere onderzoekers en schrijvers, maar hij tekent wel scherp de paradox: voor kenniswerkers is diepte belangrijk, en juist diepgang komt in het gedrang.
Diep werk is waardevol, zeldzaam en heeft betekenis, betoogt Newport. Onder diep werk verstaat hij: „Professionele activiteiten die het uiterste van je cognitieve vaardigheden vergen en die in een toestand van afleidingloze concentratie worden uitgevoerd. Die pogingen scheppen nieuwe waarden, verbeteren je vaardigheden en zijn moeilijk te herhalen.”
Daartegenover staat oppervlakkig werk: „Cognitief niet-veeleisende, logistiek gerichte taken, vaak met afleiding uitgevoerd. Deze taken scheppen meestal niet veel nieuwe waarden en zijn eenvoudig na te doen.” Dat laatste is gemakkelijker, met zichtbaarder resultaten op korte termijn. Begrijpelijk, maar als die taken bijna de hele dag in beslag gaan nemen, komt er voor een groeiende groep werknemers iets ernstigs om de hoek: „Wie zich maar vaak genoeg in een toestand van gespannen oppervlakkigheid bevindt, is langzaam maar zeker niet eens meer tot diep werk in staat.” Afleidingen putten de wilskracht uit. Wilskracht is eindig, net als aandacht.
Om het allerbeste te maken wat je kunt –of je nu computerprogrammeur, schrijver, ondernemer of marketeer bent– is concentratie nodig, stelt Newport. Wie middelmatig blijft, wordt als werknemer gemakkelijk inwisselbaar.
Tijd vrijmaken
De ondertitel van ”Diep werk” luidt ”Werken met aandacht in een wereld vol afleiding”. Een andere bestseller van dit jaar gaat ook al over een volle wereld: ”Nooit meer te druk. Een opgeruimd hoofd in een overvolle wereld” van Tony Crabbe. Net als Crabbe wijst Newport op het belang van lege tijd en van keuzes maken. Beiden verwijzen in hun boek naar de ”Getting things done”-methode van productiviteitsgoeroe David Allen, met als rode raad de les: parkeer losse eindjes (zoals nog uit te voeren taken) in een systeem, zo concreet mogelijk, zodat ze uit je hoofd zijn.
Crabbe stelt dat tijdmanagement niet helpt als je to-do-lijst gewoon te lang is; dagen worden alleen maar gefragmenteerder. Newport adviseert wel een stevig schema om dingen voor elkaar te krijgen. Daarbinnen zitten „internetblokken”, momenten waarop je internet op gaat – en dus ook momenten waarop je absoluut offline bent. Volgens hem kan dat zelfs werken voor mensen die urenlang online moeten zijn en snel op e-mails moeten reageren. Hij zegt: „Maak voor elke minuut van de dag een plan.”
Diep werk moet je dus inplannen; je moet er tijd voor vrijmaken. Door ondiepe verplichtingen tot een minimum te beperken. Liefst: te elimineren. Newport doet drastische voorstellen. Een van de hoofdstukken heet bijvoorbeeld ”Stop met sociale media”. Bij nader inzien blijkt zijn boodschap iets genuanceerder: kijk of je netwerktools zoals Facebook, Twitter of Instagram echt nodig hebt. Ze versnipperen namelijk je tijd, zijn verslavend en tasten het vermogen tot concentreren aan. Zie ze als gereedschap, schrijft Newport. Bedenk allereerst wat je doelen zijn en bekijk dan welk gereedschap daarbij hoort – zoals de hoefsmid met zorg zijn hamer kiest en de schilder zijn penseel. Zijn de voordelen écht groter dan de nadelen? Meestal niet, stelt Newport. Neem dan afscheid van de overbodige netwerken. Tijd kun je maar één keer besteden.
Newport kan uiteraard niet om e-mail heen, „een oppervlakkige activiteit bij uitstek, die een buitengewoon geniepige greep heeft op de aandacht van de kenniswerker.” Want: „Langs die weg ontvangt hij een gestaag aanbod van specifiek aan hem gerichte afleidingen.” Maar ook daar kunnen we veel slimmer mee omgaan. Newport kent geleerden die op een e-mailtje als dit niet eens zouden antwoorden: „Dag professor, ik wil graag een keer langskomen om over [onderwerp x] te praten. Kan dat?” Van de ontvanger vraagt het fatsoenlijk beantwoorden van zo’n e-mail meer tijd dan de verzender aan het opstellen ervan heeft besteed. Newports tip: Durf gewoon eens niet te antwoorden; laat de verzender maar meer moeite doen. En: wees zelf bij het versturen van een mail zo procesgericht mogelijk. Plus: word moeilijker bereikbaar.
Hard werken
Newports boodschap is niet dat oppervlakkig werk moet verdwijnen, dat kan ook niet, maar dat diep werk weer kansen moet krijgen. Wat het resultaat van concentratie, een strakke planning, heldere keuzes en daardoor productieve werkdagen kan zijn, bewijst zijn eigen werk: Newport heeft vijf boeken op zijn naam staan en schreef ook nog allerlei wetenschappelijke artikelen. Toch eindigt zijn werkdag om halfzes en had hij tijdens het schrijven van ”Diep werk” een kind van twee jaar. En intussen is hij ‘gewoon’ een dertiger.
Diep werken is hard werken, zegt hij eerlijk. Het vraagt stevige keuzes. Je moet uit je comfortzone stappen, angsten en drempels overwinnen. „Elke poging het uiterste uit jezelf te halen, kan tot de confronterende conclusie leiden dat jouw best (nog) niet zo goed is.” Misschien is een gesprek nodig met de leidinggevende om ruimte te creëren voor diep werk – is die ruimte er niet, zoek dan een baan waar die wél is, adviseert Newport nuchter.
Newports boek stemt tot nadenken. Lang niet alles is voor elke werknemer haalbaar of nodig. „Diep werk is beslist niet de enige waardevolle vaardigheid in onze economie en mensen kunnen best goed functioneren zonder dat ze zich dat eigen maken”, stelt hij. Maar, waarschuwt hij, de plekken waar ze nog rustig op de oude voet verder kunnen gaan, „worden gestaag schaarser.”
Rust
Wat wel voor elk werkend mens de moeite waard is: weer eens stil te staan bij wat nu de bedoeling en betekenis is van het dagelijks werk, en wellicht sommige zaken opgeven zodat de echt belangrijke beter uit de verf komen. Diep werken leert je je tijd nuttig te besteden. Waardoor je ook tijd overhoudt voor familie, vrienden en gezin. En kunt „ervaren wat het betekent om te leven in plaats van te bestaan.”
Newport brengt die boodschap in zijn boek gestructureerd over. Hij bouwt zijn betoog helder op: eerst vertelt hij wat hij wil aantonen, vervolgens legt hij dat begrijpelijk uit en daarna vat hij zijn verhaal samen. Zijn toon is eerlijk en nuchter. De tips die hij aanreikt om diep werk onder de knie te krijgen, zijn realistisch, praktisch en voor iedereen bruikbaar.
Op bladzijde 88 schrijft hij iets moois: „Je hoeft geen verheven werk te hebben, je moet je werk op een verheven manier aanpakken” – wat Ben Tiggelaar eerder dit jaar ook betoogde in ”Mooi werk”, het essay voor de Maand van de Spiritualiteit. „Stop met streven naar meer!” schrijft Tony Crabbe in ”Nooit meer te druk”. Het hangt in de lucht, bij invloedrijke auteurs van managementboeken: betekenis is belangrijker dan bezit, of dan slaafs volgen wat iedereen doet.
Bij Newport zijn de redenen voor diep werk vaak wel vrij horizontaal: hij motiveert de keus daarvoor met zaken zoals slagen in het leven, meer verdienen, de top bereiken, een miljardenindustrie van de grond krijgen. In elk geval: dat is voor hem dan het gevolg ervan. Voor een christen is het doel nog hoger, rijker, betekenisvoller en nuttiger: al het werk –wat het ook is, hoe klein of groot– zou moeten dienen tot Gods eer, en gebeuren in dienst van Zijn Koninkrijk. Dat doel biedt tegelijk meer rust, want het hangt dan niet allemaal van jou af hoe het gaat.
Rust zit er in de boeken van Crabbe en Tiggelaar overigens ook meer dan in het boek van Newport – want een klein beetje moe kun je wel worden, van diens streven naar zo’n grote concentratie.
----
Ik ben er niet
Adam Grant is een topwetenschapper in de VS die in 2012 en 2013 een indrukwekkend aantal artikelen publiceerde, een boek schreef en docent was. Een van de geheimen van zijn productiviteit is dat hij lange periodes van ongestoord werken inlast, schrijft Cal Newport in ”Diep werk”. In bepaalde periodes staat Grants deur open voor studenten en andere docenten; op andere momenten zet hij zijn afwezigheidsassistent in de mailbox aan om aan een artikel te werken. Newport schrijft: „„Dat is voor collega’s soms wel verwarrend”, legde hij me uit. „Die zeggen dan: „Maar je bent toch gewoon op je werk? Ik zie je nota bene zitten!” Voor Grant is het echter essentieel dat hij zijn isolement volhoudt tot hij de taak heeft afgerond die hij zichzelf had gesteld.”
----
Boekgegevens
”Diep werk. Werken met aandacht in een wereld vol afleiding”, Cal Newport; uitg. Business Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2016; ISBN 978 90 470 0932 0; 268 blz., € 19,99.