Binnenland
Groenekan: Kern met pit onder de rook van Utrecht

Groenekan kent twee wegen. Eén noord-zuid en één oost-west. Groenekan heeft ook twee groepen mensen: kerkelijk en minder of niet-kerkelijk. Dat mengt niet heel gemakkelijk, zo blijkt uit een rondgang door het dorp. Maar er gloort hoop.

Gijsbert Wolvers
30 January 2015 10:11Gewijzigd op 15 November 2020 16:17
In het Utrechtse dorp Groenekan, met rechts landhuis Voordaan, wemelt het van de sociale en culturele activiteiten. Maar de oorspronkelijke bevolking, kerkelijk meelevenden en boeren, mengt het minder goed.  beeld RD, Anton Dommerholt
In het Utrechtse dorp Groenekan, met rechts landhuis Voordaan, wemelt het van de sociale en culturele activiteiten. Maar de oorspronkelijke bevolking, kerkelijk meelevenden en boeren, mengt het minder goed.  beeld RD, Anton Dommerholt

Groenekan ligt pal aan de gemeentegrens van Utrecht-Noord. Het is groen, omdat het bij de gemeente De Bilt hoort. Wel wordt het rücksichtslos doorsneden door de A28 en de naastgelegen spoorlijn.

Het dorp heeft een gemengde bevolking, benadrukt dorpsraadvoorzitter Marius van den Bosch (67). Nogal wat mensen behoren bij de gegoede burgerij. „Veel medewerkers van de Univer­siteit Utrecht, een tandarts, een notaris. Mensen die je vroeger de notabelen zou noemen. Maar er wonen ook monteurs.” En boeren.

Groenekan voldoet aan veel van de in een recent SCP-rapport genoemde elementen van een klein dorp bij de stad: het is gewild vanwege de combinatie van het landleven in het dorp met de werkgelegenheid en voorzieningen in de stad. De bevolking is welvarend, hoogopgeleid en niet zo traditioneel.

Daarmee houden de overeenkomsten met het rapport op. Volgens Van den Bosch is er juist veel betrokkenheid op elkaar. „Mijn buurman, die installateur is, doet klussen voor ons. Er is geen storende sociale controle, maar wij houden wel in de gaten of onze buurvrouw van 80 elke morgen haar gordijnen opendoet.”

Dat er minder sociaal-culturele binding is met het dorp en er niet zo veel activiteiten worden ondernomen, ontkent de dorpsraadvoorzitter stellig. „Aan de Oranjefeesten doet iedereen mee, ook kerkelijke mensen. Daarnaast hebben we het zeer samen­bindend werkende Theater in het Groen, veel sportverenigingen en een soort WMO-raad.”

Hij geeft toe dat twee kerkelijke gemeenschappen, de hervormde en de herstelde hervormde gemeente, meer op zichzelf gericht zijn. „Die helpen elkaar binnen de groep over en weer.”

Wel constateert hij dat vrij­willigers vooral onder de ouderen te vinden zijn. „De veelvuldig aanwezige jonge gezinnen hebben vaak volle agenda’s.”

Voor de aanspraak

Een dorpscentrum heeft Groene­kan niet, maar de ”Groene vakwinkel” Van der Neut wordt als zodanig beschouwd. Het loopt af en aan bij de firma, een mix van tuincentrum, bouwmarkt, galanteriezaak en minisuper. „Mensen komen hier soms ook voor de aanspraak”, constateert baas Erik van der Neut (43). Al heeft hijzelf er nauwelijks privécontacten, in Groenekan heerst een „echt dorpsgevoel.” „Onze zaak initieerde ooit de intocht van sinterklaas. Die wordt hier groots gevierd.”

Wel constateert hij dat de kerkscheuring in 2004 er plaatselijk diep heeft ingehakt. „Dat ging dwars door families heen.”

Positief vindt hij dat de twee overgebleven hervormde PKN-gemeenten sinds enkele jaren een kerstfeestviering organiseren voor alle dorpskinderen.

Negen op de tien van die kinderen gaan naar basisschool De Nijepoort, pal naast de snelweg. Anita van Vulpen (29) heeft haar kinderen net opgehaald. De ex-Maartendijkse woont sinds vijf jaar in buurdorp Groenekan en heeft het er uitstekend naar de zin. „Alleen jammer dat de School met de Bijbel een paar jaar geleden is opgeheven. Nu gaan onze kinderen naar een openbare school, het andere uiterste. Maar via die school groeien er wel veel contacten met andere ouders.”

In het bos bij dorpshuis De Groene Daan, achter landhuis 
de Voordaan, kloppen spechten gaten in de bomen. In het dorphuis knoopt Marianne van der Linden (73) een plastic zak om haar deze morgen geboetseerde kleifiguur. „Met de boeren hier is niet veel contact. Maar de overheersende import, zoals ik, heeft wel veel onderlinge relaties. Ik zit op een boetseercursus en op Vrouwen van Nu. En ik doe mee met de groep Groenekanse Meisjes, die diverse culturele activiteiten organiseert.” De ‘import­mannen’ hebben een eigen sociëteit, weet ze.

Laaiend enthousiast

Aan de rand van het dorp, vlak bij dorpsbistro Naast de buren, is Gislind Stuuts-Rothkegel (53), haarband om, op weg naar de homeo­pathische praktijk van haar echtgenoot.

Zij is laaiend enthousiast 
over het dorpsleven. „Ik woon 
23 jaar met veel plezier in Groenekan. Hier gebeurt heel veel 
op sociaal gebied. Daarom hebben wij in 2009 en in 2011 de com­munity-prijs ”Kern met pit” gewonnen. Wel zijn de contacten met de zwaardere, reformatorische mensen minder, omdat 
die niet bij mensen met televisie mogen komen. Maar met de 
lichtere stroming mengt het goed.”


serie
Het dorp

Dit is het vijfde deel in een serie over kleine dorpen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Het dorp

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer