Buitenland

Analyse: Turkije gebruikt IS om PKK aan te pakken

ANKARA. Turkije heeft om spoedoverleg met de NAVO-partners gevraagd nu het land in de ban van oorlog is. Maar een grotere rol van het bondgenootschap lijkt vooralsnog niet aan de orde. De Turkse aanvallen op Koerdische doelen vormen een complicerende factor.

Mr. Richard Donk
27 July 2015 13:20Gewijzigd op 15 November 2020 20:41
Turkse tanks patrouilleren bij de grens met Syrië. beeld EPA
Turkse tanks patrouilleren bij de grens met Syrië. beeld EPA

Turkije gaat de ambassadeurs van alle 28 lidstaten dinsdag bijpraten over de recente aanvallen op doelen van Islamitische Staat en op kampen van de Koerdische PKK. Dat gebeurt op basis van artikel 4 van het NAVO-verdrag waarin consultatie van partners is geregeld als de veiligheid van een lidstaat in het geding is.

De volgende stap zou kunnen zijn dat Turkije een beroep doet op artikel 5 van het verdrag. Daarin is bepaald dat een aanval op één lidstaat wordt beschouwd als een aanval op alle lidstaten. Op grond daarvan zou Turkije om militaire steun kunnen vragen. De laatste keer dat artikel 5 werd ingeroepen was na de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten.

De complicerende factor is echter dat Turkije de aanvallen van IS heeft aangegrepen om niet alleen deze beweging aan te vallen, maar ook een offensief tegen de Koerdische PKK te beginnen. De NAVO beschouwt de PKK weliswaar als een terroristische organisatie, maar ziet de Koerdische kwestie verder als een intern Turks probleem.

Bovendien zijn diverse leden van de NAVO, waaronder Nederland, al actief in het bestrijden van IS in Irak en Syrië. Het verschil is dat Amerikaanse gevechtsvliegtuigen sinds vorige week ook vanaf de Turkse basis Incirlik mogen opereren.

De huidige ontwikkelingen in Turkije zijn zowel explosief als merkwaardig. Explosief, doordat een NAVO-lidstaat nu ook steeds verder in de chaos die in het Midden-Oosten heerst dreigt te worden meegezogen.

Merkwaardig, omdat Turkije tegelijk met de aanvallen op IS ook een front tegen de Koerden heeft geopend. Terwijl de Turkse regering en de Koerden formeel nog steeds in een vredesproces verkeren. Het gevaar bestaat dat het geweld, dat vooral de jaren 90 kenmerkte, weer oplaait.

De officiële verklaring voor de aanvallen op PKK-doelen is de dood van twee politieagenten vorige week. Daar zouden volgens Ankara Koerdische terroristen achter zitten.

De werkelijke reden is echter vermoedelijk meer politiek van aard. In Turkije loopt binnenkort de termijn af waarbinnen politieke partijen een coalitie moeten vormen, na de parlementsverkiezingen van vorige maand. De wet schrijft voor dat er dan nieuwe verkiezingen moeten worden uitgeschreven.

De AK-partij van de Turkse president Erdogan verloor bij de vorige stembusstrijd haar absolute meerderheid en zag zich gedwongen een coalitiepartner te zoeken. Bovendien moest Erdogan toezien dat de Koerdische partij HDP ruim 13 procent van de stemmen in de wacht sleepte.

Door de Koerden nu tot geweld aan te zetten hoopt Erdogan weggedreven (nationalistische) kiezers weer aan zich te binden, zodat de AK-partij opnieuw alleen kan gaan regeren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer