Ds. Van Nieuwpoort: Meditatie beveiligt mij de hele dag
Hij is door zijn zoon het klooster in getrokken. Ds. L. van Nieuwpoort in Amersfoort: „Ad was aan het promoveren en zonderde zich, om rustig te kunnen werken, geregeld af in Abdij Lilbosch in Pey-Echt, bij Roermond. Op een gegeven moment zei hij: Pa, u moet ook eens komen. Sinds die tijd ga ik elk jaar drie dagen terug naar de abdij.”
Wat de 86-jarige hervormde emeritus predikant, die aanvankelijk economie aan de VU in Amsterdam studeerde, er doet? „Veel lezen, soms een artikel schrijven en preken maken, want ik ga nog steeds geregeld voor. Ik vind er rust. En tijd. Als je wilt weten wat God in een dag heeft gelegd, moet je in het klooster zijn. De eerste gebedsbijeenkomst in Pey-Echt begint ’s morgens om halfvijf. Dan zit ik om 5 uur weer op m’n kamer. Wat je dan allemaal niet kunt doen! De paters zeggen: Voor zonsopgang is de beste tijd voor meditatie. Dan is het hart van de mens nog als onbetreden sneeuw. Of het waar is, weet ik niet, maar het is een mooie gedachte.”
Vijf keer per dag gaat ds. Van Nieuwpoort naar de gebedstijden: de metten, de lauden, het middaggebed, de vespers en de completen. „Elke keer wordt er een psalm gelezen. In de vertaling van Ida Gerhardt. Die is zo direct vanuit het Hebreeuws. Je weet soms niet wat je leest. Ja, de Psalmen hebben mijn hart.”
Ook zijn zoon komt nog steeds in het klooster. „Maar we gaan nooit samen. Wel heeft hij, net als ik, een hechte band met de monniken. Toen Ad intrede deed als predikant in Amstelveen was pater Walter uit Abdij Lilbosch aanwezig. Samen liepen we achter mijn zoon aan: Walter in z’n pij, ik in m’n toga, omdat ik meedeed met de handoplegging.”
Als hij in het klooster is, neemt ds. Van Nieuwpoort deel aan de eucharistie. „Maar ik ben wel eerst naar de abt gegaan. Ik heb gezegd: Ik geloof als reformatorisch christen niet in de transsubstantiatie. De abt zei: Dan moet u gewoon op uw eigen manier deelnemen. Er zijn in de Rooms-Katholieke Kerk zaken aan het schuiven. Niet iedereen in die kerk gelooft meer onvoorwaardelijk in de katholieke dogma’s.”
De stilte, de rust in het klooster brengt tot inkeer, zegt ds. Van Nieuwpoort. „Ik vraag me dan af: Hoe is mijn leven voor Gods aangezicht; coram Deo? Dat probeer ik thuis ook te praktiseren. Ik begin de dag met een halfuur Bijbellezen, meditatie en gebed. Ik ervaar dat als een beveiliging voor de hele dag. Net of er een schild om mij heen is.”
Ds. Van Nieuwpoort adviseert ook anderen om onder te duiken. „Ds. Willem-Jan Dekker, mijn wijkpredikant in de Sint-Joriskerk, is bezig te promoveren, maar schiet naar mijn idee niet erg op. Misschien dat een bezoek aan het klooster hem helpt.”
Dit is het zesde en laatste artikel in een serie portretten van mensen uit reformatorische kring die geregeld een klooster bezoeken.