Commentaar: Wereld dreigt grotere drama’s dan dat in Parijs te vergeten
Zowel in Parijs als in Jeruzalem zijn gisteren slachtoffers van de aanslagen van vorige week begraven. In beide gevallen waren het plechtigheden waarbij veel mensen in de benen kwamen. Veel aanwezigen waren er niet zozeer omdat ze de gestorvenen persoonlijk hebben gekend, maar vooral omdat ze geschokt zijn door de gebeurtenissen van een week geleden.
Die waren ook dramatisch. Zo’n twintig mensen lieten het leven doordat fanatieke onverlaten uit blinde haat een daad wilden stellen. Het leven van deze slachtoffers werd onverwacht en op brute wijze beëindigd. Zij lieten allemaal geliefden na die hun levenlang getekend zijn door intens verdriet.
Ingrijpend is ook dat deze aanslagen in één klap duidelijk maken dat in West-Europa veiligheid niet gegarandeerd is. Dat genereert angst, maakt mensen onzeker. Velen zijn ook bang dat de terroristen spoedig weer een klap zullen uitdelen. De waarschuwing van de grootmoefti van Egypte –gisteren– dat er bij publicatie van nieuwe spotprenten van Mohammed meer aanslagen zullen volgen, belooft niet veel goeds. Heel begrijpelijk dus dat mensen bezorgd zijn.
Tegelijk roept iedereen dat de samenleving niet mag zwichten voor de dreiging van het terrorisme. Onze grondvrijheden moeten overeind gehouden worden. Met massabijeenkomsten wordt dat standpunt onderstreept. En overheden beloven ferm te zullen optreden, meer veiligheidsmaatregelen te nemen en de terroristen op te pakken. Heel duidelijk staan volk en overheid pal.
En toch zit er in al die zorg en opwinding iets dubbels. Zeker, het is dramatisch wat er in Parijs is gebeurd. Maar is niet nog ingrijpender wat zich elders op de wereld voltrekt? De strijd in Syrië gaat voort. Dagelijks vallen daar slachtoffers. Goed, men kan nog zeggen: „Dat is een oorlog, en waar twee partijen vechten hebben beide schuld.” Maar het verdriet van mensen is er niet minder om.
Tweede voorbeeld: de strijd van IS. De eerste berichten over het beestachtige optreden van deze beweging schokten de hele wereld. De onthoofding van gijzelaars riep intense afschuw op. Maar inmiddels worden de berichten daarover met een zekere gelatenheid gelezen. De wereld lijkt eraan te wennen.
Een derde voorbeeld is de reactie op de moordpartijen die de terreurbeweging van Boko Haram in Nigeria houdt. Terwijl in West-Europa mensen massaal op de been kwamen naar aanleiding van de gebeurtenissen in Parijs, slachtten de strijders van Boko Haram honderden mensen af. En de wereld? Die besteedde daar –in vergelijking met de aanslagen in Parijs– weinig aandacht aan.
Het is een bekend gegeven dat de impact van nieuws bepaald wordt door het aantal slachtoffers gedeeld door de afstand. Het overlijden van iemand in de eigen straat trekken mensen zich meer aan dan de dood van honderden in Afrika of Azië. Dat is op zich begrijpelijk. Toch zit er iets selectiefs in de verontwaardiging over de aanslagen in Parijs. Elders op de wereld vinden nog grotere drama’s plaats. Dat mag niet vergeten worden. En dat risico is er wel.