Kerk & religie
Kerkelijk noodfonds: meer dan een lege koelkast vullen

Een gezin in de schuldsanering dat een fiets nodig heeft voor een schoolgaand kind. Of een ex-gedetineerde die een uitkering moet aanvragen, maar geen geld heeft om het daarvoor benodigde ID-bewijs aan te schaffen. Een diaconaal noodfonds helpt hen uit de brand.

Michiel Bakker

beeld ANP
beeld ANP

Jan de Kluijver krijgt jaarlijks ruim dertig aanvragen voor hulp in acute nood onder ogen. Hij is diaconaal consulent van de protestantse gemeente Ede en coördinator van het interkerkelijke noodfonds in die plaats. Daarbij zijn negen kerken aangesloten, die jaarlijks met elkaar ruim 5000 euro beschikbaar stellen.

Het fonds werd ruim tien jaar geleden opgericht om „gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen voor hulpvragen van buitenkerkelijken in Ede. Vaak komen ze via bijvoorbeeld het maatschappelijk werk of een betrokken vrijwilliger bij het noodfonds terecht.”

De hulp richt zich volgens De Kluijver op „basale behoeften zoals eten en drinken. Ook hebben we via de kringloopwinkel van de kerk wel eens een goede tweedehandsfiets aangeschaft voor een kind van wie het rijwiel gestolen was. Het gezin zat in de schuldsanering en kon geen fiets kopen, terwijl het kind die nodig had om naar school te gaan.”

Het fonds richt zich op het lenigen van „incidentele nood.” Voor het oplossen van structurele problemen legt De Kluijver zo nodig contact met andere instanties, zoals een schuldsaneerder. „Er was een keer een gezin waarbij de energie zou worden afgesloten. Wij hebben toen voor twee maanden de energierekening betaald. In die tijd kon de schuldsanering worden opgestart.”

Armoedebestrijding

Ede is een van de circa 85 plaatsen met een interkerkelijk diaconaal noodfonds, zo blijkt uit een inventarisatie van Kerk in Actie, de diaconale organisatie van de Protestantse Kerk in Nederland. De eerste noodfondsen werden zo’n 25 jaar geleden opgericht, maar vooral de laatste tien jaar groeit het aantal sterk, zegt projectmedewerker Meta Floor.

Vanuit Kerk in Actie begeleidt ze kerken die een lokaal noodfonds willen oprichten of verder willen ontwikkelen. „Het is een goed middel in het kader van armoedebestrijding. Daarom stimuleren we dit graag. We streven ernaar dat er eind volgend jaar minimaal 150 noodfondsen zijn.” Op 29 mei organiseert Kerk in Actie de eerste landelijke expertisemeeting kerkelijke noodfondsen.

Vrijwel al deze fondsen zijn interkerkelijk en richten zich specifiek op hulp aan mensen die niet bij een kerk zijn aangesloten. „De armoede in Nederland neemt toe en is door de explosieve groei van voedselbanken zichtbaarder geworden. Ook richten kerken en diaconieën zich steeds vaker niet alleen op de eigen leden, maar op alle mensen in hun wijk, stad of dorp”, zo verklaart Floor de toename van het aantal fondsen.

Het aantal hulpvragen wisselt sterk. „Sommige krijgen gemiddeld eens in de twee weken een aanvraag, terwijl andere twee keer per week een spreekuur houden waar soms wel tien mensen komen”, zegt Floor. Ze adviseert lokale initiatieven zich te richten op „kortdurende, tijdelijke hulp, en intussen mee te denken over oplossingen voor structurele problemen waarmee mensen te maken kunnen hebben.”

Een noodfonds is volgens de projectmedewerker niet bedoeld om schulden af te lossen. „Maar zorg wel dat mensen geen honger lijden. Als de koelkast leeg is en er is geen geld, hoeft iemand die bij een noodfonds aanklopt niet eerst 28 formulieren in te vullen, maar wordt hij meteen geholpen zodat hij naar de supermarkt kan gaan. Je bent er alleen niet als iemand twee dagen eten heeft. Ga dus ook samen om de tafel om te kijken welke hulp er verder nodig is.”

Een valkuil voor noodfondsen is dat ze „te veel zelf willen doen. We kunnen als kerk veel doen, maar niet alles. Wat we zelf niet kunnen, leggen we bij anderen neer.” Floor onderstreept het belang van goed contact met de lokale overheid. „Daar ligt de eerste verantwoordelijkheid voor de armoedeproblematiek. Als kerk kun je knelpunten signaleren en onder de aandacht brengen van de verantwoordelijke ambtenaar of wethouder. Ook kun je hulpvragers wijzen op regelingen waarvan ze niet op de hoogte zijn.”

Sommige burgerlijke gemeenten steunen een diaconaal noodfonds financieel, weet Floor. „De gemeente Eindhoven geeft bijvoorbeeld jaarlijks een euro per inwoner aan het fonds. Dat is een mooie aanvulling op het bedrag dat de kerken opbrengen.”

Kerstpakketten

Contact met de burgerlijke overheid is voor de stichting Interkerkelijk Noodfonds Groot-Geldermalsen een belangrijk speerpunt, zegt voorzitter Gerrit Stam. Hij is voorzitter van de diaconie van de hervormde gemeente én van het noodfonds. Dit fonds werd tien jaar geleden opgericht en is sinds 2012 een stichting, waarin twaalf kerken vertegenwoordigd zijn.

„We streven ernaar dat elke kerk jaarlijks 300 tot 400 euro inbrengt”, zegt Stam. „Dat is voldoende. We doen geen zaken die anderen al oppakken. Geldermalsen is een dorpsgemeenschap waarin familie en vrienden veel onderlinge hulp bieden. Diaconieën verlenen ook rechtsreeks steun aan mensen in de kleine kernen. Als dat niet haalbaar is, komt het noodfonds in beeld. Ook organiseren we jaarlijks gezamenlijk een kerstpakkettenactie.”

Vanuit het noodfonds ging recent een project SchuldHulpMaatje van start. Het fonds heeft goede contacten met organisaties die zich richten op specifieke hulpvragen, zoals Present en stichting Leergeld. „Onze belangrijkste taak is dat we een bestuurlijk platform zijn richting de overheid en organisaties zoals Stichting Welzijn Geldermalsen. Voor dergelijke instanties is het prettig één aanspreekpunt vanuit de kerken te hebben.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer