Zeeuwse agent na incident op strand: Ik ben enorm kwaad
Het incident vrijdagavond met een 15-jarige Duitse jongen die met een nepwapen omstanders de stuipen op het lijf joeg, is ook de Zeeuwse politie niet in de koude kleren gaan zitten.

Een van de agenten beschrijft zaterdag op Facebook over het incident op het strand bij Westkapelle. Een RD-verslaggever was vrijdagavond getuige van het voorval.
De agent geeft weer wat hij dacht toen de melding over een man met een wapen binnen kwam. „In ons gebied wordt veel gejaagd. Mag dat nu? Is het een jager? Is het een kind met een nepwapen? De mariniers zijn aan het oefenen. Spelen die een casus die gezien is door omstanders? Alle alarmbellen gaan af. Niet alleen in je hoofd maar ook in de auto. De zwaailichten en sirene gaan aan en we rijden met spoed in de richting van de meldingslokatie. Inmiddels horen we dat er meerdere eenheden met ons mee gaan rijden. We krijgen meer info. Er bellen meerdere mensen met 112 die de man hebben gezien.”
Na enige tijd gaat de sirene weer uit. „Dit om de verdachte niet voor onze komst te waarschuwen. Op ruime afstand in de polder stoppen we om onze zware vesten aan te trekken. Het tweede voertuig rijdt op een aantal minuten achter ons. We besluiten door te rijden naar de onderkant van de duinen. Op de duinen zien we een aantal mensen geknield zitten. Wij zien niet wat zij zien, maar we zien aan de mensen dat er iets goed mis is. Ik open mijn raam om te horen wat er buiten gebeurt. Gelukkig hoor ik niets geks. Er komt een auto van de dijk naar beneden gereden. De bestuurster lijkt onder de indruk. „Zoekt u naar de man met het geweer?Hij loopt bij het strand.” Voorzichtig rijden we naar boven. Een hoop mensen zwaaien. We rijden in hun richting. Allemaal spreken ze over een man met een groot automatisch vuurwapen, in een camouflagebroek en een bivakmuts. Hij zou verderop lopen. We rijden nog een stukje verder. Mensen houden zich schuil achter voertuigen en zijn zichtbaar onder de indruk.”
Foute grap
De agent is gespannen. „Mijn adrenaline-level zit tegen het plafond van de dienstauto. Een man met een wapen? Hier op de Zeedijk in Westkapelle? Waarom? Met de gebeurtenissen van Dallas en ander terrorisme in mijn achterhoofd rijden we verder. Gezien de ontwikkelingen vinden we dat we niet kunnen wachten op de overige collega’s. Wat wil deze man bereiken? Er is nog niet geschoten. Hij loopt de hele tijd met een lang wapen. Wacht hij op ons? Is dit een enorm foute grap? En dat in deze tijd. Hoe stom kan je dan zijn?”
De politieman ziet vanachter een camper twee personen te voorschijn komen. „Dat is ’m! Hij heeft zelfs de bivakmuts nog op. Langs zijn lichaam hangt het wapen. Het is een flink wapen. Ik zie niet precies wat voor soort het is. Meteen stop ik het dienstvoertuig. We openen de deuren van de auto. We trekken allebei ons vuurwapen en richten dat op de man. Met de megafoon roep ik dat beide mannen moeten blijven staan en dat ze hun handen omhoog moeten houden. Ik roep dat bij elke verdachte beweging geschoten wordt. We krijgen de indruk dat de man zonder bivakmuts bij de man met het wapen hoort. We laten de beide mannen op afstand van elkaar knielen. Zodat ze niet met elkaar kunnen praten, of zaken over kunnen geven.”
Een ventje
Dan arriveert een tweede politiewagen. „Samen laten we de man met het vuurwapen opstaan. Met de megafoon praten we hem naar ons toe. We laten hem vlak bij ons dienstvoertuig weer knielen. Met getrokken wapen lopen we op hem af. Ik berg mijn wapen en pak de hand van de verdachte stevig vast, zodat hij niet bij zijn wapen kan. Mijn collega heeft zijn andere hand vast en begint met het boeien van de man. Ik til het wapen van zijn schouder. Ik kijk goed naar het vuurwapen. De houder lijkt van plastic. Zou het dan een nepwapen wezen? Ja hoor. Het is nep. Maar gewoon van staal en met alle opties niet van echt te onderscheiden. Mijn collega trekt de bivakmuts van de man zijn hoofd. Dan schrik ik. De man is geen man, maar een ventje. Ik schat in dat hij 12 tot 14 jaar oud is. Hij bleek later 15 te zijn. Heb ik daar mijn vuurwapen op gericht?”
Drie wapens
De agent voelt boosheid bij hem opkomen. „ Ik voel van alles in mij opkomen. Ik ben opgelucht, maar daarnaast enorm kwaad. Ik heb een kind met een nepvuurwapen onder schot gehouden die gekleed was als militair/terrorist. Hoe kan je dit in deze tijd doen? De moeder van de jongen komt aangelopen en probeert een uitleg te geven. Ik probeer met de moeder en haar vriend te praten, maar ik merk dat mijn monoloog aan Duitse krachttermen geen goed doen aan de situatie. Ik laat het gesprek verder over aan een collega.”
Er worden nog drie wapens in de caravan gevonden. „Allemaal imitatie of luchtdruk.”
Op Facebook sluit de agent zijn verhaal af met een oproep: „Imitatievuurwapens kunnen echt niet! Het is strafbaar gesteld in de Wet Wapens en Munitie. Wat in het buitenland vrij te koop is, is hier streng verboden. En we gaan er serieus mee om!”