Meditatie: Beproevingen
Psalm 119:71
„Het is mij goed dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde.”
Wanneer de dingen zo bestuurd worden om arme zielen te brengen in hun druk en ellende, opdat ze tot de Heere komen met een kinderlijk gemoed, zijn die dingen inderdaad zegeningen. Het is **** een zegen als we gebracht mogen worden om te zien dat deze beproevingen en verdrukkingen zijn tot Zijn eer en heerlijkheid. Toen David deze les geleerd had, zei hij: Het is mij goed dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde. Wonderlijk, zult u zeggen. Waarom wonderlijk? Kon hij Gods inzettingen leren door er slechts over te horen spreken, zoals de Heere bij Israël deed als Hij het uit Egypte bracht en door de woestijn voerde en in het land Kanaän leidde? David leerde Gods inzettingen, rechten en wetten die hem van zijn God en Vader gegeven waren. Nimmer zou hij die uit zichzelf leren, zelfs niet in zware verdrukkingen en beproevingen; maar de Heere was het Die ze heiligde en ze als goud voortbracht, zevenmaal gelouterd in het vuur, en dat maakten ze voor zijn **** ziel nuttig. Weet u waarom de Heere verklaart (Zacharia 13:9): „Ik zal het derde deel in het vuur brengen en Ik zal het louteren, gelijk men zilver loutert en Ik zal het beproeven, gelijk men goud beproeft; het zal Mijn Naam aanroepen en Ik zal het verhoren; Ik zal zeggen: Het is Mijn volk…”?
_John Warburton,
predikant te Trowbridge
(”Preek over Hooglied 2:16b”, uitgave 1976)_