ZOETERWOUDE. Ondanks de nieuwe uitbraak van vogelgriep zondag in Zoeterwoude, dringen de pluimveeslachterijen aan op een versoepeling van de maatregelen tegen de virusziekte.
Voorzitter Jan Odink van brancheorganisatie Nepluvi zei maandag op radiozender BNR dat pluimveebedrijven –anders dan bij de grote vogelpestuitbraak in 2003– elkaar niet besmetten. Het lijkt er volgens hem steeds meer op dat trekvogels de overbrengers zijn. Volgens Odink is de jongste uitbraak „weer een incidenteel geval. (...) Als we op het laatste incidentele geval wachten, is waarschijnlijk de hele pluimveesector overleden.”
Vrijdag dreigde Nepluvi al naar de rechter te stappen als de maatregelen niet worden versoepeld. Odink wees er toen op dat de sector per week 10 miljoen euro schade lijdt en dat Nederland afzetmarkten dreigt kwijt te raken.
Het bedrijf in Zoeterwoude dat zondag besmet bleek, telt 28.000 dieren. Met de ruiming werd direct begonnen. Binnen het 10 kilometergebied rond het bedrijf liggen vier andere pluimveebedrijven. Maandagochtend was nog niet bekend of die ook besmet zijn.
Dijksma stelde zondag een derde corridor in voor het vervoer van pluimvee naar slachterijen in het westen van het land, om overvolle stallen in het zuiden te ontlasten. Ze noemde de nieuwe uitbraak –de vijfde sinds 15 november– „een forse tegenvaller.” Het onderzoek naar de oorzaak van de uitbraken loopt nog. Het ministerie van Economische Zaken meldde zondag dat alle Nederlandse eendenbedrijven vrij zijn van vogelgriep.