Muziek

Ds. C. J. Droger citeert soms Bach in de preek

Ds. C. J. Droger bivakkeert ieder jaar een dag in de provincie Groningen. De Vlaardingse predikant kiest dan drie orgels uit om te bespelen. „Er gaat een tas vol barokmuziek mee, maar ik improviseer ook graag. In de stijl van Klaas Bolt en Sietze de Vries.”

22 August 2014 15:09Gewijzigd op 15 November 2020 12:29
Ds. Droger achter de klavieren van het orgel in de christelijke gereformeerde kerk in Vlaardingen, waar hij predikant is: „Op Goeree-Overflakkee werd ik vroeger ondergedompeld in barokmuziek. Ik nam orgelconcerten op met een cassetterecorder. In de Grote
Ds. Droger achter de klavieren van het orgel in de christelijke gereformeerde kerk in Vlaardingen, waar hij predikant is: „Op Goeree-Overflakkee werd ik vroeger ondergedompeld in barokmuziek. Ik nam orgelconcerten op met een cassetterecorder. In de Grote

De predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Vlaardingen heeft een grote passie voor orgels. Hij bezoekt orgelconcerten, luistert naar orgel-cd’s en speelt thuis orgel voor zijn ontspanning. Als hij de kans krijgt, kruipt hij her en der in het land achter een kerk­orgel. Hij is deputaat eredienst in zijn kerk, leverde een bijdrage aan enkele orgel-cd’s en aan de ingebruikneming van de orgels in de christelijke gereformeerde kerken in Zuidland en Veenendaal. Met werk van Buxtehude en Böhm en een improvisatie.

Maar er is meer dan orgels: „Ik houd ook van vocale muziek. Van de psalmen van Sweelinck, de werken van Schütz en natuurlijk van Bach. Af en toe citeer ik in een preek een deel uit een Bach­cantate. Soms met een verwijzing naar een site waar kerkgangers deze muziek zelf kunnen beluisteren.”

In de tijd dat hij op de muziek­afdeling van Lindenberg Boeken en Muziek in Rotterdam werkte, ontmoette ds. Droger verschillende keren Klaas Bolt. „We namen een lp met orgel en samenzang met hem op in de hervormde kerk in Rotterdam-Charlois. Ik registreerde en heb Bolt gevraagd de improvisatie over Psalm 88 nog eens te proberen in een iets wringerder klankidioom. Later typeerde Bolt deze improvisatie als zijn beste ooit. Wanneer hij onder de indruk van een orgel was, zat hij soms te kreunen achter de klavieren en gebeurden er prachtige dingen.”

Ds. Droger (1963) is een groot liefhebber van het spel van organisten als Sietze de Vries, Dick Sanderman en Rien Donkersloot. „Zo heb ik alle cd’s van Sietze de Vries. Ik ga elk jaar een paar keer naar hem luisteren. Zijn improvisaties zijn heel goed toegesneden op het orgel dat hij bespeelt. Welke ik mij herinner? Psalm 130 in Brouwershaven, Psalm 130 gecombineerd met het lied ”Aus tiefer Not schrei ich zu dir” in Maassluis en de improvisatie in de stijl van Distler op het Van Vulpenorgel in de Rotterdamse Hoflaankerk. Alsof Distler zelf aan het spelen was.”

Harmonium

Ds. Droger groeide op in Middel­harnis. „Muziek speelde thuis geen grote rol. Bij mijn opa en oma stond een harmonium. Een tante leerde mij spelen met cijferakkoorden. Ik was toen een jaar of vier. Nog voor mijn tiende heb ik mijzelf noten geleerd.”

De Vlaardingse predikant ziet twee belangrijke oorzaken voor het ontstaan van zijn passie voor orgels. „Toen ik 11 was, nodigde een oom uit Kampen, een groot liefhebber van Feike Asma, mij uit mee te gaan naar een concert in Maassluis. Dat werd een overweldigende ervaring. Onlangs heb ik zelf op het Garrelsorgel gespeeld, een fantastisch instrument.”

Het eerste concert smaakte naar meer. „Op Goeree-Overflakkee bestond in de jaren zeventig al een bloeiende orgelcultuur. Ik ging vaak naar concerten in Middel­harnis, Dirksland, Sommelsdijk en Oude-Tonge. Kortgeleden vond ik een doos met oude programma’s. Er speelden op Goeree-Overflakkee nauwelijks vertegenwoordigers van de Asmaschool, maar wel organisten als Bernard Bartelink, Simon C. Jansen, Arie J. Keijzer, Jan van Dijk, Hans van Nieuwkoop en Koos Bons. Ik hoorde vaak werk van Sweelinck, Buxtehude, Böhm en Bach, maar ook muziek van Mendelssohn, Franck, Vierne en Langlais.

Het ondergedompeld worden in barokmuziek verklaart mijn voorkeur voor die periode. In die tijd kreeg ik een kleine cassette­recorder. Daarmee nam ik concerten op. Ik zette in de Grote Kerk van Middelharnis mijn microfoontje altijd op een collectebus.”

Catechisatie

In zijn jeugdjaren begeleidde de predikant regelmatig de samenzang. Tijdens de kerstfeestviering van de zondagsschool en op de catechisatie van de gereformeerde gemeente in Middelharnis. „Student J. J. Tanis gaf ons catechisatie. Ik vroeg hem welke psalmen hij de volgende week liet zingen en bereidde dit dan voor.”

Het baantje op vrijdagavond en zaterdag had alles met muziek te maken. „Ik werkte bij muziek­handel Verspuy in Sommelsdijk. De bedrijfsleider kon zelf nauwelijks spelen en vroeg mij elektronische orgels voor klanten te demonstreren. Mensen die een orgel kochten, kregen er drie maanden gratis orgelles bij. Ik mocht die lessen verzorgen. Na de drie maanden wilden diverse klanten verdergaan met de orgellessen. Zo kreeg ik mijn eerste leerlingen.”

Zelf had ds. Droger zo’n vijf jaar orgelles bij Rinus Verhage. Bij een vergelijkend organistenexamen voor een vacature in zijn eigen kerk viel de keus op een ander. Een volgende sollicitatie, als organist van de Lukaskapel in verpleeghuis De Samaritaan in Sommelsdijk, was wel succesvol.

Orgelstudenten

De predikant werkte bij Lindenberg totdat hij in 1989 aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn ging studeren. „Ik leerde in mijn Rotterdamse tijd veel mensen kennen die toen conservatoriumstudent waren en bij Lindenberg blad­muziek en lp’s kwamen kopen. Als ik nu orgelconcerten bezoek, kom ik hen soms tegen, bijvoorbeeld Bas de Vroome, Geert Bierling en Paul Kieviet.”

Ds. Droger voelt zich betrokken op het orgelspel in de eredienst. „Als volgens objectieve maat­staven blijkt dat een organist zit te knoeien –ik heb dat gelukkig nog niet meegemaakt–, zou ik de kerkenraad voorstellen om hem orgellessen te laten volgen op kosten van de gemeente. Wanneer deze speler zich daarvoor niet inzet, lijkt het mij het beste om afscheid van hem te nemen. Rommelen mag niet, want voor de dienst van de Heere is het beste nog niet goed genoeg. Hoewel ik een liefhebber van barokmuziek ben, kan ik ook genieten van romantische klanken. Het gaat erom dat iets stijlvol is.

Kortgeleden speelde een van onze gastorganisten het koraalvoorspel ”Schmücke dich, o liebe Seele” van Johann Sebastian Bach. Ik kon het niet laten om in de consistorie te zeggen: „Broeders, hoort u wat er boven ons hoofd klinkt? Het avondmaalslied van Bach.””


zomerserie Pastorale

Dit is de derde aflevering in een serie gesprekken met muzikale predikanten. Over twee weken het slot: ds. G. J. Baan uit Kalamazoo in de VS.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer