HARDERWIJK. In Oost-Europa zag hij hoeveel christenen daar overhadden voor het Evangelie. „Wat is ons het Woord van God waard?” vraagt ds. J. Oosterbroek zich af. De christelijke gereformeerde emeritus predikant uit Harderwijk staat vandaag veertig jaar in het ambt.
Ds. Oosterbroek zit in een rolstoel in zijn gelijkvloerse appartement in Harderwijk, waar hij na het overlijden van zijn vrouw is gaan wonen. Hartproblemen, operaties en andere zaken leidden mede tot zijn vervroegd emeritaat in 2001. Daarna ontstonden er vaatproblemen, waardoor zijn rechteronderbeen werd geamputeerd en er 10 centimeter van zijn linkervoet werd afgehaald.
Toch noemt hij zichzelf een blijmoedig mens. „Ik ben blij met wat ik nog wel heb”, zegt hij. „En met de uitstekende voorzieningen in Nederland, waardoor ik nog zelfstandig kan functioneren. Ik ben er God dankbaar voor dat ik nog voor mezelf kan zorgen.”
Donkere tijd
Die dankbaarheid is er niet altijd geweest. Toen duidelijk werd dat hij –net vijftig jaar oud– met emeritaat zou gaan, was het „een donkere tijd.” Ds. Oosterbroek: „Eigen zonden en ambtelijke tekorten stonden mij levensgroot voor ogen. Mijn leven was immers niet vlekkeloos. In die jaren heb ik geleerd het allesbedekkende bloed van de Heere Jezus altijd weer nodig te hebben. Zo was er bij alle verlies toch geestelijke winst. Ik heb de zorg van God in dit alles ervaren en heb veel goeds van Hem ontvangen.”
Hij merkt op dat de kerk hem goed behandeld heeft door in het levensonderhoud van zijn gezin te voorzien.
Het betekent niet dat ds. Oosterbroek nu niets meer kan doen. Hij verricht regelmatig weeksluitingen en dagopeningen in verzorgingshuizen in Harderwijk en Nunspeet. Verder werkte hij mee aan ”Goede Moed”, een dagboek dat jaarlijks verschijnt en door meerdere christelijke gereformeerde predikanten wordt geschreven. Ook is hij eindredacteur van ”Kracht naar kruis”, een interkerkelijk blad dat tien keer per jaar verschijnt en bestemd is voor langdurig zieken en ouderen.
Kerktoren
In zijn diensttijd heeft ds. Oosterbroek veel werk verzet. In alle gemeenten waar hij stond, preekte hij bijna elke zondag drie keer. In Opperdoes ging hij twee keer voor in zijn eigen gemeente en een keer in Enkhuizen, een afdeling van Opperdoes. Daarnaast werkte hij ook nog een dag per week in Den Helder, waar hij consulent was, en kwam hij regelmatig in andere Noord-Hollandse gemeenten.
In zijn tweede gemeente, Harderwijk, hielp hij mee aan de stichting van de gemeente in Zeewolde. Vanaf 1984 preekte hij elke zondag twee keer in Harderwijk en een keer in Zeewolde. „Het was mooi om mee te werken aan de geboorte van een gemeente die uit mensen van diverse afkomst bestond”, zegt de predikant. De Maranathakerk in Zeewolde is de laatste kerk die met subsidie van het toenmalige ministerie van Verkeer en Waterstaat in Nederland gebouwd werd. De toren werd voor 100 procent gesubsidieerd en kwam er op voorstel van de voorzitter van de welstandscommissie.
In Zierikzee kwam ds. Oosterbroek terecht in een grote gemeente, waar hij alleen al drie avonden per week catechese gaf en hij in allerlei kerkelijke besturen terechtkwam. Toch zag hij kans om wekelijks drie keer per zondag te preken, door extra beurten te vervullen in de omliggende gemeenten Tholen, Klundert, Oud-Vossemeer, Rotterdam-Charlois en Vlissingen, maar ook in Zaamslag. Daarheen ging hij niet met de pont, waarvoor hij zou moeten betalen, maar nam hij de ring om Antwerpen, wat hem per rit een paar uur tijd kostte.
Bijbelsmokkel
Daarnaast vond ds. Oosterbroek tijd om christenen in andere landen te steunen. De vervolgde kerk is hem naar eigen zeggen altijd op het hart gebonden geweest. „Het getuigenis van Richard Wurmbrand, de Roemeense christen die veertien jaar in de gevangenis zat, heeft me enorm aangesproken. Ik ben bestuurslid geweest van Stichting De Ondergrondse Kerk en heb ook zelf Bijbeltransporten naar Oost-Duitsland, Hongarije en Roemenië verzorgd. In een ruimte onder de bodemplaat van onze camper konden ongeveer duizend Bijbels, die ik op de plaats van bestemming uitlaadde. Het gaf weleens spanning bij de controles, vooral als ze de auto gingen wegen. We zorgden ervoor dat we altijd een paar dozen sigaren bij ons hadden. Ik ben gelukkig nooit aangehouden.”
Wat ds. Oosterbroek zal bijblijven is het geloofsvertrouwen van vervolgde christenen in Oost-Europa. „We leverden onze Bijbels af bij mensen die een goed Woord van de Heere spraken, of ze nu baptist of gereformeerd waren. Het Woord van God deed er kracht. Het heeft me ontroerd dat de mensen daar zeiden dat ze voor ons baden. Dat is geweldig.”
Ds. J. Oosterbroek
Jan Oosterbroek werd geboren op 19 december 1950 in Rotterdam. Hij studeerde in Apeldoorn en werd in 1976 bevestigd als predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Opperdoes (Noord-Holland). In 1982 deed hij intrede in Harderwijk en in 1990 in Zierikzee.
Hartproblemen leidden in 2001 tot zijn emeritaat. Daarna verhuisde de predikant naar Havelterberg. Na het overlijden van zijn vrouw in 2014 is hij in Harderwijk gaan wonen.
Ds. Oosterbroek heeft vijf kinderen en vier kleinkinderen.
Zie ook:
Ds. J. Oosterbroek met emeritaat (Reformatorisch Dagblad, 14-05-2001)
Ds. Oosterbroek doet intrede in chr. geref. Zierikzee (Reformatorisch Dagblad, 04-09-1990)
Ds. Oosterbroek neemt afscheid van Harderwijk (Reformatorisch Dagblad, 16-07-1990)
Ds. J. Oosterbroek deed intrede in Harderwijk (Reformatorisch Dagblad, 01-02-1982)
Ds. J. Oosterbroek nam afscheid van Opperdoes (Reformatorisch Dagblad, 13-01-1982)
Bevestiging en intrede kand. J. Oosterbroek te Opperdoes (De Wekker, 16-01-1976)