Opinie
Christelijke leraar heeft Gods Woord in het hart

Een christelijke leraar is iemand die het Woord van God heeft verinnerlijkt en zo jongeren inleidt in Gods werkelijkheid, stelt prof. dr. W. van Vlastuin.

Prof. dr. W. van Vlastuin
27 January 2016 12:25Gewijzigd op 16 November 2020 00:59
beeld Istock
beeld Istock

Het profiel van de christelijke leraar kan nauwelijks trefzekerder worden vertolkt dan in Deuteronomium 6:6. Mozes roept daar de ouders en de leiders van het volk op om zijn woorden in hun harten te bewaren. Een treffende oproep als we bedenken dat het volk Israël aan de grens van het beloofde land is gekomen. In het land zelf staan hun allerlei moeilijkheden te wachten. Mozes is een gerijpt geestelijk leider die veertig jaar met zijn beide voeten in de modder van de weerbarstige volkspraktijk heeft gestaan. Hij is er diep van doordrongen dat het niet in de eerste plaats van belang is om beleidsplannen te ontwikkelen of een strategie tot inname van het land door te nemen. Het belangrijkste voor opvoeders is een verinnerlijking van het Woord van God.

Het lijkt heel postmodern om dit vandaag te zeggen. Immers, een kenmerk van de postmoderne cultuur is de verabsolutering van het menselijk subject met de suggestie dat wij vooral ons hart moeten volgen. Zei Mozes dat duizenden jaren geleden al? Als met het volgen van ons hart is bedoeld dat wij onze emoties volgen, zegt Mozes iets heel anders. Bovendien veronderstelt Mozes’ appel niet de autonomie van het menselijk subject, maar staat het menselijk subject in zijn benadering in een relatie van afhankelijkheid en verantwoordelijkheid tegenover het Subject bij uitstek.

Luisteren

Met deze kanttekeningen blijft echter staan dat Mozes het voor de toekomst van het volk van geweldige noodzaak acht dat de vorming door de geestelijke leiders uit hun hart komt. Wellicht houdt het postmoderne klimaat de gereformeerde gezindte hier een spiegel voor. Vinden we het soms niet te hoog gegrepen om in te zetten bij het hart van de persoon voor de klas? En daarbij: zijn wij niet moderner dan wij voor waar willen hebben als we het christelijk geloof tot een neutraal object hebben gereduceerd waar we allerlei ware dingen over kunnen zeggen zonder betrokkenheid vanuit het hart? En om niet meer te noemen: Zijn we er wel van doordrongen dat het Bijbelse begrip ”kennen” het hart niet uitsluit, maar insluit? Het gaat hier om een totaal ander begrip dan het ”meten en weten” van de empirische wetenschappen.

Hoe komen Mozes’ woorden in ons hart? Dan moeten we vooral luisteren. Het gaat hier om een geheimenis van de Heilige Geest dat zich voltrekt in de weg van meditatie. Hoe moeilijk is het om deze rust te vinden in een samenleving die online en offline zo veel prikkels op de menselijke geest afvuurt. En dan toch stil worden voor God, want dat is van levensbelang voor onszelf en voor de komende generatie. Juist als we de neiging hebben de handen uit de mouwen te steken en ons af te vragen wat wij kunnen doen voor God, moeten we het omdraaien en bedenken wat God doet voor ons. Het verschil tussen Martha en Maria.

Deïsme

Dat brengt ons tot de vraag welke woorden dieper dan ons diepste bewustzijn worden verinnerlijkt in ons hart. Het boek Deuteronomium staat vol vermaningen, tot en met de zorg voor de dieren toe. Dit alles staat echter in het grote kader van Gods grote verlossing uit Egypte. Als we dit met een nieuwtestamentische bril lezen, mogen we denken aan Gods herschepping in Christus. De opstanding van Christus plaatst heel de geschiedenis in een ander licht. De grote betekenis daarvan is dat de wereld geen gesloten systeem is, maar dat de Zoon ons draagt door het woord van Zijn kracht.

Dat is het grote perspectief van christelijk onderwijs. Het christelijke van het onderwijs wordt dus niet beperkt tot stichtelijke dagopeningen, een duidelijke schoolmoraal of wat vrome toepassingen tussen de lessen door. Neen, vanuit het geloof kijken we op een totaal andere manier naar het geheel van de werkelijkheid. Vergis ik me als ik vermoed dat we niet ontkomen zijn aan een zeker deïsme? We kunnen braaf geloven in zes scheppingsdagen en onderwijl de wereld als een machine zien waarin God de grote afwezige is.

In het christelijke leven mogen we onze jongeren binnenleiden in Gods werkelijkheid van de schepping. We doen dat met schroom en eerbied, omdat Zijn goedheid, wijsheid en almacht van de kleinste grassprietjes afstralen. De orde in muziek en wiskunde, zeestromingen en architectuur verwijst ons naar de grote samenhang in het sieraad van de kosmos. En wat meer is: de schoonheid van de schepping is een flauwe weerkaatsing van de Schoonste van alle mensen, zodat het goede van de schepping ons direct bepaalt bij de alleen Goede.

Nieuwe schepping

Tegelijk is daar altijd de grote dissonant van onze zonde. We horen het zuchten van de schepping niet alleen in de vluchtelingenproblematiek, maar zelfs de zandkorrels aan het strand zuchten onder de vergankelijkheid. En we zuchten mee, in het diepe besef dat deze geschiedenis niet onze definitieve bestemming is. Dan mogen we in één adem verder gaan: in Christus is de nieuwe schepping reeds werkelijkheid. En dan het ongelooflijke: door het geloof delen we daar nu ook al in.

Dat voedt de hoop op de doorbraak van Gods Koninkrijk waarin de hele schepping zal delen in de vrijheid van de glorie van Gods kinderen. Deze verwachting kleurt ons hele leven, omdat het moeiten en zorgen niet minder relativeert dan onze ambities. Het is een geweldige remedie tegen de gretigheid om zo veel mogelijk uit dit leven te halen en het oefent ons in de christelijke matigheid. Het maakt ons vreemdelingen in deze geschiedenis en burgers van dat hemels Koninkrijk.

Zo raken we niet uitgepraat met onze jongeren! Zo worden we door het onderwijs zelf gevoed met het perspectief op God en Zijn Koninkrijk. Zo is er nauwelijks een roeping te bedenken van groter gewicht. Immers, Obama is betrokken bij tijdelijke belangen van miljoenen mensen, maar christelijke onderwijzers vertegenwoordigen Christus en Zijn eeuwige Koninkrijk.

De auteur is hoogleraar theologie en spiritualiteit van het gereformeerd protestantisme aan de Vrije Universiteit. Dit artikel is een samenvatting van een lezing op de lectoraatsdag christelijk leraarschap van Driestar educatief vandaag in Gouda.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer