Binnenland
Slapend Streefkerk met wakkere inwoners

„De participatiesamenleving bestaat in de Alblasserwaard al lang”, zei de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau vorige maand tijdens een lezing. „Streefkerk is er een voorbeeld van”, zegt Arie van Werkhoven. „De mensen zijn hier steeds meer op elkaar betrokken.”

STREEFKERK. Dat Streefkerkers betrokken zijn, blijkt volgens A. van Werkhoven dat het hele dorp meedeed aan een actie voor de restauratie van de hervormde kerk. Foto RD, Anton Dommerholt
STREEFKERK. Dat Streefkerkers betrokken zijn, blijkt volgens A. van Werkhoven dat het hele dorp meedeed aan een actie voor de restauratie van de hervormde kerk. Foto RD, Anton Dommerholt

Een stil dorpje, zegt de argeloze voorbijganger van Streefkerk, een plaats met zo’n 2500 inwoners aan de Lek. Midden op de dag is er weinig volk op straat. Bij SPAR Roelse staat een zwart hondje geduldig op zijn eigenaar te wachten.

Aan de overkant eten Gerrit Mourik (73) en zijn vrouw Marita (55) een boterham in hun „winkel van sinkel”, zoals ze het zelf noemen. „Een slaapdorp”, zegt zij van Streefkerk. „Als ik morgen de winkel kan verkopen, ben ik overmorgen vertrokken” beweert hij. „Streefkerk loopt leeg. De jongeren kunnen er geen huizen kopen, voor de ouderen is er geen verzorgingscentrum. Zelfs asielzoekers willen hier niet wonen.”

Mourik Totaal staat al jaren te koop. „Toen we hier kwamen in 1993 wist ik niet hoe ik de winkel vol moest krijgen, nu weet ik niet hoe ik hem leeg moet krijgen”, zegt Mourik. „De ene na de andere winkel vertrekt hier en de gemeente doet niets. Twintig jaar geleden werd mij beloofd dat de straat opgeknapt zou worden, maar er is nog steeds niet aan gebeurd. Streefkerk scheelt ze niets, daar in het gemeentehuis.”

De ellende is volgens het echtpaar Mourik begonnen toen Streefkerk in 1986 met Groot-Ammers, Langerak en Nieuwport fuseerde tot de gemeente Liesveld. „De oude gemeente Streefkerk had altijd een sluitende begroting. Maar na de fusie is Streefkerk financieel leeggezogen. Bovendien moesten alle bedrijven verhuizen naar het industrieterrein Gelkenes. Daardoor bleef hier bijna geen werkgelegenheid over.”

Als Mourik de zaak kan verkopen, vertrekt hij naar Nieuw-Lekkerland. „Daar zijn meer voorzieningen. Hier blijft straks niks meer over.”

Bekende problemen

Dorpsgenoot Arie van Werkhoven kan zich wel iets voorstellen bij het zure verhaal van de Mourikken. „Streefkerk heeft inderdaad te kampen met de bekende problemen van kleine kernen: weinig woningbouw, wegtrekkende jongeren en ouderen, een teruglopend winkelbestand en een afnemend aantal leerlingen op de School met de Bijbel en de openbare basisschool.”

Toch weigert Van Werkhoven –lid van het Bewonersoverleg Streefkerk– in te stemmen met het sombere perspectief dat de Mouriks schetsen. „In 2013 hielden we een enquête onder dorpsgenoten waaruit bleek dat 65 procent van de Streefkerkers zei de leefbaarheid in het dorp als goed te ervaren. Driekwart vond de betrokkenheid en het sociale contact in het dorp goed, 13 procent zelfs zeer goed.”

De ouderling van de hervormde gemeente signaleert zelfs een verbetering in de sociale binding die Streefkerkers met het dorp hebben. „De ontzuiling heeft ook voordelen. We organiseren als kerkenraad elk jaar een tentweek waarin vier dagen lang allerlei activiteiten worden georganiseerd. Eerder kwamen onkerkelijken daar niet zo snel. „Dat is iets van de kerk”, werd er dan gezegd. Maar de laatste jaren zien we vanuit het hele dorp mensen komen. Daardoor ontstaan er nieuwe contacten en neemt de sociale binding toe.”

Als voorbeeld van socialiteit noemt Van Werkhoven de manier waarop Streefkerkers met de bewoners van een in 2013 geopend Thomashuis omgaan. „Daar wonen acht volwassenen met een verstandelijke beperking. Streefkerkers helpen hen in de supermarkt of als ze de weg kwijt zijn. Het beheerdersechtpaar was vol lof over Streefkerkers.”

Vriendelijk groeten

Ook Teunie Kuiper (69) is niet zo somber over Streefkerk. „Sommige mensen die van buitenaf in het dorp gaan wonen, bemoeien zich niet met andere inwoners. Dan kom je er nooit in. Maar als je hier activiteiten bezoekt en iedereen vriendelijk groet, gaat het prima. Ik zou hier niet meer weg willen.”

Kuiper bezoekt op vrijwillige basis ouderen en langdurig zieken in het dorp. „Ongetwijfeld zal er hier ook eenzaamheid voorkomen. Niet alleen onder ouderen, ook onder jongeren. Maar omdat je elkaar beter kent dan in een stad zal er sneller actie worden ondernomen als bijvoorbeeld ergens de gordijnen de hele dag dicht blijven.”

Bewust doet Kuiper haar boodschappen zo veel mogelijk bij de enige supermarkt in het dorp. „Als die winkel onverhoopt moet sluiten, wil ik niet op mijn geweten hebben dat ik daar aan meegeholpen heb door mijn boodschappen buiten het dorp te halen.”


Dit is het slot in een serie artikelen over kleine dorpen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Het dorp

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer