Binnenland
Geen winkels, wel veel verenigingen in Driesum

De kerk en de kroeg staan naast elkaar. Het verenigingsleven bloeit. Winkels zijn er niet meer. Ook de rijkste bewoner, een 
Russische bouwondernemer, moet gewoon een dorpje verder voor zijn boodschappen. Het Friese plaatsje Driesum is afgelegen, maar levendig genoeg.

27 January 2015 19:04Gewijzigd op 15 November 2020 16:12
De hervormde kerk is een van de beeldbepalende gebouwen in Driesum, evenals de Rinsma State, een kapitaal landhuis. Winkels zijn er niet in het Friese dorp. Het verenigingsleven bloeit er echter des te meer. beeld Sjaak Verboom
De hervormde kerk is een van de beeldbepalende gebouwen in Driesum, evenals de Rinsma State, een kapitaal landhuis. Winkels zijn er niet in het Friese dorp. Het verenigingsleven bloeit er echter des te meer. beeld Sjaak Verboom

Driezum, vermeldt het plaatsnaambordje. Friezen houden graag vast aan hun eigen taal. Ook alle staatnamen zijn in het Fries. Er staan veel oudere, karakteristieke huizen en boerderijen. Maar de tijd heeft niet stilgestaan in het bijna 1000 inwoners tellende Driesum, dat vlak onder Dokkum ligt. Er staan rijtjeshuizen uit de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw en even verderop bevindt zich een straatje met woningen van recentere datum. Er is welgeteld één basisschool, een openbare.

Langs een doorgaande weg in het dorp staat café Us Thùs. Pal daarnaast de hervormde kerk. Het drie eeuwen oude bedehuis is beeldbepalend voor het dorp. Langs dezelfde weg, aan de buitenkant van het dorp, bevindt zich de Rinsma State, een kapitaal landhuis. Ooit was het een bejaardenhuis, later gemeentehuis en weer later kocht de inmiddels failliete bankdirecteur Dirk Scheringa het. Nu woont een rijke Russische bouwondernemer er. Vorig jaar nodigde hij buurtbewoners uit om kennis te maken. Er kwamen zo’n twintig mensen op af. Het tekent Driesum. Mensen ontmoeten elkaar graag, maar de deur wordt niet platgelopen.

Dat zegt ook Albert Boersma, bestuurslid van de vereniging Dorpsbelangen. Volgens hem is er een vrij grote sociale controle. „Als ’s morgens bij de buren de gordijnen dichtzitten, vraag je je af of er iets aan de hand is.” Deels heeft die controle te maken met het feit dat veel Driesummers voor elkaar de boodschappen doen. Het dorp heeft geen winkels. Mensen zijn aangewezen op Dokkum en Damwoude, beide op zo’n 4 kilometer afstand. „Vaak halen kinderen en buren van oudere mensen de boodschappen. Het voordeel is dat je op die manier bij elkaar komt.”

Volgens Boersma komen ouderen ook nauwelijks meer buiten het dorp. Daarmee bevestigt hij een van de uitkomsten van het vorige week gepubliceerde SCP-rapport ”Dichtbij huis”, waarin stond dat ouderen vrijwel altijd in hun eigen dorp zijn.

Inwoners van Driesum zijn ook in het verenigingsleven op elkaar betrokken. Boersma: „Het dorpshuis, de kroeg en de kerk spelen een grote rol in de gemeenschap. We komen bij elkaar op feesten en bij sportwedstrijden.” Hij zegt dat Driesum een gesloten gemeenschap is. „Iedereen kent elkaar. Als je hier wilt komen wonen, moet je meedoen in het verenigingsleven. Anders krijg je geen aansluiting.” Bij de meeste verenigingen wordt samengewerkt met Wouterswoude, het tweelingdorp van Driesum.

Boersma nodigde een keer de hervormde predikant ds. B. L. P. Tramper uit om te spreken tijdens de dodenherdenking. De predikant ging daar op in. Boersma: „Ik vroeg hem om geen preek te houden, maar hij was er vrij in om wel het Woord te brengen. Dat is prima gegaan.”

Ook ds. Tramper haalt spontaan de dodenherdenking aan. Hij is er positief over dat hij de gelegenheid kreeg in het openbaar op God te wijzen. Toch is het volgens hem niet eenvoudig om aan de dorpsbewoners het Woord van God over te brengen. „Veel mensen zijn tevreden met hun leven. Ze denken: ik kan ook wel thuis geloven.” Een praatje maken over het geloof, kan volgens ds. Tramper wel. „Moeilijker wordt het als je vraagt wat het geloof persoonlijk voor mensen betekent.”

Sommigen praten volgens hem wel openhartig over het geloof. „Toen ik hier nog maar pas woonde, maakte ik een wandeling. Op een gegeven moment kwam er een man op een fiets aan. Hij stapte af, maakte een praatje en vroeg of ik een bepaald gezang kende. Toen ik nee zei, hield hij even stil. Hij zocht naar de goede toonhoogte en zette in. Midden op straat zong hij een heel couplet. Toen hij de laatste regels had gezongen, zegde hij gedag en fietste hij weg. Kijk, dat kan in Friesland.”

De predikant denkt dat de inwoners van Driesum honderd jaar geleden niet echt open stonden voor mensen van buitenaf. Inmiddels komen ze vaker in andere dorpen en wonen er meer mensen uit andere dorpen in Driesum. Aan een vergelijking met zijn vorige woonplaatsen, Werkendam en Harskamp, waagt ds. Tramper zich liever niet. Hij noemt Friezen spontane, nuchtere en openhartige mensen. „Mensen zijn hier onafhankelijk en vrij. Ik houd van de Friezen.”


serie 
Het dorp

Dit is het vierde deel in een serie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Het dorp

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer