Ellen de Boer heeft dankzij het nieuwe pensioenstelsel een fiks dikkere beurs
Het is voor sommigen een reden voor feest: de eerste Nederlanders hebben pensioen ontvangen via het nieuwe pensioenstelsel. Toch pakken zich donkere wolken samen boven de pensioensector.

Ze vindt het „heel jammer” dat gepensioneerden bang worden gemaakt met woorden als ”casinopensioen”, zegt Ellen de Boer. Zelf is De Boer een van de Nederlanders die de afgelopen dagen voor het eerst een uitkering hebben gekregen binnen het nieuwe pensioenstelsel. Door die overstap ging haar uitkering met 7 procent omhoog, zegt ze. „Daar ben ik enorm blij mee.”
De Boer vertelt erover in een overdekte binnentuin op een bedrijventerrein in Amsterdam-West, waar een klein aantal bestuurders uit de pensioensector bijeen is gekomen om de overgang naar het nieuwe stelsel te vieren. Maar boven het gezellige geroezemoes, boven het glazen dak van het kantoorpand, pakken zich de spreekwoordelijke wolken samen.
En wel in de vorm van een amendement op de nieuwe pensioenwet, dat coalitiepartijen NSC en BBB onlangs hebben ingediend in de Tweede Kamer. Zij willen mensen de kans geven om zich uit te spreken tegen de overgang naar het nieuwe stelsel, waarin de uitkering makkelijker omhoog kan maar in slechte beursjaren ook sneller omlaag (zie kader).
Tegenstanders spreken daarom wel van een ”casinopensioen” en mensen moeten er via een referendum bij hun eigen fonds over kunnen stemmen, vinden NSC en BBB. Al is het om rechtszaken te voorkomen van ontevreden burgers die zich buitenspel gezet voelen.
Het is nog onduidelijk hoeveel politieke steun er is voor het amendement, maar de pensioensector ligt er behoorlijk van wakker. Want wat als genoeg mensen tegen de overgang op het nieuwe stelsel stemmen?
Dan moet een fonds twee administratiesystemen tegelijkertijd in de lucht houden: het oude voor al het geld dat werknemers en gepensioneerden tot nu toe bij elkaar gespaard hebben, en het nieuwe stelsel voor wat mensen daarna bij elkaar sparen.
Dat is zeer onpraktisch en bovenal duur, klinkt het uit de sector, waardoor het ook voor gepensioneerden zelf een slecht idee is. De Stichting van de Arbeid, waar vakbonden en werkgevers in verenigd zijn, sprak zelfs van „onbehoorlijk bestuur als het parlement instemt met dit amendement”.
Ger Jaarsma, die als voorzitter van de Pensioenfederatie namens alle fondsen spreekt, wil er dinsdag niet veel over kwijt. „Het is niet handig dat er nu nog ruis komt vanuit de politiek”, zegt hij wel. Het idee van individuele inspraak is bovendien al uitvoerig in de Tweede Kamer besproken tijdens de behandeling van de pensioenwet, zegt hij ook, en is vervolgens van de baan.
Fondsen hebben volgens hem rust nodig om de complexe overgang naar het nieuwe stelsel rond te krijgen. Op dit moment zijn drie fondsen al overgegaan, waaronder dat van De Boer. Het gaat om het fonds voor de sociale werkvoorziening, dat voor havenloodsen en dat voor de werknemers van pensioenuitvoerder APG.
Samen zitten er 200.000 Nederlanders bij die fondsen, van wie er 65.000 op dit moment pensioen genieten. Bij het fonds van APG, waar De Boer bij zit, konden de pensioenen met 4 tot 8 procent omhoog. Bij het fonds voor de havenloodsen gaat het om „zo’n 8 procent”, zegt bestuurder Rajesh Grobbe. De overige ruim 130 fondsen moeten ergens de komende jaren overgaan, uiterlijk voor 2028. Met of zonder referendum.