Economie

Auto nog volop statussymbool

Gaan mensen je anders bekijken als je een kleinere en vooral goedkopere auto rijdt dan eerst? Of als de auto zelfs helemaal de deur uit gaat? Nu de Opel Zafira met een nieuwwaarde van zo’n 30.000 euro tijdelijk is ingeruild voor een Citroën C1 van nog geen 9000 euro, is dat een interessante vraag.

18 March 2015 08:58Gewijzigd op 15 November 2020 17:27
Dure Mercedes. Foto RD
Dure Mercedes. Foto RD

Over het algemeen vertelt de bolide waarin mensen rijden steeds minder over het geld dat zij op de bankrekening hebben staan. Vooral jongeren en vrouwen geven niet meer zo veel om dure en luxe auto’s. Er zijn genoeg voorbeelden van dames die meer dan voldoende geld op de rekening hebben staan, maar toch in een Fiat 500 of Volkswagen Up rijden. Klein, hip, zuinig en handig. Je hoort er helemaal bij als je duurzaam bezig bent.

Voor jongeren nemen digitale gadgets steeds meer de functie van statussymbool over. Als jongere tel je vooral mee als je de nieuwste MacBook of Samsung Galaxy hebt. Een dure, snelle Volkswagen Golf GTI rijden is een stuk minder belangrijk geworden. Toch is de auto in de reformatorische gezindte nog volop een statussymbool.

Uit een onderzoek van deze krant in 2005 bleek dat reformatorische mensen gemiddeld genomen de wat duurdere auto’s rijden. Iets meer dan de helft van de auto’s op het kerkplein heeft een nieuwwaarde van boven de 25.000 euro. En bijna 40 procent vindt het best verantwoord om meer dan 40.000 euro uit te geven aan een nieuwe auto.

Hoewel slechts 17 procent toegaf dat hun auto een statussymbool is, zullen veel mensen niet graag hun Mercedes omruilen voor een Opel Corsa. Dat zou vast en zeker opgetrokken wenkbrauwen en vraagtekens opleveren. Niemand durft rechtstreeks te vragen of het financieel allemaal wat minder gaat, maar velen zullen het wel denken.

Toch is het helemaal niet vreemd om als christenen soberder en meer ingetogen te leven, ook als het om auto’s gaat. De Bijbel roept daartoe op, onder andere in de eerste brief aan Timotheüs. In hoofdstuk 6:7 en 8 staat: „Want wij hebben niets in de wereld gebracht, het is openbaar dat wij ook niet kunnen iets daaruit dragen. Maar als wij voedsel en deksel hebben, wij zullen daarmede vergenoegd zijn.”

Het spreekwoord ”Tevredenheid is rijkdom” gaat ook op als het om auto’s gaat. Het blijkt dat we ons met een kleinere auto prima kunnen redden. De Citroën C1 blijft dus nog een paar weken voor het huis staan, ongeacht wat mensen daarvan denken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer