Negeer geestelijke achtergrond alternatieve geneeswijze niet
Dr. R. Seldenrijk (RD 13-2) negeert ten onrechte de geestelijke achtergronden van veel alternatieve behandelwijzen, reageert drs. R. J. F. van der Ven.
Veel reformatorische christenen staan open voor homeopathie, acupunctuur, iriscopie en zelfs magnetiseurs. Het artikel van dr. Seldenrijk past in deze lijn. Er worden in de bijdrage ook goede zaken genoemd. Er is echter één groot gebrek: waar zijn de Bijbelse toetsing en het geestelijke onderscheid?
De Bijbel roept op om alle dingen te toetsen en het goede te behouden (1 Thess. 5:21) en geesten te beproeven „of ze uit God zijn” (1 Joh. 4:1). Precies dat ontbreekt in het artikel (en boek) van Seldenrijk. Veel gebruikers van alternatieve behandelwijzen zijn geestelijk blind voor de kwalijke kanten van de therapieën.
In het licht hiervan is het opvallend dat Seldenrijk in zijn boek ”Duurzame en integrale geneeskunst” maar liefst 109 pagina’s wijdt aan homeopathie, terwijl hij slechts 2 pagina’s besteedt aan de geestelijke beoordeling ervan. Natuurlijk worden waarzeggerij en toverij door de auteur afgewezen. Maar hoe zit het met subtielere vormen van kwaad, vormen die slechts door Bijbelse en geestelijke toetsing kunnen worden herkend? Zolang nieuwe ‘toverwoorden’ als ”bewezen effect”, ”levensbeschouwelijk neutrale methode”, ”betrouwbare verklaringen” en een ”christelijke therapeut” van toepassing zijn, lijkt alles zich volgens Seldenrijk in een verantwoord kader af te spelen.
Seldenrijk komt in zijn verhandeling over homeopathie met tal van ‘bewijzen’. Hij stelt dat het bij homeopathie gaat om nanogeneeskunde, het bestaan van een watergeheugen, veranderingen van thermoluminiscentie en kwantumfysica en –wie weet– zelfs bosonen.
Interessant zijn de bevindingen van een nanowetenschapper en een hoogleraar fysische chemie. Zij stellen dat er maximaal 4 of 5 waterstructuren zijn (en niet 3000-4000, zoals het aantal homeopathische middelen), die 50 femtoseconden bestaan. Door het vele schudden kunnen verder, zo stelden zij vast, enkele ionen of moleculen van de glaswand in de oplossing overgaan. Deze kunnen de veranderde thermoluminiscentie verklaren. Met andere woorden: dit zijn geen aanwijzingen voor homeopathische micromaterie, maar vervuilingen van het ‘medicijn’. Bosonen en kwantumfysica hebben niets te maken met homeopathie.
Bovendien, niet het gegeven of een methode werkt, maar de bron is het criterium om na te gaan of iets geoorloofd is. Hahnemann, de grondlegger van de homeopathie (Seldenrijk heeft het ten onrechte over Hippocrates), is daar zeer duidelijk over. Hahnemann is niet het minst geïnteresseerd in (micro)materie, maar in spirituele krachten die gegenereerd worden bij de bereiding van de homeopathische middelen.
Met nadruk noemt Seldenrijk homeopathie in zijn boek echter levensbeschouwelijk neutraal. Hij neemt zelfs het woord ”blasfemisch” in de mond ten opzichte van hen die de geestelijke bron van homeopathie betwijfelen. Is homeopathie voor hem soms heilig geworden?
Helaas ontbreekt bij Seldenrijk een Bijbelse en geestelijke toetsing. Hahnemann liet zich leiden door paranormaal begaafde meesters als Swedenborg, Paracelsus, Mesmer en „zijn meester Confucius.” Zijn werk zou, aldus een belangrijke biograaf van Hahnemann, „mediaal” (door hem als medium) ontstaan zijn. Diverse personen die zich met homeopathie inlieten, plukken daar de wrange vruchten van, zoals het ontstaan van andere lichamelijke klachten, een verlies aan geloofszekerheid bij het sterven, en een verlies aan vrede. Wellicht zijn de vele scheuringen binnen de Vergadering der gelovigen mede een gevolg van de homeopathische invloed van Voorhoeve, de bekende homeopatische arts.
Het valt verder tegen dat Seldenrijk het niet kan laten om denigrerend te schrijven over zijn opponenten, van wie ik er één ben. Hij omschrijft hen als ,mensen afkomstig uit bepaalde kringen.” Daarmee doelt hij kennelijk op andere christelijke denominaties.
Met zijn opmerking dat je een ex-alcoholist zelfs geen tafelwijn moet geven, wil Seldenrijk mensen die in hun leven met occultisme te maken hebben gehad de beoordeling van het occculte karakter van bepaalde zaken ontzeggen. Daarmee slaat hij de plank mis. Als iemand in een moeras heeft vastgezeten waar –ten onrechte– een bordje stond met de tekst ”Veilig!”, is deze persoon dan niet bij uitstek geschikt om anderen te waarschuwen?
Seldenrijk stelt in zijn opiniebijdrage verder dat acupunctuur zonder taoïsme, ofwel westerse acupunctuur, neutraal is en daarom door een christen te gebruiken. De waarheid is geheel anders. Tijdens mijn opleiding westerse acupunctuur werd ik volledig ingewijd in de leer van yin en yang, meridianen, vijfelementenleer en de –occulte– polsdiagnostiek. Acupunctuur is niet los verkrijgbaar.
Heel bedenkelijk vind ik ook zijn bewering dat een christelijke therapeut ‘het verschil’ maakt. Over mindfulness merkt Seldenrijk op: „Het is mijns inziens daarom een voorwaarde dat mindfulness als methode door een christentherapeut wordt aangeboden.” Alsof een verkeerde methode door een christen geneutraliseerd wordt.
Seldenrijk gelooft ook dat er zich een energieveld om het lichaam bevindt, een zogenaamde aura. Therapeutic touch (TT) zou een veilige methode zijn om dit energieveld te behandelen. Kennelijk is hij niet op de hoogte van het feit dat beoefenaars van TT gaandeweg paranormale gaven ontwikkelen. TT wordt daarom ook wel de westerse zuster van reiki genoemd. De gevolgen van TT behandelingen kunnen ernstig zijn en bijvoorbeeld leiden tot depressies, angst, driftaanvallen en een aantasting van het geloofsleven.
Ondanks behartenswaardige dingen ontbreekt bij Seldenrijk kritische Bijbelse en geestelijke toetsing van complementaire behandelwijzen. Indien deze wel plaatsvindt, blijven mijns inziens over: fysiotherapie, fysiologische ontspanningsoefeningen, progressieve spierontspanning van Jacobsen, triggerpointmassage, neuraaltherapie en orthomoleculaire therapie.
De auteur is arts en theoloog.