Straatevangelisatie populair onder moslims
Voor de derde achtereenvolgende keer gingen moslims van waaromislam.nl op een koninklijke feestdag de straat op om te evangeliseren. „Straat-dawah”, noemen ze het. „Dit is een handreiking naar onze medemens, met de beste wensen, voor hier en het hiernamaals.”
Zwolle, 26 april, Koningsdag. In de binnenstad van de Overijsselse hoofdstad is het een en al gezelligheid. Op de vrijmarkt verdringen de mensen zich voor de kleedjes. Kinderen verkopen hun oude speelgoed, volwassenen proberen hun overtollige huisraad aan de man te brengen. De opbrengst is voor de BV-ik. „Wat moet dat boek kosten”, vraagt een jongeman, wijzend naar een biografie over een Britse oud-premier. „Officieel 5 euro”, zegt een dame van middelbare leeftijd. „Maar”, voegt ze eraan toe. „Met 2 euro ben ik al dik tevreden.” De jongeman bedenkt zich geen moment, rekent af en verdwijnt.
Niet alleen speelgoed, huisraad en boeken vinden gretig aftrek. Ook de wafels en pannenkoeken gaan als zoete broodjes over de toonbank. De meisjes bij het blikwerpen hoeven evenmin moeite te doen om bezoekers voor hun spelletje te interesseren. In één keer gooit een potige kerel alle opgestapelde blikken om. „Wow, gefeliciteerd!” roepen de meisjes. Een van hen springt op en drukt met een stempel twee vlaggetjes op het gezicht van de geweldenaar, op beide wangen een. De man kijkt wat verbouwereerd, maar kan er desondanks om grijnzen.
Bebaarde jongemannen
Op de kruising van de winkelstraat met de Grote Markt kun je over de hoofden lopen. Het groepje donker geklede, bebaarde jongemannen valt op tussen het grotendeels oranje uitgedoste Koningsdagpubliek. Het zijn moslims, verbonden aan het team waaromislam.nl. Sommigen zijn in gesprek met –op het oog– niet-moslims, andere doen verwoede pogingen om een gesprek aan te knopen. Een enkeling houdt zich nog wat afzijdig, maar probeert wel zijn flyers te slijten. Allen hebben zich verenigd in één doel: de boodschap van Allah verspreiden. En de omstanders? Slechts een enkeling kijkt misprijzend. De meerderheid kijkt nieuwsgierig of loopt schouderophalend door. Op straat zijn verrassend weinig vertrapte flyers te vinden.
Groot publiek
Het team waaromislam.nl wil niet meewerken aan dit artikel. „Wij praten niet met de pers.” Dr. Martijn de Koning, cultureel antropoloog en verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, denkt wel te weten waarom. „Activitische moslims wantrouwen vaak de media.”
De wetenschapper zegt verder dat het geen toeval is dat waaromislam.nl júíst op een koninklijke feestdag actief is met straat-dawah. Koningsdag is volgens hem typisch zo’n dag waarop voor moslims aan alle randvoorwaarden wordt voldaan om aan straatevangelisatie te doen. Vrijwel iedereen is dan goedgehumeurd, zodat evangeliserende moslims niet zo bang hoeven te zijn voor negatieve reacties. Ook zijn er op Koningsdag veel mensen op straat. Daardoor kan een groot publiek worden bereikt, aldus de Nijmeegse islamkenner.
Wat voor organisatie is waaromislam.nl?
„Het is een van de belangrijkste islamitische organisaties die aan dawah op straat doen. Kenmerkend voor de teamleden van waaromislam.nl is dat ze zich nadrukkelijk richten op niet-moslims en het gesprek aangaan. Daarin proberen ze de vaak negatieve beeldvorming over moslims bij te stellen. Hun ultieme doel is natuurlijk bekering tot de islam.
Het type mens dat aan het team is verbonden, varieert. Er zitten mbo’ers en hbo’ers tussen, maar ook mensen met een universitaire opleiding. Doorgaans zijn de ‘evangelisten’ man. Voor vrijwel allemaal geldt dat ze zeer maatschappelijk betrokken zijn.”
Hoe gaan de teams te werk?
„De teamleden verspreiden zich over een bepaald gebied. Vervolgens gaan ze gesprekjes aan met mensen op straat en delen ze flyers uit. Voordat de deelnemers de straat opgaan, krijgen ze een interne cursus. Het trainen van sociale vaardigheden is hierbij een belangrijk onderdeel. Ook wordt er veel aandacht besteed aan de gebruikelijke argumenten tegen de islam en hoe je daar het beste inhoudelijk op kunt reageren.”
Is straat-dawah in opmars?
„Het aan de man brengen van de islam op straat is echt iets van de laatste jaren. In toenemende mate zie je op allerlei markten en braderieën stands met informatie over de islam.
Een groep die eveneens actief de straat opging, was Street-Dawah.NL, bekend van een EO-reportage in Urk. Hoewel er belangrijke overeenkomsten zijn met waaromislam.nl –bijvoorbeeld de mondigheid van de leden en de zelfbewustheid waarmee ze hun boodschap uitdragen– zijn er ook verschillen. Zo werd Street-Dawah.NL in verband gebracht met Syriëgangers. Inmiddels is deze groep niet meer actief.”
Windows
In de EO-reportage zegt de Nederlandse moslim Dennis Honing, die zich na zijn bekering tot de islam Abdelkarim laat noemen, dat de gang naar het overwegend christelijke Urk een bewuste keuze was. Christenen zitten volgens hem al een heel eind op het juiste spoor. Ze kennen bijvoorbeeld Mozes, Jezus en Abraham al. Het bestaan van een hemel en een hel is voor hen eveneens realiteit. „Theologisch zijn we dus niet zo ver van elkaar verwijderd”, aldus Honing. „Christenen hebben al de Reformatie doorgemaakt en hebben de beelden uit hun kerken verwijderd. Nu moet alleen de theologie van de heilige Drie-eenheid nog worden verschoond.” De moslim vindt dat Urkers hun geloof moeten ‘upgraden’ en maakt de vergelijking met een computerbesturingssysteem. „Christenen hebben, zeg maar, nog niet de nieuwste versie van Windows.”
De Koning betwijfelt of evangelisatie onder christenen een specifiek doel is. „Ik heb eerder de indruk dat de EO graag wilde dat de groep naar Urk ging. Meestal zijn de moslims actief in hun eigen woonplaats. Dat zijn doorgaans de wat grotere steden.”
Christelijk taalgebruik
Martijn Leeftink van het Kruispunt in Rotterdam, een studie- en ontmoetingscentrum waar christenen en moslims met elkaar in gesprek gaan, onderschrijft dat moslims in het algemeen steeds zelfbewuster worden. Daarbij hoort dat ze steeds actiever worden in het verkondigen en voorleven van hun geloof. Ze zullen daarbij ook niet schuwen om christenen, al dan niet randkerkelijk, te benaderen. Dat zelfbewustzijn komt deels doordat het opleidingsniveau in de moslimgemeenschap stijgt, aldus Leeftink. Maar vooral ook doordat de tweede en derde generatie moslims hier is geboren. Voor hen is het duidelijk dat hun toekomst in Nederland ligt.
Leeftink weet van sommige islamitische stromingen dat ze zich specifiek op kerken richten. „Vooral de Gülenbeweging, een Turkse organisatie, is hier heel goed in. Die mensen zijn over het algemeen goed geïntegreerd, maar staan heel stevig in hun schoenen als het gaat om hun geloof. Ze hanteren een soort christelijk taalgebruik als ze met christenen in gesprek zijn, waarbij de nadruk wordt gelegd op de liefde van God. Ook vergelijken ze God soms met een vader, hoewel dat in de islam absoluut niet voorkomt.”
Struikelblok
Het Kruispunt heeft veel contact met ahmaddiyamoslims, een stroming binnen de islam van Pakistaanse origine. Hun hoofdkantoor staat in Nunspeet. Deze groepering is zeer missionair ingesteld, weet Leeftink. „Bovendien zijn ze vooral op christenen gericht. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een Koran-vertaling die ze ooit hebben gepubliceerd. In de inleiding daarvan zetten ze zich erg af tegen het christelijk geloof.” Volgens Leeftink heeft dat onder meer te maken met het feit dat de islam een nachristelijke religie is. Ook komt het doordat Pakistan ooit een kolonie van –het in hun ogen christelijke– Engeland was.
De ontmoetingen tussen het Kruispunt en de ahmaddiyageloofsgemeenschap zijn desondanks positief. Zo heeft op eerste paasdag een groep ahmaddiyamoslims een Rotterdamse kerkdienst bezocht. Leeftink: „Wij proberen karikaturen over christenen weg te nemen. Daarbij kan het er soms stevig aan toegaan, maar omdat we elkaar kennen, gaan we normaal met elkaar om. In het verleden hebben we wel meegemaakt dat contact met een groep moslims na een jaar of twee stukliep op het grote struikelblok: Jezus. Voor die groep gold ook dat ze ons wilden overtuigen. Kennelijk hield het voor hen op toen duidelijk werd dat wij echt christen wilden blijven.”
Zijn er ook moslims die christen worden?
„Wij bekeren geen moslims, dat doet God. Van een aantal islamieten die christen is geworden, weten wij dat de dialoogavonden bij het Kruispunt hierbij een rol hebben gespeeld. In het algemeen is het lastige dat moslims als het ware negatief voorgesorteerd staan voor het christelijk geloof. Wij zien het al als winst als we hun vooroordelen tegen het christendom kunnen wegnemen. Werken met moslims is de grond goed prepareren voordat je kunt zaaien.”
„Weinig contact tussen christenen en moslims”
In Nederland wonen ongeveer 825.000 moslims (SCP, 2012). Het merendeel is van Turkse of Marokkaanse afkomst. Vooral de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht herbergen grote aantallen moslims (zie kaartje). Langzaam maar zeker integreren zij in de Nederlandse samenleving. Tegenwoordig treffen autochtoon en allochtoon elkaar op allerlei terreinen van de maatschappij.
In dat integratieproces speelden christenen oorspronkelijk geen onbelangrijke rol, weet ds. Cees Rentier, directeur van de stichting Evangelie & Moslims in Amersfoort. Volgens ds. Rentier waren er altijd christenen die vanuit missionaire en diaconale motieven contacten legden met moslims. Wel bespeurt de predikant in de houding van christenen jegens moslims uitersten. Zo zitten sommige christenen „vooral in het kamp van de PVV.” Andere christenen romantiseren de islam of worden zelfs moslim.
Er zijn plaatsen waar hoge concentraties christenen én moslims wonen, bijvoorbeeld Gouda, Leerdam, Kampen, Veenendaal en Zeist. Alle initiatieven ten spijt gebiedt volgens ds. Rentier de eerlijkheid te zeggen dat er in die plaatsen verhoudingsgewijs weinig contact is tussen christenen en moslims. Ds. Rentier vindt dat beide groepen hier debet aan zijn. Wanneer veel moslimmigranten bij elkaar wonen, zijn ze vaak meer op elkaar gericht. Aan christelijke zijde speelt ook het toelatingsbeleid op veel reformatorische scholen een rol. Kinderen uit islamitische gezinnen zijn daar meestal niet welkom. Als dit soort contacten op school niet ontstaat, leven christenen op latere leeftijd ook makkelijker aan moslims voorbij, stelt Rentier.
Daan Beekers, die aan de Vrije Universiteit onderzoek doet naar de religiebeleving onder jonge christenen en moslims in Nederland, merkt juist dat in Rotterdam de contacten tussen christenen en moslims op scholen, universiteiten en op de werkvloer steeds meer toenemen. Tegelijk, voegt hij eraan toe, „blijft er sprake van een zekere afbakening van een eigen wereld waar niet altijd veel buiten getreden wordt.” In Ede, waar hij onderzoek deed onder christelijke studenten, merkt Beekers minder van wederzijdse contacten. „Zij zeiden regelmatig het gevoel te hebben in een vrij gesloten wereld te leven”, aldus de promovendus.
Martijn Leeftink van het Kruispunt in Rotterdam durft geen stellige uitspraken te doen over contacten tussen christenen en moslims in de biblebelt. Op basis van een eind vorig jaar gehouden onderzoek van Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK), waaruit bleek dat 60 procent van de Nederlandse predikanten de islam als een bedreiging ziet, heeft hij wel vermoedens. „Het lijkt mij dat je eerder bij een bedreiging uit de buurt blijft dan dat je het gevaar opzoekt. Bij het Kruispunt merk ik dat ook. Onze organisatie werkt voor kerken in de regio Rotterdam. Wat ik vaak zie is dat christenen die verder bij Rotterdam vandaan wonen het vaak als minder urgent ervaren om moslims met het Evangelie te bereiken.” Volgens Leeftink komt dat doordat er buiten de grote steden „minder natuurlijk contact is” tussen christenen en moslims in het dagelijks leven.
Het is jammer dat christenen in Nederland zo weinig contact zoeken met moslims, zegt Leeftink, die enige tijd in Syrië heeft gewoond en gehuwd is met een Syrische vrouw. „In Syrië was evangeliseren verboden. Bekering over en weer was er helemaal taboe. In Nederland mag dat gelukkig wel. Als christenen moeten wij deze vrijheid benutten.”
serie Moslims in de biblebelt
Dit is de eerste aflevering in een serie over moslims in de biblebelt.