Binnenland
Ook in kleine dorpen staat ”ik” voorop

DEN HAAG. Boodschappen doen, winkelen, uitgaan, werken, vrienden bezoeken; volgens het maandag gepubliceerde SCP-rapport ”Dichtbij huis” doen de meeste dorpsbewoners deze activiteiten vooral buiten de eigen woonplaats. „Mensen zijn minder geworteld in hun dorp dan vroeger.”

Dorpsgezicht van Spoordonk (gemeente Oirschot). beeld ANP
Dorpsgezicht van Spoordonk (gemeente Oirschot). beeld ANP

Samenlevingen ontwikkelen zich van een Gemeinschaft (gemeenschap) naar een Gesellschaft (maatschappij), schreef de Duitse socioloog Ferdinand Tönnies (1855-1936) al in 1887. Met het eerste type samenleving doelde hij op een gemeenschapsvorm waarbij de verbondenheid tussen mensen voortkomt uit een krachtig gevoel van saamhorigheid en trouw. Dat soort samenleving verdwijnt langzaam maar zeker. In plaats daarvan ontstaat een maatschappijtype waarin mensen wel contacten met elkaar aangaan, maar daarbij vooral hun eigen afwegingen maken. Ook zorgen ze ervoor dat de verplichtingen die ze aangaan in zekere zin een vrijblijvend karakter houden.

Autobezit

SCP-onderzoeker Lotte Vermeij (1972) durft de stelling wel aan dat elk Nederlands dorp inmiddels een Gesellschaft is geworden. Zelfs in het kleinste geïsoleerde plaatsje zijn de relaties die bewoners met elkaar aangaan overwegend gebaseerd op de vraag: Wat vind ik belangrijk? Vermeij zegt er ook bij dat de meeste plattelandbewoners deze ontwikkeling niet betreuren. „De meesten hebben vooral vrienden buiten het dorp en vinden het prettig dat de druk om sociale verplichtingen aan te gaan er niet meer is. Ook zijn ze er blij mee dat de sociale controle van weleer is afgenomen.”

De motor achter de veranderde dorpssamenleving is de toegenomen mobiliteit. Met dat vanaf de jaren 50 vrijwel elk gezin een auto kreeg, werd het aantrekkelijker om elders te gaan werken. Ook werd het gemakkelijker om te verhuizen. „Mede daardoor raakten mensen minder geworteld in hun dorp dan vroeger”, stelt Vermeij. Het rapport noemt verder toegenomen mediagebruik als oorzaak waardoor de directe omgeving voor veel mensen steeds minder relevant werd.

Het doel van de SCP-studie was hoofdzakelijk het meten en begrijpen van de bereidheid van bewoners van kleine dorpen (tot 3000 inwoners) om iets voor de eigen woonplaats te doen. In het licht van de participatiesamenleving die de overheid nastreeft, is dat belangrijk om te weten, zegt Vermeij. „Als blijkt dat in bepaalde typen dorpen mensen buiten de boot dreigen te vallen, ligt ongelijkheid op de loer.”

Vier typen dorpen worden er in het onderzoek onderscheiden: ”minder mooi afgelegen”, ”mooi afgelegen”, ”minder mooi bij stad” en ”mooi bij stad”. Verrassend vond Vermeij de uitkomst dat de verschillen die zich voordoen tussen de diverse typen dorpen in de mate waarin bewoners zich voor lokale doelen inzetten maar klein blijken te zijn. „Van tevoren had ik gedacht dat er meer diversiteit zou zijn.”

Wél zijn er grote verschillen in sociale binding tussen individuele bewoners. Het rapport stelt dat „gemoedelijke buurtnetwerken, gezellige vriendengroepen, hechte families, maar ook ruziënde buren, rustzoekende echtparen en eenzame ouderen” naast elkaar bestaan.

Een categorie die eruit wordt gelicht, zijn 75-plussers. Die blijken lang niet allemaal achter de geraniums te zitten. „Het is opvallend hoeveel mensen tot op hoge leeftijd actief zijn voor bijvoorbeeld de dorpsraad”, zegt Vermeij. Aan de andere kant geldt volgens haar dat als zij te kampen krijgen met beperkingen, hun netwerk snel kleiner wordt. „Zo’n 10 procent van hen kent geen dorpsgenoten die ze om hulp kunnen vragen. Dat is een punt van zorg, ook met het oog op de toekomst, want het aantal kwetsbare ouderen neemt snel toe.”

Noaberschap

Het rapport ”Dichtbij huis” geeft geen antwoord op de vraag of er regionale verschillen zijn in de bereidheid van dorpsbewoners om bijvoorbeeld iets voor de buren te doen. Wel blijkt uit een ouder SCP-rapport (”De dorpenmonitor”, 2013) dat van alle Nederlandse provincies Overijssel het hoogst scoort op lokale samenhang. Dat zou een bevestiging kunnen zijn van het in die omgeving gehuldigde begrip noaberschap.

Voor de toekomst sluit Vermeij niet uit dat de verschillen in bevolkingssamenstelling op het platteland gaan toenemen. Het is volgens haar dan ook afwachten of de participatiesamenleving in alle dorpen een succes wordt.


serie
Het dorp

Dit is het eerste deel in een serie over kleine dorpen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Het dorp

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer