Vakantiegevoel in burgerkleding
Naam: A. Hooikammer-de Boer
Leeftijd: 64 jaar
Woonplaats: Staphorst
Hoelang loopt u al in klederdracht?
„Na mijn geboorte werd ik direct in het groene dekentje gewikkeld. Dat is het dekentje van Staphorst, met de echte Staphorster kleur groen. Ik droeg een jakje, daaroverheen zat een omslagdoekje. Aan de omslagdoek zag je of de baby een jongen of een meisje was: het motief op de doek was voor een meisje geruit en voor een jongetje gebloemd. Tot de doop droeg de baby die kleding, daarna kleedde de draagster het kindje uit. Dan werd het kind een officieel familielid en kreeg het een rokje aan. Dat was voor jongens en meisjes.”
Waarom draagt u nu nog klederdracht?
„Ik kan me met burgerkleding niets mooier maken dan met de klederdracht. Bovendien hoort het gewoon bij me.”
Wat is er zo bijzonder aan úw kleding?
„De schoenen met zilveren gespen zijn mooi. De rokken van de vrouwen zijn op een makkelijke lengte, ongeveer driekwart. Dat is ook makkelijk met werken, die rokken tot op de grond lijken me zo lastig.”
Hoe reageert de omgeving op uw kleding?
„Vijftien jaar geleden reageerden veel mensen wat schamper, maar nu vinden de meesten het echt leuk. Als ik bijvoorbeeld in Amsterdam ben, krijg ik echt spontane reacties. „Je moet deze dracht echt volhouden hoor, het is leuk”, hoor ik dan.”
Klederdracht verdwijnt. Hoe groot is dat verlies voor Nederland?
„Ik heb er zelf ook aan meegeholpen. Ik kleedde mijn dochters vanaf hun geboorte in burgerkleding.”
Is het niet veel lekkerder om in burger te lopen?
„Als ik vroeger op vakantie ging, was dat in burger. Ik voelde me niet erg op mijn gemak en dacht steeds dat mijn haar niet goed zat. Als ik thuiskwam, trok ik direct de Staphorster dracht aan, anders bleef ik het vakantiegevoel houden.”
Klederdracht verdwijnt langzaam uit het Nederlandse straatbeeld. Vandaag deel 6 in een serie over klederdracht.