Is er sprake van een soort domino-effect? Wie de ‘veldslag’ in de winkelsector bekijkt, zal constateren dat het er veel op lijkt. De ene winkelketen na de andere sluit. Vorige maand ging V&D en Perry Sport onderuit en sleepten daarbij een groot aantal verwante bedrijven en toeleveranciers mee. Bezorgd vragen ondernemers zich af wie de volgende zal zijn.
De consument merkt daardoor dat winkelpromenades in rap tempo veranderen. Waar ooit vertrouwde uithangborden hingen, zijn de winkelpuien nu kaal. De eens zo fraai verzorgde etalages zijn nu lege ruimtes waar de troosteloosheid hem aangrijnst.
Voor de werknemers die soms al tientallen jaren werkzaam waren bij een vestiging wacht de werkloosheid, het wanhopig zoeken naar een baan en de repeterende teleurstelling. „Uw profiel past niet in onze organisatie.”
Dat de ontslagen winkelmedewerkers moeilijk een nieuwe baan vinden, heeft verschillende oorzaken. Een belangrijke factor is dat steeds duidelijker wordt dat het oude concept van de detailhandel zijn tijd heeft gehad. De klant komt niet meer naar een winkel waar de waren zijn uitgestald en hij kan uitzoeken, passen en kopen. De consument bestelt vanuit zijn luie stoel via zijn iPad en laat de goederen thuis bezorgen om ze daar in alle rust te keuren. Gemak dient de mens.
Ook voor bedrijven heeft dit een voordeel. Ze behoeven niet op tientallen locaties een eigen winkel te hebben, maar kunnen vanuit één centraal verkoopcentrum de klant bedienen. Dat spaart huisvestingskosten en vooral personeel. Het probleem van traditionele winkelketens is dat ze vaak te laat die overstap maken. V&D is daar een sprekend voorbeeld land. Dat bedrijf heeft te lang gedacht dat het met zijn oude, beproefde concept en aanbod deze omslag wel kon overleven. Dat is een misrekening gebleken.
Tweede factor waardoor ontslagen werknemers moeilijker een nieuwe baan zullen vinden is dat het midden- en kleinbedrijf veel terughoudender is om mensen in vaste dienst te nemen. Als iemand aangenomen wordt dan krijgt hij een tijdelijk contract, dat na afloop van de maximale termijn niet wordt verlengd – hoe goed iemand ook functioneert. Dat is het omgekeerde effect van de flexwet die vorig jaar is aangenomen. Die was juist bedoeld om mensen sneller aan het werk te krijgen door het ontslagrecht te versoepelen. De praktijk leert echter dat mensen hooguit kortlopende contracten krijgen aangeboden.
Omscholing van ontslagen medewerkers lijkt dus de gewenste oplossing te zijn. Maar dat is ook lastig. Want welke werknemers en vooral welke baas is echt bereid te investeren in een medewerker die hij na een betrekkelijke korte periode toch weer ontslaat omdat zijn contract ten einde is?
Om uit deze impasse te komen, is er slechts één uitweg: overheid, bedrijfsleven en vakorganisaties zullen daadwerkelijk actie moeten ondernemen om in gezamenlijkheid een omscholingsprogramma op te zetten waar oud-medewerkers van de failliete winkelketens (en van andere bedrijven) worden klaargemaakt voor werk waar vraag naar is.