„Charlie Hebdo tekent hard en meedogenloos”
HARDENBERG. Hij vindt het „verschrikkelijk” dat moslimterroristen op 7 januari in Parijs een bloedbad aanrichtten op de redactie van Charlie Hebdo. Tegelijk heeft cartoonist Christian Zomer (42) uit Hardenberg grote moeite met de spotprenten van het satirische weekblad.
Inktpotjes, potloden, papiervellen én een computer met groot beeldscherm. Ze zijn te vinden in de zolderkamer van Christian Zomer. De gereformeerd vrijgemaakte Hardenberger, vader van drie kinderen, tekent twee dagen per week cartoons. De rest van de week werkt hij bij een overheidsdienst in Zwolle. Zomer maakt tekeningen voor onder meer het Nederlands Dagblad en de EO.
Ook na de aanslagen in januari in Parijs greep hij naar potlood en papier. Op zijn beeldscherm laat Zomer de strip zien. Daarop waarschuwt een bebaarde man bedremmelde kinderen voor een bepaald slag volk. „Ze zijn afschuwelijk. Levensgevaarlijk. Ze ontzien niets of niemand. Je bent je leven niet zeker... Ze hebben nergens respect voor... Mannen, vrouwen, kinderen, het maakte ze niets uit!!” Waarop de geschrokken kinderen vragen: „Maar wie dan, oom Ali, wie zijn die verschrikkelijke monsters?” De briesende man antwoordt: „Cartoonisten.”
De aanslag op Charlie Hebdo schokte Zomer, die tot dat moment nooit van het blad had gehoord. Intussen heeft hij grote moeite met de tekeningen van het magazine. Zeker ook omdat het menig keer de spot drijft met Jezus. „Charlie Hebdo tekent hard en meedogenloos. Een cartoon moet je een glimlach ontlokken. Het blad is echter niet grappig. De tekeningen zetten kwaad bloed, Charlie Hebdo zet partijen tegen elkaar op. Spotprenten over het christendom zijn vaak zeer seksueel geladen. Dan denk ik: Hallo, jongens, wat wil je bereiken? Je kon erop wachten dat extremistische moslims zouden reageren op een cartoon van Mohammed. Al mag frustratie over een cartoon uiteraard nooit een reden zijn om tekenaars te vermoorden.”
In januari scandeerden tallozen na de aanslagen ”Je suis Charlie” (Ik ben Charlie). Zomer bezag die reacties met gemengde gevoelens. „Het is goed dat mensen opkomen voor de vrijheid van meningsuiting. Toch zou ik zo’n bordje met ”Je suis Charlie” niet dragen. Ik vind de cartoons van het blad te weinig doordacht en choquerend.”
Heeft Zomer waardering voor de moed van cartoonisten die misstanden binnen de islam aan de kaak stellen? Zoals de Deen Kurt Westergaard, die Mohammed met een bom als tulband afbeeldde en zijn leven niet meer zeker is? „Deze mannen hebben lef. Ik begrijp dat ze een discussie willen voeren over de islam. Maar met dit soort tekeningen toon je 0,0 procent respect voor andermans geloof. Ik zou er niet over piekeren om Mohammed te tekenen.”
Zomer wil met zijn illustraties christelijke noties onder de aandacht brengen. Zo maakte hij naar aanleiding van de passage in Markus 2 waarin staat dat zieken de Medicijnmeester nodig hebben, een prent waarop een patiënt een Bijbel krijgt aangereikt. Als geneesmiddel, meermalen per dag te gebruiken.
Huiverig is de Hardenberger cartoonist ervoor om Jezus af te beelden. „Hij is God. Wie ben ik om Hem te tekenen?”
Soms probeert hij een debat los te maken. „Ik ben geïnteresseerd in wetenschap. Pas zei Thomas Nagel, een atheïstische filosoof uit Amerika: „Hoe meer we ontdekken van de genetische code, des te ongeloofwaardiger wordt de darwinistische verklaring ervan.” Ik heb een cartoon gemaakt waarop een wetenschapper op een rotsplateau, genaamd evolutie, loopt. Het plateau wordt steeds smaller. De wetenschapper krijgt al minder grond onder zijn voeten. Daarmee beeld ik uit dat de evolutietheorie rammelt. Ik studeerde aan de Wageningse universiteit en ook daar viel het me op dat mensen als makke schapen achter voorvechters van de evolutietheorie aanlopen.”
serie Terugblik
Dit is het achtste en laatste deel van een serie interviews over ingrijpende gebeurtenissen die mensen het afgelopen jaar meemaakten.