Koninklijk Huis
Zeven bastions rond Willemstad

Koning Willem-Alexander is niet voor niets ”Heer van Willemstad.” Dat het onbeduidende dorpje Ruigen­hil uitgroeide tot een vesting, was aan zijn voorgeslacht te danken. De bewijzen staan eeuwen later nog fier overeind.

L. Vogelaar
14 July 2016 20:23Gewijzigd op 16 November 2020 05:04
Achtkantige Koepelkerk in Willemstad. beeld Sjaak Verboom
Achtkantige Koepelkerk in Willemstad. beeld Sjaak Verboom

Een grindpad langs een muur op een smal dijkje biedt voetgangers toegang tot het stadje aan het Hollands Diep. Het eerste deel van de 2,8 kilometer lange wandeling loopt ”bovenwals”, over de bastions Gelderland, Holland en Friesland. Bunkers onder geboomte herinneren aan de Tweede Wereldoorlog. Net buiten de vesting ligt een ere­begraafplaats voor de Belgen die in 1940 op Nederlands grond­gebied omkwamen. De meesten van hen waren krijgsgevangene en verdronken toen hun schip bij Willemstad op een mijn liep.

Eeuwen eerder al zag prins Willem van Oranje de strategische waarde van deze plek in. Hij kreeg het gebied, dat toen nog maar pas was ingepolderd, in 1581 als compensatie voor bezittingen die hij door de strijd met Spanje was kwijtgeraakt. De stadhouder liet Ruigenhil versterken. Zijn zoon Maurits verhief het vlek tot stad en noemde die naar zijn vader. Maurits liet de vesting uitbreiden tot zijn huidige vorm: een zevenpuntige ster. De bastions werden genoemd naar een van de zeven provinciën die zich hadden verenigd in de strijd tegen Spanje.

Mauritshuis en Koepelkerk

Via een houten trap gaat het de wal af, het stadje in. Aan de Hofstraat staat het Mauritshuis. Prins Maurits liet het in 1623 als Princehof bouwen. Vanaf 1973 deed het dienst als stadhuis, tot Willemstad in 1997 opging in de gemeente Moerdijk. Nu zit museum De Heemkundezolder er.

Op verschillende huizen prijkt het stadswapen, met de woorden ”Fortitudo Mea Deus”: Want Gij zijt de God mijner sterkte (Psalm 43:2).

Aan de Kerkring staat de eerste kerk die in de Noordelijke Neder­landen voor de protestantse eredienst werd gebouwd. De Koepel­kerk (uit 1607) is grotendeels aan het zicht onttrokken door de bomen op het kerkhof. Het is een van de vele gebouwen in Willemstad die gedeeltelijk door prins Maurits betaald zijn. Hij stelde wel een voorwaarde: de kerk moest in een ronde of achtkantige vorm worden gebouwd. Het werd een achtkant.

Een gedenksteen boven de ingang herinnert aan de restauratie van 1791. ’s Zaterdagsmiddags kan het bedehuis worden bezichtigd en biedt de toren een weids uitzicht op het Brabantse land en op de Zuid-Hollandse eilanden aan de overkant van Hollands Diep en Volkerak.

d’ Orangemolen

Twee bomenrijen delen de Voorstraat doormidden. Aan het eind staat links het Raadhuis uit 1587, ook voor een deel door Maurits gefinancierd. Rechtsaf is er de keuze tussen Bovenkade en Beneden­kade. Beide komen uit bij d’ Orange­molen uit 1734. Ernaast is een prachtige tuin aangelegd tegen de helling van bastion Groningen.

Het bastion biedt een weids uitzicht op de Hoeksche Waard, de jachthavens rond het stadje en het Arsenaal, in 1793 gebouwd als opslagplaats voor wapentuig. De historie ligt hier voor het oprapen.

zomerserie ’s Konings titels

Dit is het tweede deel in een serie over de titels van koning Willem-Alexander.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Koningstitels

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer