Opinie

Hoop op herstel van Israël is Bijbels

De Bijbel geeft wel degelijk reden om te geloven in een toekomstig herstel van Israël, reageert ds. Willem J. J. Glashouwer op ds. W. de Bruin (RD 4-4).

ds. Willem J. J. Glashouwer
9 April 2016 09:55Gewijzigd op 16 November 2020 02:45
beeld ANP, Robert Vos
beeld ANP, Robert Vos

Mogelijk heeft u weleens een preek gehoord over het visioen van de dorre doodsbeenderen (Ezech. 37). Grote kans dat het gedeelte werd uitgelegd als een visioen over de opstanding der doden aan het einde der tijden óf als een beeld van de wedergeboorte waarbij de Heilige Geest nieuw geestelijk leven werkt.

In diezelfde preken zal misschien ook gezegd zijn: „Wat een domme vraag van die discipelen in Handelingen 1:6: „Heere, herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israël?” Ze zouden toch beter moeten weten! Het Koninkrijk van Jezus is een geestelijk Koninkrijk en is nu!”

Maar de discipelen zouden wel buitengewoon dom zijn –of de uit de doden opgestane Heere Jezus een heel slechte leraar– als Hij na Zijn Opstanding uit de doden veertig dagen lang aan hen verschijnt en met hen spreekt over het Koninkrijk Gods… en ze het dan nóg niet begrijpen!

Zowel de ”wederopstanding des vleses” (Apostolische Geloofsbelijdenis) als de wedergeboorte zijn werkelijkheden die de Heilige Geest voltrekt en eenmaal zal voltrekken. Maar daarover gaat het niet in Ezechiël 37. Het gaat daar om het nationaal herstel van Israël, opkomend uit de ‘graven’ der volkeren waar ze bijna 2000 jaar ‘begraven’ waren.

Er staat: „Zo zegt de Heere Heere: Zie, Ik zal uw graven openen en Ik zal u uit uw graven doen oprijzen, Mijn volk, en Ik zal u brengen in het land van Israël.” We zien dat wonder, die ‘opstanding’, al meer dan honderd jaar voor onze ogen plaatsvinden.

Nee, de enige vraag die er voor de discipelen overbleef, was deze: „Gaat dat nú gebeuren, dat Koninkrijk voor Israël?” En de Heere Jezus zegt alleen: Nóg niet. Eerst moeten jullie Mijn getuige zijn tot de einden der aarde. Daarna zal de Zoon des mensen in grote macht en majesteit verschijnen om Zijn Koninkrijk op te richten. Hij zal zitten op de troon van Zijn vader David en heersen te midden van Jakob (Israël). Wanneer Jezus aan de aarde teruggegeven zal worden om te zitten op de troon van Zijn vader David weet de Allerhoogste alleen (Hand. 1:6-8).

Er staat in Ezechiël 37 zelfs: „En Mijn knecht David zal koning over hen wezen; één herder zal er voor hen allen zijn.” Toen de profeet dit schreef, was koning David al eeuwen gestorven. Maar de grote Zoon van David zou eenmaal komen om het verbond dat de Allerhoogste met David gesloten had, in vervulling te doen gaan.

Eerst het heil naar de heidenen, daarna heerlijkheid voor het volk Israël. We zijn er bijna. We zijn bijna zover! Het heil, de verkondiging van het Evangelie, gaat uit naar alle volkeren en Israël keert terug naar huis.

Tekenen

In Zijn grote eindtijdrede noemt de Heere Jezus tekenen die wijzen op de tijd van Zijn wederkomst. Veel van deze tekenen, zoals oorlogen, aardbevingen, ziekten en honger, zijn op kleinere schaal al eeuwenlang aan de orde. Maar in onze dagen is er een spectaculaire groei zichtbaar.

In de vorige eeuw zijn er bij oorlogen meer mensen omgekomen dan in alle eeuwen daarvoor bij elkaar opgeteld. Valse profeten hebben in de afgelopen honderd jaar meer slachtoffers gemaakt dan ooit tevoren. Denk maar aan Hitlers nationaalsocialisme, dat 6 miljoen Joden het leven kostte. Denk aan de tientallen miljoenen slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Of aan Stalins communisme, dat tientallen miljoenen mensen het leven kostte, waaronder zeer veel christenen en Joden. Of Mao Zedongs schrikbewind. En Cambodja, Rwanda en…

Twee tekenen zien we nu gebeuren. Dat zijn tekenen die wijzen op de spoedige wederkomst van de Messias. Tekenen die niet eerder in de geschiedenis voorkwamen.

Het eerste teken is de wereldwijde verkondiging van het Evangelie aan alle volkeren. Let op, er staat niet: aan alle individuen. Dit teken gaat in onze dagen in vervulling. Na de grote zendingseeuw, de negentiende eeuw, werd in de twintigste en wordt nu in de eenentwintigste eeuw het Evangelie wereldwijd verkondigd via moderne communicatiemiddelen: satelliet, internet, radio- en televisiezenders. Dat gebeurt in nagenoeg alle talen en is gericht op alle volken.

Het tweede teken is het opnieuw tot leven komen van Israël. Als je dat ziet gebeuren, moet je weten dat het Koninkrijk van God voor de deur staat. En ook dat zien we al meer dan een eeuw voor onze ogen gebeuren. Israël keert terug naar het beloofde land. De Heere brengt de Joden thuis. Waarom? Omdat Hij ze daar, in Israël, in Jeruzalem, wil ontmoeten bij Zijn wederkomst. Daarom brengt Hij de Joden thuis.

Als Christenen voor Israël helpen wij Joden bij hun terugkeer naar Israël. In alle liefde, bewogenheid en ootmoed. We pretenderen hiermee niet ook maar iets te kunnen forceren of afdwingen. Uiteindelijk is het namelijk de Almachtige Die Zijn beloften vervult.

Straks zal Hij Zich door Zijn Geest aan Zijn broeders openbaren, zoals Jozef deed aan zijn broers in Egypte. De wederkomst van Christus komt snel dichterbij.

De auteur is president van Christenen voor Israël Internationaal.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer