Leidinggevende moet pal staan voor zijn mensen
Het is belangrijk dat een leidinggevende in het onderwijs een hitteschild vormt voor degenen voor wie hij verantwoordelijkheid draagt, betoogt drs. Theo van Iperen.
Het is goed dat er bewustwording op gang komt over het dreigende directeurentekort in het basisonderwijs. Diverse belangrijke aspecten kwamen in de afgelopen weken in deze krant aan de orde (RD 27-2, 2-3 en 10-3). Twee zaken zijn echter nog niet belicht en deze voeg ik graag toe.
Allereerst betreft dat de ontwikkeling naar ”good governance” die op steeds meer scholen concreet vorm krijgt. We bedoelen dan de ontwikkeling naar een professionele organisatiestructuur met een toezichthoudend orgaan, een bestuursorgaan en een directieorgaan. Deze structuur is mogelijk in een aantal varianten.
Naar mijn overtuiging is er onvoldoende aandacht voor de moeilijkheid van de ‘vakken’ toezicht houden en besturen. Van een toezichthouder en bestuurder wordt verwacht dat hij op afstand bestuurt en toezicht houdt op basis van een managementrapportage. Anderzijds is het noodzakelijk dat hij feeling heeft met de organisatie, en dit gaat verder dan door de directie gepresenteerde cijfers en feiten.
Het evenwicht tussen afstand houden en betrokkenheid tonen is in de praktijk echter moeilijk te vinden. Het gevaar dreigt dat bestuurders en toezichthouders zich gaan bemoeien met dingen die op het bordje van een ander liggen. Mensen die zich niet van dit spanningsveld bewust zijn, zouden mijns inziens geen toezichthouder of bestuurder moeten kunnen worden. Ik pleit daarom voor een stevig toelatingsbeleid voor deze functies.
Wellicht is het een idee dat Driestar educatief en VGS een korte post-hbo-opleiding hiervoor starten. Hierdoor is het mogelijk dat we de komende jaren zowel voldoende als bekwame toezichthouders en bestuurders beschikbaar hebben in het onderwijs. Het komt mij namelijk toch wat vreemd voor dat overal aantoonbare kennis voor nodig is, behalve voor het uitoefenen van de ‘vakken’ toezichthouden en besturen. De juiste kennis en houding moeten ontwikkeld zijn. Alleen van daaruit ontstaat er wederzijds vertrouwen. Dit is noodzakelijk om directeuren gewoon hun werk te kunnen laten doen.
Het tweede aspect dat ik wil inbrengen gaat over de wijze waarop er leiding wordt gegeven in het onderwijs. Belangrijk is daarbij dat de leidinggevende een hitteschild vormt voor degenen voor wie hij verantwoordelijkheid draagt. Dit geldt voor zowel toezichthouders en bestuurders als directeuren en teamleiders. Recent stond er in de Volkskrant een artikel met de veelzeggende titel: ”Het onderwijs brandt zijn mensen op”, waaruit blijkt dat een hoog percentage docenten uitvalt omdat hun leidinggevende onvoldoende fungeert als hitteschild.
Het veelbesproken boek ”Superschool” van Eric van ’t Zelfde geeft op inspirerende wijze een richting aan om dit te verbeteren. Het zou ook onder ons normaal moeten worden dat leidinggevenden te allen tijde en in alle omstandigheden staan en gaan voor hun mensen. Uiteraard is het nodig om ongewenst en niet onprofessioneel gedrag te corrigeren; de leidinggevende moet dat doen op een empathische, transparante en zakelijke manier. Maar naar de buitenwereld toe en richting anderen staat de leidinggevende pal voor zijn mensen.
Ik ben ervan overtuigd dat leerkrachten, docenten en medewerkers zich dan veiliger en meer gewaardeerd gaan voelen. Dat komt het welbevinden en de kwaliteit van het onderwijs ten goede. Bovendien vergroot het de aantrekkingskracht om in het onderwijs te gaan werken en ook het ziekteverzuim zal afnemen. Onze leerlingen en ouders zullen er blij mee zijn.
De auteur heeft een bureau voor interim-management, coaching en organisatieadvies. Hij deed ervaring op als medewerker, (interim-)directeur, bestuurder en toezichthouder in het primair en het voortgezet onderwijs.