In memoriam Frans Brüggen (1934-2014)
AMSTERDAM. Aanvankelijk was hij de beroemdste blokfluitist ter wereld. Sinds 1981 vierde Frans Brüggen echter als dirigent zijn triomfen. De Amsterdamse musicus overleed woensdagmorgen op 79-jarige leeftijd na een langdurige ziekte.
De typeringen buitelen over elkaar heen in de media: Frans Brüggen was een musicus met een ongeëvenaard charisma, hij was de verpersoonlijking van het door hem opgerichte Orkest van de Achttiende Eeuw, pionier van de oude muziek én tegelijk een revolutionaire vernieuwer. Voor elke beginnend blokfluitist was hij wereldwijd het grote idool; ook de eerste klassieke artiest van wie je een poster op kon hangen. Ja, hij was de John Lennon (de grondlegger van de Beatles) van de klassieke muziek. Deze „gigant”, een van de grootste interpreten van de oude muziek, laat een immense muzikale nalatenschap na.
Het overlijden kwam niet onverwacht. Steeds vaker moest Brüggen als dirigent van zijn Orkest van de Achttiende Eeuw verstek laten gaan. En wanneer hij nog wel op de bok klom, hield iedereen zijn hart vast bij het zien van zijn broze verschijning. Maar zijn orkest, dat bestaat uit ruim vijftig musici uit twintig landen, speelde inmiddels op eigen kracht. Sowieso was het dirigeren niet Brüggens sterkste kant, erkennen zelfs de orkestleden die hem al die jaren trouw bleven. „Je kunt het geen dirigeren noemen. Soms moet je écht niet kijken.” Maar was het dirigeren gebrekkig, het stimuleren, motiveren en interpreteren waren des te belangrijker. En daarmee ging Brüggen tot het laatst door.
Oudemuziekbeweging
De Amsterdammer –de jongste van negen kinderen– kreeg zijn eerste blokfluitlessen van zijn broer Hans. Later kwam de getalenteerde blokfluitleerling aan het Amsterdamse conservatorium onder de hoede van Kees Otten. Op advies van zijn vader studeerde Frans ook dwarsfluit en muziekwetenschap. Al op 21-jarige leeftijd werd hij blokfluitdocent aan het Haagse conservatorium. Met zijn studenten Walter van Hauwe en Kees Boeke startte hij in die tijd het experimentele blokfluittrio Sour Cream, dat zowel oude als hedendaagse muziek vertolkte.
Brüggen raakte betrokken bij de oudemuziekbeweging rond Gustav Leonhardt, van wie hij onder andere de waarde van het spelen op oude instrumenten leerde. Brüggen speelde soms mee in het Leonhardt Consort en maakte vanaf 1960 samen met Leonhardt deel uit van het ensemble Quadro Amsterdam, dat in 1968 echter werd opgeheven.
In die tijd deed Brüggen in een openbare discussie een uitspraak over het Concertgebouworkest die hem nog lang nagedragen zou worden. Hij stelde: „Elke noot van Mozart die het Concertgebouworkest speelt, is van a tot z gelogen.”
Intussen rees wereldwijd Brüggens ster als blokfluitist. Hij werd zelfs een klassieke popster die, met kuif en sportwagen, op posters van zijn platenmaatschappij figureerde. Zijn nonchalante manier van spelen –met gekruiste benen en kromme rug– werd door menige blokfluitist geïmiteerd. Op deze manier haalde Brüggen wereldwijd het ‘kinderinstrument’ uit de „sfeer van geitenhaar.” Daarbij beperkte de musicus zich niet tot de muziek van de barok. Hij vroeg juist hedendaagse componisten als Louis Andriessen en Luciano Berio om voor de blokfluit te schrijven. Het instrument maakte een opleving mee die het volgens kenners sinds de 17e en de 18e eeuw niet meer gehad had.
Alternatief
In 1981 was Brüggen naar eigen zeggen „uitgeblokfluit.” Hij richtte het Orkest van de Achttiende Eeuw op, waarmee hij een alternatief wilde bieden voor de manier waarop de traditionele symfonieorkesten onder anderen Mozart, Haydn en Beethoven uitvoerden. De musici van Brüggens orkest moesten, spelend op historische instrumenten of kopieën daarvan, de authentieke klank van deze muziek benaderen. Die werkwijze bleef het handelsmerk van het ensemble, dat zich vooral wijdde aan de grote componisten van de barok en de klassieke periode, zoals Bach, Mozart, Beethoven en Mendelssohn.
Brüggen en zijn orkest kregen tal van onderscheidingen, waaronder de benoeming tot Erasmus Professor door Harvard University, de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs, de Oeuvreprijs Edison Klassiek in 2012 en vorig jaar nog de eremedaille voor kunst en wetenschap in de Huisorde van Oranje. Ook was de musicus ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Op 30 oktober zou de dirigent 80 worden. Een verjaardagstournee was gepland, waarvoor hij een wensprogramma met werken van Stravinsy, Chopin, Mozart en Haydn had samengesteld.
Hoe het na het overlijden van de ”founding father” verdergaat met het Orkest van de Achttiende Eeuw, is onduidelijk. Duidelijk is dat een musicus is heengegaan die een groot stempel heeft gedrukt op het muziekleven van de achterliggende halve eeuw.