Profetie niet altijd letterlijk vervuld
Ik zit op een vaag-christelijke school. Volgens mijn godsdienstleraar komen profetieën uit de Bijbel lang niet altijd uit. Klopt dat? Zijn er echt profetieën niet uitgekomen en is dus de Bijbel onbetrouwbaar?
JA
Het klopt dat er profetische aankondigingen in de Bijbel staan die, althans oppervlakkig gezien, niet zijn uitgekomen. Een niet zo bekend maar erg sprekend voorbeeld vinden we in Ezechiël 26. Volgens de woorden van de profeet zal de Babylonische koning Nebukadnezar de stad Tyrus belegeren, innemen en grondig verwoesten (vers 7-14). Nu is uit historische bronnen inderdaad bekend dat Nebukadnezar de stad langdurig belegerd heeft, maar evengoed is duidelijk dat hij hem niet heeft ingenomen, laat staan verwoest.
Dit ‘falen’ van de profetie wordt, opmerkelijk genoeg, ook erkend in Ezechiël 29:18-19. In dat gedeelte maakt de Heere aan Ezechiël bekend dat Hij Nebukadnezar Egypte zal geven, omdat hij bij Tyrus niet „het loon heeft gekregen voor het werk dat hij daartegen verricht heeft.”
Een tweede voorbeeld. In Daniël 11 staat het schrikbewind van Antiochus IV Epiphanes (215-164 v.Chr.) centraal, een Griekse overheerser die zich sterk keerde tegen de joodse godsdienst. In vers 40-45 worden de laatste fase van zijn regering en zijn dood aangekondigd, maar de beschreven gebeurtenissen laten zich moeilijk verbinden met wat daarover historisch bekend is. Naar alle waarschijnlijkheid stierf Antiochus bijvoorbeeld niet in Israël (zoals vers 45 voorzegt), maar in Perzië (zie bijvoorbeeld 1 Makkabeeën 6:16). Bovendien volgde op zijn dood niet direct Gods eindoordeel over deze wereld, zoals Daniël 12:1-3 lijkt te zeggen.
NEE
Voordat we echter concluderen dat Bijbelse profetie dus weinig meer is dan een feilbare, menselijke poging om de toekomst te doorzien, is het van belang de juiste leesbril op te zetten. Bij de uitleg moeten we rekening houden met het eigen karakter van deze teksten.
l Profetische voorzeggingen staan niet op zichzelf, maar staan altijd in het kader van Gods bedoelingen. De Heere wil er iets mee bewerkstelligen. Een oordeelsaankondiging maakt duidelijk dat God bepaald gedrag veroordeelt en wil bewegen tot berouw en bekering. Een heilsboodschap is bedoeld als aansporing, om de Heere te zoeken en zo deel te krijgen aan het beloofde heil. Aankondigingen van zowel oordeel als heil worden dus niet ‘automatisch’ vervuld, alsof er niets meer tegen te doen zou zijn. Ze zijn (ten dele) afhankelijk van de reactie van mensen. Bekend is in dit verband de ‘onvervulde profetie’ tegen Ninevé, in Jona 3 (zie ook Jeremia 18).
l Profetische aankondigingen onthullen Gods plan en werkwijze, maar altijd met het oog op een bepaalde situatie. Wanneer deze situatie wijzigt, is dat van invloed op de vervulling van de profetie. Op deze wijze kan waarschijnlijk de profetie over Tyrus in Ezechiël 26 worden verklaard. Deze was uitgesproken met het oog op de hoogmoed van de stad, die de Heere door Nebukadnezar zou breken, in het uiterste geval door totale verwoesting. Maar Tyrus onderwierp zich al aan Nebukadnezar, zodat dat laatste niet nodig bleek. Gods plan (Tyrus’ hoogmoed breken) werd uitgevoerd, hoewel door de veranderde situatie (Tyrus’ onderwerping aan Nebukadnezar) de profetie niet meer letterlijk vervuld werd.
l Profetische aankondigingen sluiten aan bij de cultuur en de historische situatie van die dagen. Ze beschrijven de toekomst op een wijze die voor de eerste hoorders verstaanbaar was. De profeet schildert, met gebruikmaking van beelden en woorden uit zijn tijd, een bepaald toekomstperspectief. Dat perspectief kan negatief zijn (oordeel) of positief (heil), maar hoeft niet gelezen te worden als exact letterlijke voorspelling van de toekomst. Dit kan licht werpen op de aankondiging over het einde van Antiochus IV in Daniël 11. De essentie is dat deze tiran spoedig aan zijn einde zou komen, wat ook inderdaad gebeurde.
l Profetische aankondigingen worden lang niet altijd in één keer vervuld. Soms worden ze eerst gedeeltelijk vervuld en wacht in de toekomst de totale vervulling (hoewel niet per se letterlijk; zie het vorige punt). De profetie zelf maakt daar dan geen duidelijk onderscheid in. Zo moeten we bijvoorbeeld de eerste verzen van Daniël 12 lezen: Gods oordeel over Antiochus IV wijst vooruit naar Zijn grote oordeel aan het einde der tijden.
DUS
Bijbelse profetie is iets anders dan toekomstvoorspelling. De Heere brengt Zijn beloften en bedreigingen ten uitvoer, maar op Zijn tijd en wijze. Hij werkt toe naar Zijn grote toekomst, maar de manier waarop is mede afhankelijk van de reactie van mensen.
Eigenlijk is het van levensbelang dat we dat leren, net als de inwoners van Ninevé: „Wie weet, God mocht Zich wenden, en berouw hebben en Zich afkeren van Zijn brandende toorn, zodat wij niet omkomen!” (Jona 3:9-10)
Henk de Waard, wetenschappelijk medewerker aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn.