Cd-recensie: Aart Bergwerff brengt Bachs Triosonates met verve
Over de Triosonates van Bach wordt vaak in superlatieven gesproken. Volgens Albert Schweitzer vind je geen grotere uitdaging in de orgelliteratuur dan in deze zes werken.

Aart Bergwerff ging de uitdaging aan en speelde Bachs sonates op het Wiegleborgel (1739) in het Duitse Ansbach. Gezien de geschiedenis van het orgel is het beter om te spreken over een reconstructie door Reil (2004), maar dat doet niets af aan het feit dat de combinatie van deze muziek, dit orgel en deze speelman een bijzonder gelukkige is.
In een prachtig klinkende ruimte start de dubbel-cd met de Principal 8’ op het „Unteres Werk”: mild en krachtig tegelijk. De transparantie die deze muziek vraagt, wordt mede bevorderd door Bergwerffs keuze om de linkerhand bijna steeds een octaaf lager met een viervoetsregister te spelen. Als hij daarbij dan kiest voor een achtvoet in het pedaal ontstaat een prachtig evenwichtig stemmenweefsel.
In de sterker gespeelde delen van de sonates straalt het orgel helder en krachtig, terwijl de muziek transparant blijft. De gekozen tempi leveren daaraan een belangrijke bijdrage: met vaart gespeeld in de allegrodelen (maar nooit haastig), en rustig ontspannen, ingetogen soms, in de adagio’s. Kortom: er valt heel wat te genieten op deze cd’s. Onlangs kreeg Bergwerff de Preis der Deutschen Schallplattenkritik voor deze opname. Die lijkt me volledig verdiend.
Johann Sebastian Bach – Six Sonatas for Organ BWV 525-530, Aart Bergwerff; Challenge Records (CC 72992); 2-cd; € 20,95; bestellen: www.challengerecords.com