Toen Griekenland in 1981 toetrad tot de toenmalige Europese Economische Gemeenschap bestond er al grote twijfel of dit land daar wel helemaal klaar voor was. Tijdens de eurocrisis –die voor een deel aan Griekenland te wijten was– groeide het ongemak rond het land weer. En na de verkiezingen van zondag zijn die twijfels weer helemaal terug.
De leider van Syriza, dat een monsterzege boekte, Alexis Tsipras, belooft dat de „vicieuze cirkel van bezuinigingen” achter liggen. Zolang een land financieel gezien helemaal zelfstandig is, is dat geen probleem. Maar de laatste jaren stond Griekenland onder verscherpt toezicht van de Europese Unie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds. De bezuinigingen zijn juist in samenspraak met deze drie organisaties (de zogeheten trojka) afgesproken. De aankondiging dat de tijd van bezuinigingen achter ligt, is daarom een regelrechte provocatie van de bondgenoten in de eurozone. Aangename kennismaking, premier Tsipras!
Na 2008 hebben de andere eurolanden tientallen miljarden geleend aan Griekenland om het land overeind te houden. Door creatief boekhouden had het land veel schulden aan het zicht onttrokken, maar uiteindelijk kwam dat voor de dag. Om te voorkomen dat het land failliet zou gaan, heeft de internationale gemeenschap 250 miljard euro aan steun gegeven.
Andere regeringen –zoals de Nederlandse– hadden die leningen nooit kunnen aangaan als er geen harde garantie was geweest dat het geld zou terugkomen. Inmiddels is dat echter een serieuze optie geworden. Tsipras wil een grote conferentie voor schuldkwijtschelding. Het historische voorbeeld dat hij noemt, is interessant: zo deed de internationale gemeenschap het in 1953 immers ook met Duitsland. Dus, beste mevrouw Merkel, waarom doet u toch zo stroef?
Belangrijke vraag is of hij de zaak zo ver op scherp durft te zetten dat Griekenland ook de euro daadwerkelijk verlaat. Dat zou een totaal nieuwe situatie scheppen. Het valt te vrezen dat dit voor veel Grieken erger is dan voor de andere Europeanen.
Nu is het winnen van de verkiezingen één ding, het voeren van een verstandig beleid een ander ding. Veel politici die met een radicaal programma worden gekozen, voeren als regeringsleider ineens een heel gematigd beleid. Een voorbeeld was president Lula da Silva van Brazilië.
Belangrijk is ook dat de partij (op één of twee zetels na) geen absolute meerderheid in het parlement heeft. Dat voorkomt dat de partij werkelijk oppermachtig is. Zoals het er nu uitziet moet Tsipras de komende dagen een coalitie aangaan met een vrij rechtse partij, die echter ook van de bezuinigingen af wil. Aan dat coalitieprogramma zal waarschijnlijk al te zien zijn hoe pragmatisch Tsipras is.
Voor Europa is het ‘nieuwe’ Griekenland een vervelende uitdaging. De problemen rond de euro leken weer enigszins achter ons te liggen, maar die zorgen zijn nu weer helemaal terug. Het is te hopen dat de EU vasthoudt aan het verstandige beleid van bezuinigingen. Dat is ook in het belang van Griekenland. En als Tsipras dat wil blokkeren, is er geen reden om de oude twijfels te heroverwegen.