Vluchtelingengolf bedreigt karakter van Nederland
Vluchtelingen onbeperkt toelaten is Bijbels niet te verdedigen en leidt tot de islamisering van ons land, meent Wim van Schaik.
Als ik thuiskom van een korte vakantie ligt er een stapeltje RD’s te wachten. Bij het doornemen van de kranten valt meteen de aandacht voor het vluchtelingenprobleem op. Bijna elke dag wordt erover geschreven. In RD 22-8, met op de voorpagina het nieuws over de verijdelde terreuraanslag in de Thalys van Parijs naar Amsterdam, worden zelfs twee pagina’s gewijd aan ”de vreemdelingen in de poorten”. Het artikel geeft een inkijkje in de verschillende houding van drie theologen ten opzichte van de honderdduizenden die Europa binnenkomen.
Eerlijk gezegd heb ik sommige uitspraken met verbijstering gelezen. Vooral de uitspraken van ds. J. Ouwehand, die alleen maar de werkelijkheid lijkt te willen zien zoals hij deze graag ziet. Iedereen welkom! Een kwestie van keuze. Waar zo’n keuze toe leidt, daar heeft hij het niet over: dagelijkse ontwrichting aan de randen van Europa, versterking van de islam in Europa, afbraak van de sociale cohesie, verdere verarming van de armen met als gevolg permanente verloedering.
Schoorvoetend geeft hij toe dat niet elke ‘vluchteling’ een vluchteling is en dat ze niet allemaal moeten blijven. Hij verzwijgt dat veel afgewezen ‘vluchtelingen’ in de illegaliteit verdwijnen, hopend op het zoveelste generaal pardon.
Ik probeer helder te krijgen waardoor ik zo geschokt ben. Zou het zijn omdat er constant vergelijkingen gemaakt worden die wel mooi klinken, maar niet opgaan? Zoals de vergelijking met de Belgische vluchtelingen in de Eerste Wereldoorlog (1 miljoen op een bevolking van 6 miljoen). Wie de notulen van de ministerraad en in het bijzonder de correspondentie met de opperbevelhebber land- en zeemacht uit die tijd naleest, krijgt een heel ander beeld dan „geen grote onrust.” Deze mensen hadden ook nog eens veel meer gemeen met de bevolking van het gastland dan de huidige stroom vluchtelingen. De meeste Belgen keerden bovendien al snel terug.
Helemaal geforceerd wordt het als geprobeerd wordt uit de Bijbel af te leiden hoe we met ”de vreemdelingen in de poorten” moeten omgaan. Nergens in de Bijbel lees ik dat de stadspoorten openblijven voor grote aantallen vreemdelingen. In die dagen ging het om een enkele vreemdeling, zoals Ruth er een was. Die poorten waren er ook om ze te kunnen sluiten om invasies te voorkomen.
Beroep op de Bijbel
De (massale) opvang van vreemdelingen wordt gelegitimeerd met een beroep op de Bijbel. Tegelijk worden de voorwaarden die toen aan vreemdelingen gesteld werden, als niet geldend voor nu verklaard. Dat komt niet geloofwaardig over.
Dat we niet meer leven in een monocultuur, zoals de Joden in Israël, is op zichzelf waar. Maar zeggen dat christenen niet mogen spreken van ”ons” land, getuigt van een cultuurrelativisme dat zal leiden tot de ondergang van de westerse beschaving. Alsof de wereld van iedereen is en iedereen te allen tijde het recht heeft om te verblijven waar hij of zij wil. Schaf dan ook meteen nationale staten en zelfs het eigendomsrecht af. De Heere Jezus sluit aan bij een werkelijkheid als Hij zegt: „Indien de heer des huizes geweten had in welke ure de dief zou komen, hij zou gewaakt hebben en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven” (Luk. 12:39).
Wat is er mis mee om het land van onze vaderen te koesteren, te willen behouden en te willen verdedigen? Wat is er mis mee om –morele en ja, ook materiële– verworvenheden niet te willen opgeven? Alsof het niet uitmaakt in wat voor land we (komen te) leven...
Het onderscheid tussen echte vluchtelingen die voor hun leven moeten vrezen en illegale immigratie wordt genegeerd, weggeredeneerd of gebagatelliseerd. Uit de geschiedenis kennen we de mythe van ”de goede wilde” (onbedorven door westerse invloeden). Inmiddels kennen we ook die van ”de goede vluchteling”.
Ondertussen verovert de islam Europa. Wie zich in slaap laat sussen door hen die wijzen op het verhoudingsgewijs geringe aantal moslims, onderschat de impact van een substantiële minderheid. Verbijsterd ben ik dat het niemand schijnt te deren dat in onze steden kerken buiten gebruik gesteld worden, terwijl minaretten het stadsbeeld gaan domineren. Dat doet toch pijn aan de ogen, die moskeeën? Dat doet toch pijn aan je oren, die azan? Maar vooral zou het pijn moeten doen in het hart.
Het lijkt alsof we er meer over inzitten of we wel tolerant en aardig genoeg zijn, dan dat we bezorgd zijn over het feit dat een valse godsdienst met agressieve en dominante trekken meer en meer vaste voet aan de grond krijgt.
De auteur is RD-lezer te Krimpen aan den IJssel.